In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 juni 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor het meermalen opzettelijk doen van een onjuiste belastingaangifte, wat resulteerde in een gevangenisstraf van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk. Het hof heeft de zaak opnieuw beoordeeld en, rekening houdend met de ernst van de fraude en de overschrijding van de redelijke termijn in de eerste aanleg, besloten om de straf te verhogen naar 10 maanden gevangenisstraf, waarvan 4 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren. De verdachte had gedurende meerdere jaren belastingfraude gepleegd met zijn eenmanszaak, wat leidde tot een benadeling van de fiscus van € 215.100,--. Het hof heeft de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, maar oordeelde dat deze niet voldoende waren om van de strafeis af te wijken. De beslissing van het hof benadrukt het belang van de betrouwbaarheid van belastingaangiften en de gevolgen van belastingfraude voor de samenleving.