Volgens de vrouw is er voor haar en de kinderen sprake van een onveilige situatie wegens agressief gedrag en drugsgebruik door de man. Verder betoogt zij dat zij altijd degene is die de kinderen verzorgt, naar school brengt en alle kosten, waaronder de huur, betaalt. Daar komt bij dat de vrouw werkt en de man geen arbeid verricht. Dit maakt volgens de vrouw dat het alleenrecht over de huurwoning haar dient toe te komen.
De man betwist uitdrukkelijk dat hij zich heeft misdragen.
Het hof constateert dat de vrouw, tegenover deze gemotiveerde betwisting door de man, heeft nagelaten de gestelde agressie en drugsgebruik met concrete feiten en omstandigheden te onderbouwen. Niet alleen ontbreekt bijvoorbeeld een aangifte of mutatie bij de politie, ook anderszins zijn er geen concrete gegevens die deze stelling van de vrouw onderbouwen. Daarbij komt dat partijen in 2021 ook al een procedure hebben gevoerd over het alleenrecht van de woning, maar vervolgens gewoon samen in de gezamenlijke woning zijn blijven wonen.
Ook de stelling van de vrouw dat zij de volledige zorg over de kinderen draagt betwist de man gemotiveerd. Volgens hem draagt juist hij het grootste deel van de zorg voor de kinderen omdat de vrouw regelmatig afwezig is en in het buitenland verblijft. De man is ook de contactpersoon voor school en voor instanties. Weliswaar erkent de vrouw tijdens de mondelinge behandeling dat de man de contactpersoon voor school is, maar zij wijst erop dat dat was omdat zij gedurende de schooltijden aan het werk is.
De man betwist echter dat de vrouw een vaste baan heeft en wijst erop dat de vrouw regelmatig in Frankrijk bij een nieuwe partner verblijft. De vrouw laat na op enigerlei wijze voldoende concreet aannemelijk te maken dat zij een vast dienstverband heeft en zo ja, van welke aard en omvang. Daarbij komt dat zij erkent met het jongste kind van partijen enige weken in Frankrijk te hebben verbleven en dat de man in deze periode op de andere kinderen paste. Het hof leidt hieruit af dat de vrouw de zorg voor de twee oudste kinderen gedurende haar verblijf in Frankrijk kennelijk wel aan de man toevertrouwt. Dit strookt niet met de beweringen van de vrouw dat de man agressief gedrag vertoont en drugs gebruikt.
Bovendien heeft de man door middel van onderliggende stukken aangetoond dat hij, anders dan de vrouw aanvoert, wel degelijk meebetaalt aan de huur van de woning doordat zijn deel van de huurkosten wordt ingehouden op zijn bijstandsuitkering. Uit de door de man overgelegde stukken is onder meer gebleken dat partijen in samenspraak met de gemeente een overeenkomst hebben opgesteld waarin partijen zijn overeengekomen dat de huurlasten door partijen worden gedeeld. Verder blijkt uit deze stukken dat de gemeente hulp heeft aangeboden om tot een duurzame oplossing te komen.
Gelet op alle voormelde omstandigheden in onderlinge samenhang bezien heeft de vrouw tegenover de gemotiveerde betwisting door de man onvoldoende concrete feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan moet worden aangenomen dat er gronden zijn voorlopig aan de vrouw het alleenrecht van de woning te doen toekomen. Het had op de weg van de vrouw gelegen om nader te onderbouwen dat er sprake is geweest en nog steeds is van een onveilige situatie althans anderszins sprake is van een situatie die toewijzing van de gevraagde voorziening rechtvaardigt. Voor een nader, uitgebreid onderzoek naar de feiten is in een kort geding procedure geen plaats, nog daargelaten de vraag of de vrouw voldoende heeft gesteld om tot een beoordeling van een eventueel bewijsaanbod toe te komen.