Uitspraak
- Met het hierna als
- Met het hierna als
1. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 26 maart 2013, p. 98-100 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 2] :
het hof begrijpt: 20 maart 2013) aanwezig om 21.10 uur. Mijn dienst
(het hof begrijpt: bij de vestiging van [bedrijf 1] gelegen aan [adres 1] te Best )liep van 21.30 uur tot 05.30 uur. Omstreeks 22.50 uur hoorde ik middels het zogenaamde gebouwenbeheerssysteem een alarm afgaan, een zogenaamd detectiealarm.
3. Het proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 25 maart 2013, p. 201-211 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 3] :
het hof begrijpt: tijdens de overval op [bedrijf 1] op 20 maart 2013 te Best) gezien?
A: Wat mij uiteindelijk is bijgebleven, is dat er eentje op zijn hurken bleef zitten toen de explosie was geweest. Dat was volgens mij de leidinggevende van de groep, want ik zag hem volgens mij instructies geven. Dat zag ik door de handbewegingen die hij maakte en dat de andere personen daarop reageerden. Ik ben met de camera’s aan de gang gegaan. Ik probeerde zoveel mogelijk in te zoomen en toen zag ik dat het zes overvallers waren. Ik zag toen dat één van de mannen bij hek 3 ging staan en dat hij een wapen in zijn handen had en daar liep hij rond. Ik denk een Kalasjnikov. Ik zag dat aan de manier van lopen. (
Opmerking verbalisant:getuige houdt zijn handen voor zijn lichaam alsof hij een lang wapen vast heeft).
4. Het proces-verbaal van verhoor getuige, d.d. 10 april 2013, p. 309-312 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 4] :
het hof begrijpt: de overval op [bedrijf 1] op 20 maart 2013 te Best) en wat mij opviel is de wijze waarop de overvallers binnen kwamen. Het viel mij op dat ze direct om de waardeauto heen liepen naar de zogenaamde gaasboxen.
5. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 26 maart 2013, p. 156-161 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van [benadeelde partij 2] :
het hof begrijpt: geldwagen [code] betreft dezelfde geldwagen als [code]).
A: Het was de normale procedure zoals we die altijd hanteren. We zijn naar de achterkant van het pand gereden. We reden achteruit de garage in. Nadat we binnengereden waren, gingen de roldeur en het stalen hek dicht en toen meldden we ons telefonisch aan bij de meldkamer in Zwolle dat we waren gearriveerd in Best . Vervolgens hebben we ons bij de meldkamer in Best aangemeld en gevraagd voor de laadklep van de desbetreffende auto. Op afstand wordt dan de laadklep geactiveerd zodat wij hem kunnen bedienen. Vervolgens zijn we aangevangen met het lossen van de vrachtwagen.
A: Op dat moment hoorde ik schuin rechts van onze auto een raar geluid. Het was het geluid van een soort slijptol. Toen was het een seconde of vijf stil en toen hoorde ik het geluid weer. Meteen daarop ging ook het alarm af in de garage. Op dat moment zeiden we tegen elkaar: “We gaan de auto in”. Volgens de procedure kunnen we ons verschuilen in een aparte sluis achter de cabine in de geldwagen. Het was toen inmiddels donker geworden in de hal. Na ongeveer twee seconden zag ik rechts voor de geldwagen een enorme flits en hoorde ik een enorme knal. Ik zag een stalen nooddeur uit de muur vliegen en voor de cabine langs vliegen. Hierop trok ik de cabinedeur dicht. In die cabinedeur zitten kleine ruitjes waardoor je kunt kijken. Ik keek door zo’n klein ruitje en zag door de voorruit van de geldauto iemand door de opgeblazen nooddeur de hal binnen komen. Ik zag een lichtschijnsel bij die persoon en een stuk loop van een geweer. Ik ben toen weggedoken tot bijna op de bodem van de sluis. Mijn maat (
het hof begrijpt: getuige [getuige 1]) pakte een oude krant en hield die voor het andere ruitje van de sluisdeur. Hij deed dat om niet gezien te worden. De verlichting brandde immers nog steeds in de sluis. Mijn maat bleef kijken door het ruitje en vertelde mij precies wat hij zag. Mijn maat [getuige 1] zei dat de overvallers voor de deur langs liepen naar de achterkant van de auto. Toen zei hij dat hij weer slijpen hoorde. Ik hoorde dat geluid ook. Dat slijpgeluid achter de vrachtwagen duurde zeker wel een minuut of acht en gedurende die tijd zagen ik en mijn collega geen overvallers meer. Na die ongeveer acht minuten zei mijn collega dat ze één voor één langs de geldwagen liepen in de richting van de opening in de muur waar ze ook door naar binnen gekomen waren. Op een gegeven moment zag ik dat de één na laatste overvaller stopte bij de opening in de muur. Daar bukte hij zich, ging door de knieën en ritste de tas een stukje open en keek erin. Vervolgens trok hij de rits dicht en liep naar buiten. Ik zag die overvaller door de voorruit van de cabine en ik zag ook dat die overvaller een automatisch wapen over zijn schouder droeg. Het was een Kalasjnikov. Die persoon was donker gekleed en droeg een bivakmuts.
