6.2.Het gaat in deze zaak om het volgende.
( a) Delftsestraat exploiteert in [vestigingsplaats] een café en een poppodium onder de naam “ [[ X ]] ”. [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] zijn (middellijk) bestuurder van Delftsestraat. Warsteiner is een bierleverancier.
( b)
De offerte
(b1) Op 18 december 2014 heeft Warsteiner aan [geïntimeerden] een voorstel gedaan met betrekking tot de exclusieve afname door [geïntimeerden] van bier van Warsteiner. Deze offerte houdt in dat Warsteiner op basis van bruikleen aan [[ X ]] een biertapinstallatie ter beschikking zal stellen, reclamemateriaal en glaswerk. Daarnaast zal Warsteiner een renteloze lening van € 300.000,00 ter beschikking te stellen, die volgens de offerte een looptijd zal hebben “
van vijf achtereenvolgende jaren”. De jaarlijkse aflossing zal € 120,00 per afgenomen en betaalde hectoliter Warsteiner bier en € 50,00 per afgenomen en betaalde hectoliter König Ludwig bier bedragen.
De offerte vermeldt tevens een staffelbonus, die zal worden verstrekt zodra het krediet is afgeschreven, en de bereidheid van Warsteiner tot het verstrekken van een marketingbijdrage.
(b2) Daarnaast vermeldt de offerte:
“(..) Mede op uw aangeven gaan wij uit van een totale jaarvolume van 2.000 hectoliter Warsteiner (..) tankbier (..)
Als tegenprestatie uwerzijds geldt een exclusieve leverantieafspraak voor de bieren van Warsteiner Brauerei, gedurende de periode van 5 achtereenvolgende jaren danwel tot dat het volledige krediet is afgeschreven, (..)
Op basis van een totaal jaarvolume van 2.000 hectoliter Warsteiner (..) tankbier voor een samenwerking van 5 jaar, committeert[ [[ X ]] ]
zich aan 10.000 hectoliter Warsteiner (..) tankbier. (..)”
( c) Partijen hebben vervolgens in mei en juni 2015 diverse overeenkomsten gesloten. Voor deze procedure zijn van belang (i) de geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst van 21 mei 2015, (ii) de reclame- en sponsorovereenkomst van 21 mei 2015, (iii) de bruikleenovereenkomst tankbier van 21 mei 2015, (iv) de bruikleenovereenkomst buitenreclame van 21 mei 2015 en (v) de afspraken met Revolt Evenementen B.V. (Revolt) vervat in de brief van 3 juni 2015.
( d)
De geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst van 21 mei 2015
(d1) De geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst strekt tot de terbeschikkingstelling van een renteloze lening van € 300.000,00 door Warsteiner aan [geïntimeerden]
In artikel 3 is met betrekking tot de aflossing van de verstrekte lening bepaald:
“
Gedurende de afname van Warsteiner Tankbieren overeenkomstig de bepalingen genoemd in dit contract zal Warsteiner Benelux jaarlijks het krediet per afgenomen en betaalde hectoliter Warsteiner Tankbier met een bedrag conform onderstaande staffel afschrijven, ingaande 01-05-2015, voor het eerst per 31-12-2015.
(..)
Een vervroegde terugbetaling van het krediet, ook al vindt deze plaats in deelbedragen,[brengt]
géén wijziging teweeg in de verplichting, zoals aangegeven in Art. 5 om bier te kopen, tenzij in dit contract of enige andere schriftelijke vorm iets anders bepaald wordt.
Bij de afloop van de in dit contract overeengekomen maximale grens van de verplichting tot afname van bieren en daarmee gepaard gaande beëindiging van het afnemen van de bieren van Warsteiner Benelux dienen nog bestaande resterende schulden op grond van de kredietverlening door de contractpartner onverwijld en zonder opschorting of verrekening afgelost te worden.”
(d2) Artikel 5 – “Verplichting tot het kopen van bier” – bepaalt met betrekking tot de afnameverplichting:
“Als tegenprestatie voor het ter beschikking gestelde krediet staat de contractpartner ervoor in, dat in alle huidige of toekomstige ruimten van zijn horecagelegenheid (..) uitsluitend en ononderbroken de door Warsteiner Brauerei (…) geproduceerde, resp. gedistribueerde biersoorten (..) verkocht worden (..) voor de periode van vijf achtereenvolgende jaren, ingaande per datum ondertekening van deze overeenkomst, uitgaande van een gezamenlijk overeengekomen totale afname van ten minste 10.000 hectoliter tapbier met een minimale ondergrens van 2.000 hectoliter per kalenderjaren wel tot het krediet op overeengekomen wijze volledig afgelost zal zijn,
(…)
Bij inbreuk op de exclusieve afnameverplichtingen (..) betaalt de contractpartner aan Warsteiner Benelux op verzoek van deze voor elke van anderen of niet afgenomen hectoliter bier een gefixeerde schadevergoeding ter hoogte van EUR 45,00.”
