ECLI:NL:GHSHE:2022:2087
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bevestiging van vonnis in hoger beroep inzake diefstal met gevangenisstraf
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 22 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder vrijgesproken van feit 2, maar voor feit 1, gekwalificeerd als diefstal, was hij veroordeeld tot een gevangenisstraf van één maand met aftrek van voorarrest. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit en subsidiair een straftoemetingsverweer gevoerd.
Het hof heeft vastgesteld dat het hoger beroep van de verdachte onbeperkt is ingesteld, maar dat er geen hoger beroep openstaat tegen de vrijspraak van feit 2. Daarom heeft het hof de verdachte niet-ontvankelijk verklaard in zijn hoger beroep voor zover dit gericht was tegen de vrijspraak. Het hof heeft zich verenigd met het vonnis waarvan beroep, voor zover dit aan het oordeel van het hof onderworpen was, en heeft geen aanleiding gezien om tot een ander oordeel te komen dan de politierechter. Het hof heeft aangegeven dat, indien er beroep in cassatie wordt ingesteld, er een aanvulling op het arrest zal worden gehecht waarin de bewijsmiddelen worden uitgewerkt die hebben geleid tot de bewezenverklaring.
De beslissing van het hof was om de verdachte niet-ontvankelijk te verklaren in het hoger beroep tegen de vrijspraak en het vonnis waarvan beroep te bevestigen, met inachtneming van de overwegingen die in het arrest zijn opgenomen. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken en is openbaar uitgesproken.