A: Ja, want mijn collega had het over een laatste overvaller die nog achter de geldwagen stond en waarvan hij kennelijk zag dat die bezig was met een brand te stichten achter de auto. [getuige 1] zei dat hij zag dat er vuur was aan de achterkant van de auto. [getuige 1] zag dat die overvaller aan het sprenkelen was met iets dat vlam vatte. Na ongeveer zeven of acht minuten kwam een collega van de meldkamer met een brandblusser naar beneden toe en heeft het vuur gedoofd en liep naar ons toe.
6. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 26 maart 2013, p. 186-189 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 1] :
7. Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 25 april 2013, p. 1171-1175 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 5] , [verbalisant 6] en [verbalisant 7] :
8. Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 19 juli 2013, p. 1243-1248 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] :
9. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, een kras-, indruk- en vormsporenonderzoek aan hekwerkdelen naar aanleiding van een overval op een waardetransport in Best op 20 maart 2013, zaaknummer 2013.03.21.163 (aanvraag 005), d.d. 30 oktober 2013, p. 1732-1736 van dossier 1, opgemaakt door ing. I. Keereweer, NFI-deskundige kras-, indruk- en vormsporenonderzoek, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
1.Te onderzoeken materiaal ontvangen op 26 augustus 2013
2.Vraagstelling
5.Interpretatie/conclusie
10. Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 9 oktober 2013, p. 1406-1410 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 8] en [verbalisant 9] :
11. Het proces-verbaal van bevindingen T.E.V. d.d. 4 april 2013, p. 1208-1209 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 10] :
12. Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 7 juni 2013, p. 1220-1224 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 7] :
13. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, Explosievenonderzoek naar aanleiding van een explosie bij een waardetransportbedrijf in Best op 20 maart 2013, zaaknummer 2013.03.21.163 (aanvraag 001), d.d. 15 juli 2013, p. 1629-1637 van dossier 1, opgemaakt door rapporteur dr. M. Koeberg, NFI-deskundige explosies en explosievenonderzoek, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
1.Ontvangen onderzoeksmateriaal
2.Vraagstelling
5.Resultaten
6.Interpretatie onderzoeksresultaten
7.Conclusie
14. Het proces-verbaal sporenonderzoek bedrijventerrein [bedrijf 1] d.d. 4 april 2013, p. 1268-1277 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 11] en [verbalisant 12] :
(het hof begrijpt: het waardetransport filiaal van de firma [bedrijf 1] , gesitueerd aan [adres 1] te Best ).
15. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, explosievenonderzoek naar aanleiding van een explosie bij een waardetransportbedrijf in Best op 20 maart 2013, zaaknummer 2013.03.21.163 (aanvraag 008), d.d. 13 november 2013, p. 1667-1674 van dossier 1, opgemaakt door rapporteur ing. E.M. Kok, NFI-deskundige explosies en explosieven onderzoek, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
1.Onderzoeksmateriaal
2.Vraagstelling
6.Resultaten vervolgonderzoek
7.Interpretatie vervolgonderzoek
8.Conclusie
(het hof begrijpt dat dit, gelet op de hiervoor onder 2 opgenomen vraagstelling, waarbij wordt verwezen naar ‘NFI zaaknummer 2013.03.21.163, aanvraag 001’ moet zijn, zie bewijsmiddel 13: AAEL2521NL)aangetroffen.
16. Het proces-verbaal sporenonderzoek d.d. 10 april 2013, p. 1329-1339 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 13] en [verbalisant 14] :
17. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, verkorte rapportage van het Nederlands Forensisch Instituut over onderzoek naar ontbrandbare vloeistoffen, naar aanleiding van een incident in Best op 20 maart 2013, zaaknummer 2013.03.21.163 (aanvraag 004), d.d. 4 juli 2013, p. 1711-1714 van dossier 1, opgemaakt door dr. M.M.P. Grutters, NFI-deskundige chemisch brandonderzoek, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
1.Te onderzoeken materiaal
2.Vraagstelling
3.Conclusie
18. Het proces-verbaal van getuige d.d. 26 maart 2013, p. 486-487 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 5] , afgelegd op 21 maart 2013:
19. Het proces-verbaal van getuige d.d. 22 maart 2013, p. 489-490 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van [getuige 5] , afgelegd op 23 maart 2013:
20. Het proces-verbaal van getuige d.d. 22 maart 2013, p. 493-495 van dossier 1, voor zover inhoudende als verklaring van getuige [getuige 6] :
noot verbalisant:getuige belt met zijn collega). Volgens mijn collega, die op de camera heeft gekeken, reed ik om 23.05 uur de poort uit bij [bedrijf 3] .
21. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2013, p. 30-32 van dossier 2, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [benadeelde partij 1] , en [verbalisant 1] :
22. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 22 maart 2013, p. 37-41 van dossier 2, voor zover inhoudende als verklaring van [benadeelde partij 1] :
23. Het proces-verbaal van aangifte d.d. 17 april 2013, p. 49-51 van dossier 2, voor zover inhoudende als verklaring van [verbalisant 1] :
(het hof begrijpt: [benadeelde partij 1]) gewaarschuwd en zijn we in de auto gestapt.
24. Het proces-verbaal bevindingen ARS-gegevens d.d. 25 juni 2013, p. 136-141 van dossier 2, voor zover inhoudende als relaas van [verbalisant 15] :
25. Het proces-verbaal sporenonderzoek plaats delict en surveillancevoertuig d.d. 22 januari 2014, p. 1514-1520 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 16] , [verbalisant 17] , [verbalisant 18] en [verbalisant 19] :
26. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2013, p. 1569 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 17] :
27. Het rapport van het Nederlands Forensisch Instituut, Munitieonderzoek naar aanleiding van een schietincident in Eersel op 20 maart 2013, zaaknummer 2013.07.09.006 (aanvraag 001), d.d. 6 augustus 2013, p. 1763-1769 van dossier 1, opgemaakt door ing. M.E. Bestebreurtje, NFI-deskundige wapens en munitie, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
1.Te onderzoeken materiaal ontvangen op 8 juli 2013
2.Vraagstelling
5.Conclusie
28. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 21 maart 2013, p. 484 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisanten [verbalisant 20] en [verbalisant 21] :
(hof: vervolgens)beveiligd.
29. Het proces-verbaal van bevindingen d.d. 30 januari 2014, p. 1504-1505 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van verbalisant [verbalisant 22] :
(hof: zijn)van de onderzijde (bodemplaat/carterpan) van een voertuig.
