ECLI:NL:GHSHE:2022:2020
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Bekrachtiging van de uithuisplaatsing van een minderjarige met aandacht voor opvoedvaardigheden van de moeder
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 23 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de uithuisplaatsing van een minderjarige, geboren in 2021. De moeder, verzoekster in hoger beroep, is het niet eens met de eerdere beslissing van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, die op 7 februari 2022 een machtiging tot uithuisplaatsing heeft verleend. De moeder stelt dat de situatie niet zo ernstig was dat uithuisplaatsing noodzakelijk was en dat zij in staat is om voor haar kind te zorgen met de juiste ondersteuning. De Raad voor de Kinderbescherming, verweerder in deze zaak, heeft echter ernstige zorgen over de opvoedvaardigheden van de moeder en de veiligheid van de minderjarige in de thuissituatie. Het hof heeft de feiten en argumenten van beide partijen zorgvuldig afgewogen. Het hof concludeert dat er eerst zicht moet komen op de opvoedvaardigheden, leerbaarheid en begeleidbaarheid van de moeder voordat een thuisplaatsing van de minderjarige kan worden overwogen. Dit kan het beste worden bereikt door opname in een moeder-kind-huis. Het hof bekrachtigt daarom de beschikking van de rechtbank en stelt dat de uithuisplaatsing van de minderjarige noodzakelijk is in het belang van zijn verzorging en opvoeding. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.