Uitspraak
,
[minderjarige], geboren op [geboortedatum ] 2011 te [geboorteplaats], hierna te noemen [minderjarige].
Raad voor de Kinderbescherming,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak gaat het om een hoger beroep van de moeder tegen een beschikking van de rechtbank Oost-Brabant van 16 september 2021. De moeder verzocht om vervangende toestemming om met haar minderjarige kind, geboren in 2011, naar Duitsland te verhuizen en het kind daar in te schrijven in de Basisregistratie Personen. Tevens vroeg zij toestemming om het kind in te schrijven op een basisschool in Nederland. De vader verzocht om afwijzing van deze verzoeken en om ieder van partijen de eigen kosten te laten dragen. Tijdens de mondelinge behandeling op 21 februari 2022 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht, bijgestaan door hun advocaten. Na een schorsing hebben partijen aangegeven mediation te willen proberen. Uiteindelijk hebben zij overeenstemming bereikt, welke is vastgelegd in een ondertekende vaststellingsovereenkomst. Het hof heeft deze overeenkomst aan de beschikking gehecht en de eerdere beschikking van de rechtbank vernietigd, met uitzondering van de beslissing over de proceskosten. Het hof heeft bepaald dat iedere partij de eigen kosten draagt en heeft het meer of anders gevorderde afgewezen.