ECLI:NL:GHSHE:2022:202
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag ouders over minderjarige met focus op de ontwikkeling en stabiliteit van het kind
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 januari 2022 uitspraak gedaan over de beëindiging van het gezag van de ouders over hun minderjarige kind, geboren in 2018. De ouders, de moeder en de vader, zijn in hoger beroep gegaan tegen een eerdere beschikking van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, waarin hun gezag over het kind werd beëindigd. De minderjarige woont sinds zijn geboorte in een pleeggezin en de ouders zijn niet in staat gebleken om binnen een aanvaardbare termijn de zorg voor het kind op zich te nemen. De ouders hebben hun wens uitgesproken om zelf voor het kind te zorgen, maar het hof oordeelt dat de ontwikkeling van de minderjarige ernstig wordt bedreigd als het gezag niet wordt beëindigd.
Het hof heeft de argumenten van de ouders, de Raad voor de Kinderbescherming en de Gecertificeerde Instelling (GI) zorgvuldig afgewogen. De ouders hebben aangevoerd dat de vader in staat is om voor het kind te zorgen en dat de band tussen hen goed is. Echter, het hof concludeert dat de aanvaardbare termijn voor de ouders is verstreken en dat het in het belang van de minderjarige is om duidelijkheid te krijgen over zijn opgroeisituatie. De pleegouders en de GI hebben ook benadrukt dat het voor de ontwikkeling van de minderjarige schadelijk zou zijn om de hechting met het pleeggezin te doorbreken.
Uiteindelijk heeft het hof de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij het gezag van de ouders over de minderjarige is beëindigd. De ouders blijven echter een belangrijke rol in het leven van de minderjarige spelen, ondanks de beëindiging van hun gezag. Het hof heeft de beslissing genomen met het oog op de stabiliteit en de ontwikkeling van het kind, dat al bijna vier jaar in het pleeggezin woont.