(d3) Artikel 8 handelt over opzegging van de overeenkomst. De laatste paragraaf daarvan bepaalt:
“
Als de afzet van Warsteiner tapbieren van jaarlijks 2.000 hectoliter meer dan 20% onder de gemeenschappelijke afnameafspraak ligt, kan Warsteiner het krediet (..) opzeggen (..)”
(d4) Aan het einde van het contract wordt verwezen naar de Algemene Voorwaarden van Warsteiner, aldus dat wordt vermeld dat deze toepasselijk zijn, afgedrukt staan op de achterzijde, aan [geïntimeerden] ter hand zijn gesteld en op aanvraag verkrijgbaar zijn.
Artikel 7 van deze Algemene Voorwaarden bepaalt onder meer:
“(..) Alle betalingen dienen te geschieden zonder korting, verrekening, opschorting of andere inhoudingen”.
(e )
De reclame en -sponsorovereenkomst van 21 mei 2015
(e1) In de overwegingen van deze overeenkomst is opgenomen:
“
in aanmerking genomen dat:
(…)
(..)[ [geïntimeerden] ]
met Warsteiner een samenwerking aan zal gaan voor de duur van vijf achtereenvolgende jaren middels een separaat af te sluiten overeenkomst van geldlening met bierafnameverplichting.
(..)[ [geïntimeerden] ]
Warsteiner heeft verzocht gedurende deze periode van vijf jaar eveneens een zgn. “marketingbijdrage” ad EUR 100.000,00 ter beschikking te stellen voor diverse reclame uitingen aan te brengen in/op/om bovengenoemde horeca-exploitatie alsmede marketing activiteiten wil ontplooien”
(e2) Artikel 1 bepaalt voor zover van belang:
“
Warsteiner Benelux zal in samenspraak met relatie gedurende de looptijd van deze overeenkomst de volgende uitingen c.q. branding verkrijgen:
(…)
Alle kosten voor het realiseren van bovengenoemde uitingen zijn voor rekening van Warsteiner.
(…)
Wordt aan bovenstaande verplichtingen voldaan is Warsteiner bereid relatie ineens een bedrag van EUR 100.000,00 ter beschikking te stellen als zijnde “marketingbijdrage” voor de periode gelijklopend aan de separaat af te sluiten geldlening.”
(e3) In artikel 2 is opgenomen:
“Indien op enig moment (…) en/of de separaat afgesloten overeenkomst van geldlening met bierafname verplichting komt voortijdig tot een einde is Warsteiner Benelux gerechtigd deze overeenkomst per direct op te zeggen en de reeds betaalde marketing bijdrage naar rato terug te vorderen. Het terug te vorderen saldo zal in overleg met relatie worden bepaald echter Warsteiner kan besluiten hiervan af te wijken en het saldo eenzijdig bepalen als partijen niet tot overeenstemming komen. Terug te betalen bedragen zijn alsdan per direct en zonder opschorting of verrekening verschuldigd.”
( f)
De bruikleenovereenkomsten van 21 mei 2015
(f1) Op grond van de “Aanvraag bruikleenverstrekking tankbier c.q. bruikleenovereenkomst” zijn aan [geïntimeerden] een “complete bier/tankbierinstallatie” en “diverse klein- en montagemateriaal” om niet ter beschikking gesteld. Met betrekking tot de waarde van de installatie is in artikel 1 bepaald dat de geschatte waarde € 100.000,00 bedroeg, maar dat de werkelijke factuurwaarde hiervan af kan wijken.
Artikel 5 bepaalt met betrekking tot de verplichtingen van partijen na opzegging van de overeenkomst:
“Na opzegging van deze overeenkomst heeft Warsteiner de keuze om:
a.
a) de tankbier-installatie uit het pand te verwijderen in welk geval zijn de kosten wegens desinvestering, verwijdering en ontmanteling voor rekening van bruiklener zijn.
b) de tankbier-installatie in rekening te brengen bij bruiklener tegen een koopprijs gelijk aan de factuurwaarde verminderd met een afschrijving van acht procent voor elk verstreken jaar na ingangsdatum van deze (bruikleen)overeenkomst, met een minimum koopprijs van EUR 1.500,00 per geplaatste biertank.”