(het hof begrijpt: past)in het beeld dat een voertuig het schuine talud was opgereden om vervolgens in deze modder te keren.
het hof begrijpt: AAFS9996NL), naar [BMW-dealer] , gevestigd aan de [adres 3] te [plaats 1] , gegaan. Bij [BMW-dealer] [plaats 1] hebben wij gesproken met een medewerker, [medewerker 1] . Wij hebben [medewerker 1] de aangetroffen voorwerpen laten zien met de vraag of hij ze herkende als zijnde onderdelen van BMW. [medewerker 1] deelde mede dat het schroefje met bijbehorend clipje zeker van BMW afkomstig is en liet ons een soortgelijk schroefje met clip zien. Na onderzoek van [medewerker 1] van [BMW-dealer] bleek dat het onderdelennummer van een bodemplaat van een BMW X6 is: 15.75 7 180 633. Hierop heeft [medewerker 1] bij een andere BMW dealer, welke een bodemplaat zoals hierboven genoemd op voorraad had, gevraagd om foto’s te maken. Deze foto’s zijn door [medewerker 1] middels mail beschikbaar gesteld. Op deze foto’s zijn de nummers en teksten duidelijk zichtbaar.
(hof: door P. Hustin, rechter-commissaris verbonden aan de arrondissementsrechtbank van en te Charleroi , zie p. 2654-2655), begeven wij ons naar de [adres 4] [plaats 3] .
(hof: bijlage 4, p. 1053, gevoegd bij het proces-verbaal bevindingen, zijnde een foto, met daarbij als bijschrift: “foto 15, bewerkt om het aantal krassporen weer te geven”, op welke foto strepen in de grond zichtbaar zijn, waarbij elke streep handmatig is genummerd, 1 tot en met 31).
1.Inventarisatie
Stukken van overtuiging:
Mogelijk wapen
(het hof begrijpt: geldwagen [code] )komt aan bij de hoofdingang van het pand van [bedrijf 1] aan [adres 1] te Best . De vrachtwagen rijdt het terrein op, waarna het hek sluit.
(het hof begrijpt: [bedrijf 1] Best , gelegen aan [adres 1] te Best , zie ook bewijsmiddel 31)onderzoek gedaan. Gaande dit onderzoek werd onder andere een metalen pijp aangetroffen en in beslag genomen. Deze metalen pijp werd in beslag genomen onder het SIN-nummer: AAEL2467NL.
(het hof begrijpt: snelweg A58, hectometerpaal 13.7 te Best , zie ook bewijsmiddel 31)is geweest voor de vervanging van het ontbrekende stuk vangrail. [medewerker 2] verklaarde direct nog te weten waar het over ging en dat het om een stuk vangrail ging op de A58 hectometerpaal 13.7 Links. [medewerker 2] verklaarde zeker te weten dat men de verticale paal, welke in de grond staat, had vervangen omdat deze afgezaagd was. Ik heb hem gevraagd naar een paal welke ongeveer 1,5 meter lang was, aan beide uiteinden een plat stuk heeft. [medewerker 2] verklaarde te weten welke deel ik bedoelde, hij verklaart dat deze de ‘diagonaal’ genoemd werd. Op mijn vraag of deze daar is aangetroffen en terug is gemonteerd verklaarde [medewerker 2] dat hij dat zo niet wist. [medewerker 2] verklaarde te gaan kijken en mij hierover zou terugbellen. Ik, verbalisant, ben vervolgens op 29-10-2013 teruggebeld door [medewerker 2] . Deze verklaarde dat vangraildelen zwaar zijn gegalvaniseerd. Het weer beïnvloedt deze gegalvaniseerde stukken behoorlijk en daarom is er goed onderscheid te maken in nieuwe en oude onderdelen van de vangrail. [medewerker 2] verklaarde ter plaatse te zijn op de A58 hectometerpaal 13.7 Li. [medewerker 2] verklaarde dat hij kon zien dat de verticale paal, welke ook in de grond steekt, is vervangen. [medewerker 2] verklaarde dat er ook een nieuwe ‘diagonaal’ was gemonteerd. Hij kon dit zien aan het kleurverschil van de genoemde onderdelen.
(hof: diverse)vragen.
