ECLI:NL:GHSHE:2022:1812

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
1 juni 2022
Publicatiedatum
8 juni 2022
Zaaknummer
20-000521-21
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen vonnis van de politierechter inzake diefstal met geweld

In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, waarbij de verdachte is veroordeeld voor diefstal met geweld. De politierechter had de verdachte een gevangenisstraf van vier maanden opgelegd, met aftrek van voorarrest, en de benadeelde partij niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering tot schadevergoeding. De verdachte heeft hoger beroep ingesteld, waarbij hij primair vrijspraak bepleit en subsidiair een straftoemetingsverweer heeft gevoerd. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft het hof de verklaringen van de verdachte en de benadeelde partij beoordeeld. De verdachte stelde dat hij zijn eigen telefoon terugpakte van de aangever, terwijl de aangever beweerde dat zijn telefoon was gestolen. Het hof heeft de verklaring van de verdachte als ongeloofwaardig terzijde geschoven, onder verwijzing naar de beelden van het voorval en de verklaring van een onafhankelijke getuige. Het hof heeft geconcludeerd dat de diefstal met geweld bewezen kan worden en heeft het vonnis van de politierechter bevestigd. De uitspraak is gedaan op 1 juni 2022.

Uitspraak

Parketnummer : 20-000521-21
Uitspraak : 1 juni 2022
TEGENSPRAAK

Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof

's-Hertogenbosch

gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Oost-Brabant, zitting houdende te ’s-Hertogenbosch, van 24 februari 2021, in de strafzaak met parketnummer 01-041247-21 tegen:

[verdachte],

geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum],
wonende te [adres 1].
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep heeft de politierechter het tenlastegelegde bewezenverklaard, dat gekwalificeerd als ‘diefstal, vergezeld of gevolgd van geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal gemakkelijk te maken of om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren’, de verdachte deswege strafbaar verklaard en hem veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden met aftrek van voorarrest. Voorts is de [benadeelde partij] niet-ontvankelijk verklaard in de vordering tot schadevergoeding.
Namens de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
De benadeelde partij heeft haar vordering in hoger beroep wel gehandhaafd.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door en namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het vonnis van de politierechter zal bevestigen.
Namens de verdachte is primair vrijspraak bepleit. Subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, met aanvulling van de gronden alsmede met aanvulling van de door de politierechter aangehaalde wetsartikelen.
Aanvulling bewijsoverweging
In hoger beroep is van de zijde van de verdachte aangevoerd dat de verdachte heeft verklaard dat hij niet de telefoon van aangever heeft afgepakt, maar zijn eigen telefoon heeft teruggepakt die hij eerder aan aangever had uitgeleend. Bij het terugpakken van zijn eigen telefoon uit de handen van aangever is er geen sprake van diefstal met geweld. Voorts is de verdediging van mening dat de verklaring van aangever als ongeloofwaardig ter zijde moet worden geschoven gelet op de gemoedstoestand van de aangever ten tijde van het doen van de aangifte. De verdediging acht de verklaring onbetrouwbaar nu aangever die dag flink had gedronken. De verdediging haalt dit uit de beelden alsmede uit het verhoor van de aangever bij de rechter-commissaris waar aangever verklaarde niets meer van die dag te weten. Voorts heeft aangever bij de aangifte gesproken over de diefstal van een Samsung A9 en heeft hij bij zijn verzoek tot schadevergoeding een factuur van een Samsung A51 overlegd. Gelet op het vorenstaande is de verdediging van mening dat de verdachte dient te worden vrijgesproken.
Het hof overweegt hiertoe als volgt.
Het hof schuift de verklaring van de verdachte als ongeloofwaardig ter zijde gelet op het late moment waarop de verdachte heeft verklaard, gelet op hetgeen op de beelden is te zien en gelet op de verklaring van [getuige]. De verdachte heeft pas voor het eerst verklaard bij de politierechter waardoor het lastiger wordt om zijn verhaal te verifiëren. Voorts is op de beelden te zien dat de verdachte aan aangever een boks geeft op het moment dat ze elkaar treffen en er in het begin gemoedelijk met elkaar wordt gesproken. Op enig moment slaat de sfeer om en pakt de verdachte de telefoon uit de handen van de aangever waarna hij wegrent. De verklaring van de verdachte dat hij op een eerder moment zijn eigen telefoon aan aangever had uitgeleend is niet op de beelden waar te nemen en bovendien heeft verdachte dit alternatieve scenario voor het eerst naar voren gebracht ter zitting van de politierechter. Voorts is er sprake van een onafhankelijke getuige te weten [getuige], werkzaam als beveiliger bij [bedrijf], in welke functie hij op 13 februari 2021 werkte bij de [supermarkt], [adres 2]. Deze getuige heeft verklaard dat er omstreeks 18.50 uur – zeer kort nadat de telefoon uit de handen van aangever was gegrist – aangever de winkel (te weten de [supermarkt]) in kwam en riep dat hij beroofd was van zijn telefoon. Daarmee ondersteunt deze getuige de verklaring van aangever; om die reden is het hof van oordeel vat de aangifte betrouwbaar is. Dit alles maakt naar het oordeel van het hof dat het verweer van de verdediging dient te worden verworpen en dat de diefstal met geweld kan worden bewezen.
Het hof verwerpt het verweer.
Aanvulling van de toepasselijke wettelijke voorschriften
Het hof vult de door de rechtbank aangehaalde artikelen aan met 63 van het Wetboek van Strafrecht, zoals dat ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens gold dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens geldt.

BESLISSING

Het hof:
bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. O.A.J.M. Lavrijssen, voorzitter,
mr. K.J. van Dijk en mr. O.M.J.J. van de Loo, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. R.M. Gloudemans, griffier,
en op 1 juni 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
Mr. O.A.J.M. Lavrijssen en mr. O.M.J.J. van de Loo zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.