Uitspraak
appellante, hierna: [X] ,
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling in hoger beroep
3.4. [Y] heeft schriftelijke bescheiden in het geding gebracht die zijn opgemaakt om de (kennelijk volgens haar relevante) gegevens met betrekking tot het spuiten schriftelijk vast te leggen. In deze bescheiden ontbreken echter de tijdstippen waarop of waartussen is gespoten. [X] , die niet bekend was en kon zijn met die tijdstippen, zou in een onredelijk zware bewijspositie geraken wanneer hij volgens de hoofdregel van artikel 150 Rv met het bewijs van de tijdstippen zou worden belast. Daarom is het hof van oordeel dat de eisen van redelijkheid en billijkheid in dit bijzondere geval behoren mee te brengen dat [Y] de tijdstippen waarop of waartussen is gespoten bewijst. [Y] zal hiertoe in de gelegenheid worden gesteld.