Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van aangifte (met bijlage) d.d. 31 augustus 2018, pagina 3 tot en met 6, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [aangever] :
(het hof begrijpt: 28 augustus 2018)naar de huisarts gegaan. Zij heeft mij nagekeken en een aantal testen gedaan. De arts heeft telefonisch contact opgenomen met een neuroloog. Uit de testen en het gesprek met de neuroloog is gebleken dat ik een lichte hersenschudding heb.
Het proces-verbaal van verhoor getuige d.d. 31 augustus 2018, pagina 7 en 8, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige] :
De eigen waarneming van het hof van de als bijlage bij het proces-verbaal van aangifte van [aangever] gevoegde foto op pagina 6 van het dossier:
Een los opgenomen geschrift, te weten een – onder meer door [arts] , arts, op 20 maart 2019 – ingevuld aanvraagformulier medische informatie, voor zover inhoudende:
mishandeling.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
geldboetevan
€ 750,00 (zevenhonderdvijftig euro), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door
15 (vijftien) dagen hechtenis;
€ 534,95 (vijfhonderdvierendertig euro en vijfennegentig cent)bestaande uit
€ 34,95 (vierendertig euro en vijfennegentig cent) materiële schadeen
€ 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade,vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 534,95 (vijfhonderdvierendertig euro en vijfennegentig cent)bestaande uit
€ 34,95 (vierendertig euro en vijfennegentig cent) materiële schadeen
€ 500,00 (vijfhonderd euro) immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening, en bepaalt dat gijzeling voor de duur van ten hoogste 10 (tien) dagen kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid van de schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet opheft;