Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
Stichting Bureau Jeugdzorg Limburg,
[minderjarige](hierna te noemen: [minderjarige] ) geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Kuiper;
- de moeder, bijgestaan door mr. Holmes;
- de GI, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de GI] , bijgestaan door mr. Gelissen;
- de raad, vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 3 november 2021;
- het V6-formulier van de advocaat van de moeder met bijlage 2, ingekomen ter griffie d.d. 11 april 2022;
- het V6-formulier van de advocaat van de moeder met bijlagen 3 en 4, ingekomen ter griffie d.d. 12 april 2022;
- het V6-formulier van de advocaat van de vader met producties 21 en 22, ingekomen ter griffie d.d. 14 april 2022.
- bijlage 6 van de GI, ingekomen ter griffie d.d. 26 april 2022.
3.De beoordeling
- De vader en de moeder zijn op 20 maart 2003 met elkaar gehuwd.
- Uit het huwelijk van partijen zijn geboren:
- [jongmeerderjarige] (hierna te noemen: [jongmeerderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , die inmiddels meerderjarig is;
- [minderjarige] (hierna te noemen: [minderjarige] ), geboren op [geboortedatum] 2011 te [geboorteplaats] .
- De rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht heeft bij beschikking van 8 november 2018 onder meer de echtscheiding tussen partijen uitgesproken.
- De echtscheidingsbeschikking is op 18 maart 2019 ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand.
- Partijen oefenen gezamenlijk het ouderlijk gezag over [minderjarige] uit.
- [minderjarige] heeft zijn hoofdverblijf bij de moeder
- [minderjarige] is bij beschikking van 2 oktober 2019 onder toezicht gesteld. De ondertoezichtstelling van [minderjarige] is laatstelijk verlengd tot 2 juni 2022.
“dat de vrouw eraan dient mee te werken dat de verdeling van zorg- en opvoedingstaken tijdens de 6 weken durende reservediensten van de man zal plaatsvinden conform het door de man geformuleerde voorstel dat hij 4 weken voorafgaand aan de reservedienst aan de vrouw zal meedelen.”.