Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) dagen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 19 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte, geboren in 1985, was in hoger beroep gegaan tegen een vonnis van 11 december 2019, waarin hij was veroordeeld voor het voorhanden hebben van een vals of vervalst paspoort. Het hof heeft het beroep van de verdachte behandeld en kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal, die bevestiging van het vonnis had gevorderd, en de pleitnota van de verdediging, die vrijspraak bepleitte.
Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte in de periode van 1 januari 2016 tot en met 28 juli 2017 een Irakees paspoort op naam van de verdachte heeft verworven, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat het vals of vervalst was. De verdachte had het paspoort verkregen via een kennis en had niet de officiële weg gevolgd om het document aan te vragen. Het hof oordeelde dat de verdachte niet had aangetoond dat hij niet wist dat het paspoort vervalst was, en dat hij de verantwoordelijkheid had om het document te laten controleren door een officiële autoriteit.
Het hof heeft het vonnis van de politierechter vernietigd en de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes dagen. Tevens heeft het hof vastgesteld dat de redelijke termijn in deze zaak was overschreden, maar heeft besloten geen strafvermindering toe te passen. De beslissing is gegrond op artikel 231 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden.