Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
(het hof begrijpt: getuige [getuige 1] )de persoon, zijnde de verdachte, had overmeesterd. Er was niets uit zijn auto weggenomen.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 7 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor poging tot diefstal en kreeg een gevangenisstraf van drie weken opgelegd, met aftrek van voorarrest. De voorlopige hechtenis werd opgeheven op het moment dat deze gelijk werd aan de opgelegde straf. De advocaat-generaal had gevorderd dat het hof het vonnis zou vernietigen en de verdachte opnieuw zou veroordelen, terwijl de raadsman van de verdachte vrijspraak bepleitte.
Het hof heeft het onderzoek in hoger beroep uitgevoerd, waarbij het kennisnam van de vordering van de advocaat-generaal en de verdediging. De verdachte had verklaard dat hij in de auto van zijn dealer zat te wachten en enkel in een tas had gekeken, maar het hof oordeelde dat zijn gedragingen als een begin van uitvoering van de poging tot diefstal moesten worden beschouwd. De verklaringen van getuigen ondersteunden de conclusie dat de verdachte daadwerkelijk bezig was met het plegen van een diefstal.
Uiteindelijk heeft het hof het vonnis van de politierechter bevestigd, met aanvulling van de gronden. Het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de poging tot diefstal, en dat de eerder opgelegde straf terecht was. De inhoud van de bewijsmiddelen werd in een aanvulling op het verkorte arrest opgenomen, voor het geval er beroep in cassatie zou worden ingesteld.