Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
- [minderjarige 1], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2011 (hierna te noemen: [minderjarige 1] ), en
- [minderjarige 2], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2015 (hierna te noemen: [minderjarige 2] ).
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
.Op 28 september 2018 zijn [minderjarige 1] en [minderjarige 2] onder toezicht gesteld van de GI. De ondertoezichtstelling is vervolgens telkens verlengd.
Het hof verwacht van de ouders ook dat zij hun medewerking gaan verlenen aan de contextuele therapie. Dit zou moeten kunnen leiden tot een verbetering van de situatie tussen de ouders.
regievan de GI plaats te vinden. Het hof ziet geen bezwaar om na deze korte opstart van vier omgangsmomenten de omgang daarna onbegeleid en onder
regievan de GI te laten plaatsvinden.
begeleide(cursief hof) zorg- en contactregeling tussen de vader en [minderjarige 2] zal vernietigen en zal bepalen dat er op korte termijn eerst vier begeleide contacten zullen plaatsvinden tussen de vader en [minderjarige 2] waarbij toegewerkt wordt naar de na die vier begeleide contacten voortaan onbegeleide contacten. Het is aan de GI om die begeleide contacten snel te organiseren en het is aan de beide ouders om daar aan mee te werken. Het daarna voortzetten van de zorgregeling in onbegeleide vorm is niet afhankelijk van een (eventuele) evaluatie van de begeleide omgang, omdat de opbouw in de vorm van de begeleide contacten slechts is aangewezen vanwege het tijdsverloop.