ECLI:NL:GHSHE:2022:2066
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor eenvoudige belediging aan ambtenaar
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarbij de verdachte op 31 mei 2021 was veroordeeld voor eenvoudige belediging van een ambtenaar. De politierechter had de verdachte een voorwaardelijke gevangenisstraf van 5 dagen opgelegd, met een proeftijd van 2 jaren, en de tenuitvoerlegging van eerder opgelegde voorwaardelijke straffen gelast. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis.
Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de vordering van de advocaat-generaal gehoord, die bevestiging van het vonnis heeft gevorderd. De raadsman van de verdachte heeft vrijspraak bepleit voor bepaalde onderdelen van de tenlastelegging en verzocht om een taakstraf of geldboete in plaats van een gevangenisstraf. Het hof heeft het bewijs en de motivering van de strafoplegging herzien en aangevuld, waarbij het hof tot de conclusie kwam dat de uitingen van de verdachte in de gegeven context als beledigend konden worden aangemerkt.
Het hof heeft uiteindelijk het vonnis van de politierechter bevestigd, met inachtneming van de aangebrachte aanvullingen en overwegingen. De beslissing is op 13 juni 2022 uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. Het hof heeft geoordeeld dat de eerder opgelegde voorwaardelijke straffen de verdachte er niet van hebben weerhouden opnieuw een strafbaar feit te begaan, en heeft daarom de voorwaardelijke gevangenisstraf passend geacht.