1.Inleiding
2.Instructie en verklaring
3.Achtergrondinformatie
4.Meer achtergrondinformatie over de LCN-DNA-profileringsmethode
5.Betrouwbaarheid van de LCN-DNA-profileringsmethode
6.Een beschouwing van de hoeveelheid DNA die is verworven
8.Een beschouwing van vals-positieve matches
Commentaar:Zo omschreven, lijkt het redelijk om te concluderen dat dit cijfer de kans op een valse match vertegenwoordigde. Over het algemeen kan worden gesteld dat de kans op een valse inclusie lager is naarmate de LR ondersteunende inclusie toeneemt.
45. Het expertiseverslag van Centre Wallon d’Identification (CWI), afdeling DNA, d.d. 8 oktober 2014, p. 1123-1128 van dossier 1, opgemaakt door gerechtelijk expert dokter in de Biomedische wetenschappen O. Froment, voor zover inhoudende als relaas van rapporteur:
46. Het schriftelijk bescheid Pro Justitia d.d. 27 juni 2014, p. 1919 van dossier 1, opgemaakt door B. Michel (federale magistraat), voor zover inhoudende:
47. Het rapport van de Dienst Gerechtelijke Politie, afdeling Bestrijding Zware Criminaliteit, in het Groothertogdom Luxemburg, met nr. SPJ/RGB/2013/28190-267/HADA-FLAN, d.d. 26 november 2014, p. 2530-2608 van dossier 1, voor zover inhoudende als relaas van [hoofdinspecteur] , en [hoofdcommissaris] :
(hof: onder meer):
2.De feiten
3.Onderzoek technische politie
4.Onderzoek en uitwerking gegevens in beslaggenomen voorwerpen
5.DNA-onderzoeken
6.Spoor naar [plaats 2]
8.Identificatie van 2 DNA-profielen in feiten [bedrijf 5]
48. Een schriftelijk bescheid, te weten een uittreksel ECRIS Luxemburg, d.d. 5 juni 2018 (losbladig), voor zover inhoudende:
(het hof begrijpt: het kennelijk [penitentiaire inrichting 2] )
- op 20 maart 2013 omstreeks 22.50 uur heeft er een overval plaatsgevonden op de vestiging van [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ) in Best , waarbij 24 sealbags met daarin in totaal een geldbedrag van € 153.290,00 is weggenomen;
- de daders zijn vanaf de [straatnaam 1] in Best via een smal bosperceel (diepte 50 meter) en een braakliggend terrein (diepte 75 meter) aan de achterkant van het terrein van [bedrijf 1] gekomen, waarbij een hekwerk is doorgeknipt en een ander hekwerk is doorgeslepen;
- vervolgens is een nooddeur van het bedrijfspand van [bedrijf 1] met explosieven ‘geopend’ zodat een bedrijfshal (met daarin een zojuist gearriveerde waardetransportauto) door de daders, met automatische wapens bewapend en met bivakmutsen op, kon worden betreden;
- de daders hebben rolcontainers met sealbags opengeslepen, sealbags met daarin geld in tassen gedaan en brandgesticht aan en nabij voornoemde auto, waarin zich twee medewerkers van [bedrijf 1] hadden verschanst;
- één van de daders heeft op de parkeerplaats van [bedrijf 1] een metalen voorwerp achtergelaten;
- de [straatnaam 1] (een weg die aan de achterzijde van het bedrijfspand van [bedrijf 1] ligt) loopt ter plaatse parallel aan de snelweg A58, en bevindt zich, zo blijkt ook uit openbare bronnen, aan de zijde van de rijbaan richting Tilburg;
- vanaf de [straatnaam 1] is er direct zicht op het knooppunt [knooppunt] van de autosnelweg A58 en A2;
- nabij voornoemde dwarsbalk aan de [straatnaam 1] zijn in de groenstrook profielen van bandensporen aangetroffen;
- in de directe nabijheid is een onderdoorgang van de snelweg A58 gelegen, waarbij zich aan het eind van deze onderdoorgang bandensporen bevonden naar een schuinoplopend talud. Uit deze bandensporen volgt het beeld dat ter plaatse een voertuig met hoge snelheid naar rechts richting het talud is opgedraaid;
