Uitspraak
Parketnummer: 20-000976-21
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 8 november 2020 tot en met 7 februari 2021 te [plaats] , althans in Nederland, zijn levensgezel, [benadeelde partij] , heeft mishandeld door
hij op of omstreeks 7 februari 2021 te [plaats] , althans in Nederland, opzettelijk en wederrechtelijk
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 7 februari 2021, pagina 3-6;
- de bekennende verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 9 april 2021.
- het proces-verbaal van aangifte d.d. 8 maart 2021, pagina 3-4;
- de bekennende verklaring van de verdachte zoals afgelegd ter terechtzitting in eerste aanleg d.d. 9 april 2021.
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
2 (twee) weken.
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt of de verdachte gedurende de proeftijd van 2 (twee) jaren ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit geen medewerking heeft verleend aan het nemen van een of meer vingerafdrukken of geen identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage heeft aangeboden of geen medewerking heeft verleend aan het reclasseringstoezicht, bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht, de medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang als de reclasseringsinstelling dit noodzakelijk acht daaronder begrepen, dan wel de hierna te noemen bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd:
taakstrafvoor de duur van
40 (veertig) uren, indien niet naar behoren verricht te vervangen door
20 (twintig) dagen hechtenis.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Beveelt dat de opgelegde maatregel dadelijk uitvoerbaar is.
Vordering van de [benadeelde partij]
€ 190,26 (honderdnegentig euro en zesentwintig cent) ter zake van materiële schade, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.