Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/359726 / HA ZA 19-391)
2.Het verloop van het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de memorie van grieven tevens uitbreiding grondslag verweer met productie;
- de memorie van antwoord met producties;
- de mondelinge behandeling, waarbij partij [appellant] spreekaantekeningen heeft overgelegd.
3.De beoordeling
- bij de uitleg komt het aan op de in die stukken tot uitdrukking gebrachte bedoeling van degene(n) die tot vaststelling van die stukken is (zijn) overgegaan, welke bedoeling moet worden afgeleid uit de daarin gebruikte bewoordingen, uit te leggen naar objectieve maatstaven in het licht van de gehele inhoud daarvan;
- de rechtszekerheid vergt dat bij de uitleg slechts acht mag worden geslagen op gegevens die voor derden uit of aan de hand van de in de openbare registers ingeschreven splitsingsstukken kenbaar zijn;
- indien de ingeschreven splitsingsstukken voor verschillende uitleg vatbaar zijn, dient de rechter vast te stellen welke uitleg van deze stukken naar objectieve maatstaven het meest aannemelijk is.
- aanstellen nieuwe bestuurder”), en één met betrekking tot de met De [X] BV te sluiten bestuurs- en beheerovereenkomst (besluit “
3- aangaan nieuwe bestuursovereenkomst”). Vervolgens is tijdens de ALV van 20 juni 2018 besloten tot goedkeuring van de met De [X] BV te sluiten beheerovereenkomst. Het besluit (“2
- aanstellen nieuwe bestuurder”) tot benoeming van De [X] BV als bestuurder betreft geen besluit tot het doen van uitgaven, zodat artikel 52 lid 5 Modelreglement 2006 ten aanzien van dat besluit toepassing mist.
het bestuur”, noch in afdeling II inzake besluitvorming door de vergadering is expliciet bepaald dat voor een besluit tot benoeming van het bestuur een gekwalificeerde meerderheid van stemmen is vereist. Nu artikel 52 lid 5 Modelreglement 2006 een uitzonderingsbepaling betreft, heeft deze alleen gelding voor zover sprake is van één van de daarin limitatief opgesomde gevallen. Aangezien in artikel 52 lid 5 Modelreglement 2006 een verwijzing naar besluitvorming betreffende de benoeming van het bestuur geheel ontbreekt, en de overige bepalingen van het Modelreglement 2006 bezien in samenhang met voornoemd artikel geen aanknopingspunten bieden om aan te nemen dat ook benoemingsbesluiten onder de noemer van artikel 52 lid 5 dienen te worden geschaard, kan niet worden aangenomen dat het besluit tot benoeming van De [X] BV als bestuurder met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen had moeten worden genomen. Dat in dit geval een externe bestuurder is benoemd, maakt het voorgaande niet anders. De omstandigheid dat in dit geval ook een bestuurs- en beheerovereenkomst is gesloten met De [X] BV op grond waarvan zij aanspraak maakt op een vergoeding voor de uitoefening van de bestuurstaken, maakt niet dat – zoals [appellant] betoogt – het besluit tot benoeming van De [X] BV met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen dient te worden genomen.
het doen van uitgaven van buiten het in artikel 9 eerste lid sub a en b bedoelde onderhoud vallende uitgaven.” Voor zover [appellant] betoogt dat in algemene zin in artikel 52 lid 5 sub a Modelreglement 2006 een uitzondering is vervat ten aanzien van besluiten omtrent (alle) uitgaven die niet zien op de kosten voor regulier onderhoud, kan het hof haar daarin niet volgen.
gemeenschappelijke gedeelten” en “
gemeenschappelijke zaken” blijkt dat de kosten die worden bedoeld in artikel 9 lid 1 betrekking hebben op onderhoud, behoud en herstel van gedeelten van het gebouw en/of de grond en zaken die bestemd zijn voor gemeenschappelijk gebruik. Het hof ziet hierin aanknopingspunten om de door de VvE voorgestane uitleg te volgen, dat de uitgaven waarvoor in artikel 52 lid 5 sub a Modelreglement 2006 een uitzondering is vervat, kosten betreffen die zien op niet-regulier onderhoud of herstel. Mede gelet op hetgeen hiervoor in rov. 3.4.5. is overwogen, volgt het hof [appellant] niet in haar stelling dat artikel 52 lid 5 sub a. Modelreglement 2006 ziet op
alleuitgaven anders dan kosten voor regulier onderhoud. Dit artikel is naar het oordeel van het hof dan ook slechts van toepassing op de kosten van niet-regulier onderhoud en herstel, en niet op kosten die betrekking hebben op bestuur- of beheersdiensten. Het hof betrekt in haar oordeel dat de kosten voor de aan De [X] BV opgedragen diensten niet als uitgaven in de zin van artikel 52 lid 5 sub a. Modelreglement hebben te gelden, ook dat in het Modelreglement 2006 aan besluiten met betrekking tot het opdragen van beheerdiensten een specifieke bepaling is gewijd. Op grond van artikel 56 Modelreglement 2006 in verbinding met de definitie van het begrip “
beheerder”, blijkt immers dat de vergadering de mogelijkheid heeft bestuurstaken aan een beheerder op te dragen. Voornoemd artikel bepaald niet dat voor besluiten tot de aanwijzing van een beheerder een gekwalificeerde meerderheid van stemmen is vereist. In artikel 52 lid 5 Modelreglement 2006 is niet expliciet opgenomen dat de besluitvorming omtrent en uitgaven in de zin van artikel 56 Modelreglement aan een gekwalificeerde meerderheidsvereiste is onderworpen en artikel 56 Modelreglement 2006 bevat geen verwijzing naar artikel 52 lid 5 Modelreglement 2006. Ook overigens blijkt uit het Modelreglement 2006 niet, dat het beoogt te voorzien in een verplichting om besluiten in de zin van artikel 56 Modelreglement 2006 met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen te nemen.
het aangaan van verplichtingen met een financieel belang die een totaal door de vergadering vast te stellen bedrag te boven gaan”. Ook dit betoog slaagt niet. Bezien in samenhang met artikel 52 lid 1 Modelreglement 2006, is voor de vastlegging van een drempelbedrag als bedoeld in artikel 52 lid 5 sub c. Modelreglement 2006 besluitvorming met een gekwalificeerde meerderheid van stemmen vereist. Niet in geschil tussen partijen is dat de vergadering niet tot een zodanige vastlegging is overgegaan. Volgens de eigen stellingen van [appellant] is immers een dergelijk drempelbedrag niet formeel vastgelegd. Reeds daarop strandt het betoog van [appellant] .