- bovenaan het talud is, in de vangrail van de snelweg A58 ter hoogte van hectometerpaal 13.7, een doorgang van ongeveer 2,5 meter breed gemaakt aan de zijde van de rijbaan richting Eindhoven en in de berm van die rijbaan zijn eveneens bandensporen aangetroffen;
- tussen 23.05 uur en omstreeks 23.10 uur is door [getuige 6] (die de oprit van de snelweg A58 bij het knooppunt [knooppunt] in de richting van Eindhoven opreed) gezien dat er ter plaatse een auto aan de verkeerde kant van de vangrail in zijn richting reed, een draai maakte waarna de auto recht voor de vangrail stond, een stukje achteruit reed en wederom vooruit in de richting van de snelweg reed. Op de ringweg richting afslag Eindhoven Airport (
- door [getuige 5] is ter hoogte van hectometerpaal 13.7 rechts (
- [getuige 5] heeft auto’s die hem passeerden in de gaten gehouden en het enige dat getuige is opgevallen is de BMW en verder geen snelle auto’s;
- het hof stelt vast dat het een feit van algemene bekendheid is dat via de N2 de snelweg A67 bereikt kan worden; dat is de snelweg van Eindhoven naar de Belgische grens;
- ter hoogte van Eersel op een viaduct over de A67 waren twee verbalisanten in een herkenbaar dienstvoertuig aan het posten naar aanleiding van de overval bij [bedrijf 1] ;
- de verbalisanten zagen een zwarte BMW X6 de afrit Eersel (met hoge snelheid) nemen en zij hebben de achtervolging (ook met optische- en geluidssignalen) ingezet. De verbalisanten zagen dat deze BMW X6 okerkleurig zand of vuiligheid aan de zijkant van de auto had, alsof het voertuig door een zandpad had gereden. De BMW X6 trachtte aan hen te ontkomen en reed op de N397 richting Bergeijk (
- op 22 mei 2013 is in [plaats 3] (België) een zwarte BMW X6 inbeslaggenomen, waarvan op grond van sporenonderzoek buiten twijfel vaststaat dat dat de zwarte BMW X6 betreft die de bewuste avond in Best vanuit het talud nabij het knooppunt [knooppunt] via de in de vangrail gecreëerde doorgang de N2 is opgereden;
- de in voornoemde BMW X6 aangetroffen huls en drie hulzen van munitie waarmee na een (poging tot) overval in de nacht van 2 op 3 april 2013 op het hoofdkantoor van [bedrijf 5] te [plaats 4] ( Luxemburg) op de politie is geschoten zijn met hetzelfde vuurwapen verschoten;
- het metalen voorwerp dat op de parkeerplaats van [bedrijf 1] is aangetroffen is een dwarsbuis van een vangrail, terwijl op de plaats van de in de vangrail op de A58 gecreëerde vluchtroute alle onderdelen van die weggehaalde vangrail zijn aangetroffen, behalve een dwarsbuis. Het kan dan ook, naar het oordeel van het hof, niet anders zijn dan dat die dwarsbuis van die vangrail afkomstig is.
een miljoen keer (arcering hof)waarschijnlijker zijn als de hypothese dat de bemonstering celmateriaal van de verdachte en een of twee willekeurige onbekende perso(o)n(en) bevat waar is dan als de hypothese dat de bemonstering celmateriaal van twee of drie willekeurige personen bevat. In voornoemd rapport van Whitaker heeft hij hierover het navolgende gerapporteerd: “Uit het ontvangen papierwerk lijkt het alsof ‘een miljoen keer’ wordt gerapporteerd als laboratoriumspecifieke maximumdrempel. De werkelijk berekende LR is
100 miljoen(arcering hof) voor de driepersoonsafname en
meer dan een miljard(arcering hof) voor de tweepersoonsaanname”.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
gevangenisstrafvoor de duur van
11 (elf) jaren en 6 (zes) maanden.
€ 7.643,00 (zevenduizend zeshonderddrieënveertig euro) als vergoeding van immateriële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 20 maart 2013 tot aan de dag der algehele voldoening en bepaalt dat de verdachte met zijn mededader(s) hoofdelijk voor het gehele bedrag aansprakelijk is.