Uitspraak
5.De beschikking d.d. 4 februari 2021
voorlopigebijdrage in de kosten van verzorging en opvoeding van:
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 27 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep met betrekking tot de verzoeken van de vrouw om partner- en kinderalimentatie. De vrouw, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. P.F.M. Gulickx, heeft in hoger beroep verzocht om een kinderalimentatie van € 800,- per kind per maand en een partneralimentatie van € 8.000,- per maand. De man, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. C.A.M.J. de Wit, heeft in de eerdere beschikking van de rechtbank een voorlopige kinderalimentatie van € 400,- per kind per maand toegewezen gekregen, met ingang van 1 december 2020.
Tijdens de mondelinge behandeling op 7 december 2021 is gebleken dat de man in gebreke is gebleven met het overleggen van relevante jaarstukken van zijn vennootschappen, die noodzakelijk zijn voor de beoordeling van zijn draagkracht en de behoefte van de vrouw en kinderen. Het hof heeft vastgesteld dat de man geen afdoende verklaring heeft gegeven voor het ontbreken van deze jaarstukken, ondanks eerdere toezeggingen. Hierdoor was het hof niet in staat om de behoefte en draagkracht van de man te beoordelen.
Het hof heeft de verzoeken van de vrouw tot kinderalimentatie en partneralimentatie toegewezen, met als ingangsdatum 1 januari 2020. De man is verplicht om € 800,- per kind per maand te betalen en € 8.000,- per maand aan de vrouw. De verzoeken van de vrouw in de zaak met zaaknummer 200.275.167/02 zijn afgewezen wegens gebrek aan belang. De proceskosten zijn gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.