De bewindvoerder voert in het verweerschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling het volgende aan.
De bewindvoerder betwist uitdrukkelijk dat zij ernstig tekort schiet in de nakoming van haar taken/verplichtingen. Zij spant zich maximaal in om het dossier van de rechthebbende ‘tot een goed einde te brengen’. De bezwaren van de rechthebbende komen er hoofdzakelijk op neer dat zijn ‘extra geldverzoeken’ (grotendeels) worden afgewezen. De enige reden dat er niet (altijd) voldaan kan worden aan deze ‘extra geld verzoeken’ is dat daar geen financiële ruimte voor aanwezig is. De betaling van de vaste lasten verloopt stabiel. Er is sprake van een problematische schuldenlast. Tegenover deze schuldenlast staat een relatief laag inkomen. Bij ieder ‘extra geld verzoek’ dient de bewindvoerder te beoordelen of er wel voldoende geld is om aan dit verzoek te voldoen en of daartoe ook echt een noodzaak bestaat. De betaling van de vaste lasten en de reeds bestaande schuldeisers gaan in beginsel voor op de ‘extra geldverzoeken’. De bewindvoerder maakt in dat kader geen onjuiste belangenafweging, maar vervult haar taak/plicht als bewindvoerder en dit vormt daarom ook geen reden voor ontslag. De bewindvoerder betwist dat de ‘extra geld verzoeken’ via maatschappelijk werk moeten worden ingediend.
De bewindvoerder erkent dat de door haar getroffen betalingsregeling van € 75,- per maand in combinatie met het beslag op de uitkering van de rechthebbende iets te hoog is. Zij heeft per ommegaande actie ondernomen om dit recht te trekken. De teveel betaalde aflossingen zijn op de beheerrekening teruggestort en worden nu gebruikt voor de extra geldverzoeken.
De rechthebbende krijgt leefgeld ter hoogte van € 50,- per week, waarmee hij in zijn levensonderhoud moet kunnen voorzien. De hoogte van dit weekgeld is vastgesteld op basis van de hoogte van het inkomen van de rechthebbende, de te betalen vaste lasten en de af te lossen schulden.
Maatschappelijk werk ondersteunt de bewindvoerder in moeilijke zaken. De rechthebbende is inmiddels toegelaten tot de MSNP. Ook heeft de bewindvoerder fondsen aangeschreven voor de tandartskosten van de rechthebbende.
Een goede samenwerking tussen de bewindvoerder en de rechthebbende is nog steeds mogelijk. De bewindvoerder doet er alles aan om de communicatie met de rechthebbende zo goed mogelijk te laten verlopen en betrekt daarbij ook de maatschappelijk werker. De maatschappelijk werker heeft zich op enig moment als contactpersoon van de rechthebbende opgeworpen; hierdoor verloopt de communicatie ook makkelijker. De bewindvoerder betwist dat er sprake is van communicatieproblemen. Tijdens de aangegeven kantoortijden kan met de bewindvoerder worden gecommuniceerd. Daarnaast is het voor de rechthebbende ook mogelijk om per e-mail of telefonisch een verzoek in te dienen bij de bewindvoerder. Ook komt de bewindvoerder op verzoek bij cliënten thuis. De moeizame communicatie ligt met name bij de rechthebbende zelf.
De bewindvoerder verzet zich tegen het ontslag. Het ontslag zal er niet toe leiden dat er extra ruimte ontstaat in het budget van de rechthebbende. Bovendien heeft de bewindvoerder het dossier van de rechthebbende op 1 april 2019 overgenomen van [voormalig bewindvoerder] . De samenwerking tussen [voormalig bewindvoerder] en de rechthebbende was toen ook niet (meer) mogelijk vanwege moeizame/ slechte communicatie.