(f2) Aan [geïntimeerden] zijn verder diverse buitenreclamematerialen ter beschikking gesteld.
Artikel 5 van deze bruikleenovereenkomst bepaalt met betrekking tot de verplichtingen van partijen na opzegging van de overeenkomst:
“
Bij het einde van deze overeenkomst dient de bruiklener de goederen aan te kopen tegen de oorspronkelijke factuurwaarde inclusief installatiekosten zoals vermeld in artikel 1 verminderd met een afschrijving van 10% voor elk verstreken jaar na ingangsdatum van deze (bruikleen)overeenkomst. Of wel bij einde van deze overeenkomst ter keuze van Warsteiner Benelux de goederen in onbeschadigde staat te retourneren waarbij de hieraan verbonden demontage- en/of transportkosten voor rekening van bruiklener zijn.”
( g) [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] zijn tevens (middellijk) aandeelhouders van Revolt. Revolt organiseert afzonderlijke evenementen. Over de afname van bier door Revolt hebben Warsteiner en [geïntimeerden] afspraken gemaakt. Bij brief van 3 juni 2015 inhoudende “Aanvullende afspraken” heeft Warsteiner aan [geïntimeerde 2] en [geïntimeerde 3] bericht:
“
Naar aanleiding van het gesprek met [persoon A] d.d. 20 mei jongstleden bevestigen wij u als volgt:
Naast hetgeen staat beschreven in overeenkomst van afschrijvingslening d.d. 21 mei 2015 zullen de door Revolt Evenementen BV afgenomen en betaalde hectoliters Warsteiner Tankbier, (…) worden opgeteld en meegenomen in de afschrijving van het saldo van de afschrijvingslening ad EUR 300.000,00. Hiertoe zullen wij één centraal account aanmaken. Deze overeenkomst is in onze administratie bekend onder [contractnummer] . (..)”
Vanzelfsprekend zullen wij 1 jaar voor het einde van de afnameverplichting opnieuw met u in overleg treden omtrent de verdere samenwerking. (..)”
( h) Warsteiner heeft de afname van hectoliters Warsteiner bier door Revolt, zoals toegezegd in de brief van 3 juni 2015, bij de aflossing van de afschrijvingslening in aanmerking genomen.
( i) Warsteiner heeft op 24 september 2015 € 100.000,00 als marketingbijdrage aan Delftsestraat c.s. voldaan.
( j) Warsteiner heeft in 2016 en 2017 sponsoring in geld, bezoekersvergoedingen en kosteloze levering van materialen, kleding, bekers, overkappingen en tenten ter beschikking gesteld aan Revolt.
( k) Conform de afspraken omtrent de afschrijving in artikel 3 van de geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst is de lening van € 300.000,00 per 31 december 2017 c.q. 12 februari 2018 in haar geheel door [geïntimeerden] afgelost.
( l) Warsteiner heeft per 1 januari 2018 de samenwerking met Revolt beëindigd wegens het niet meer faciliteren van afzonderlijke evenementen. In reactie op deze beëindiging schreef [geïntimeerde 2] aan Warsteiner het hiermee niet eens te zijn:
“
Hierdoor ben ik niet meer in staat mijn contract verplichtingen met[ [[ X ]] ]
na te leven.”
( m) Warsteiner reageerde hierop onder meer als volgt op 10 januari 2018:
“(..) Kijkende naar de overeenkomsten:
De overeenkomsten aangaande de evenementen die vallen onder Revolt staan los van (..) [[ X ]]
Er is enkel afgesproken dat de afgenomen en betaalde hectoliters van de evenementen worden opgeteld bij de afnames van [[ X ]] .
(..)”
( n) [geïntimeerde 2] antwoordde op 12 februari 2018:
“
(..) De overeenkomsten van Revolt en [[ X ]] staan weliswaar los van elkaar maar zijn ook met elkaar verbonden. Ik heb immers tijdens het contract van [[ X ]] jouw side letter voor Revolt getekend waarbij de omzet van Revolt bij de omzetverplichting van[ [[ X ]] ]
wordt geteld. (..)
Ik stel voor dat we de verplichting van[ [[ X ]] ]
tot verkoop van tenminste 10000 hectoliter Warsteiner bier verlagen naar 5000 hectoliter Warsteiner bier. (..)”
( o) Bij brief van 29 mei 2018 heeft [geïntimeerde 2] namens [[ X ]] “de overeenkomst” met Warsteiner opgezegd tegen 30 juni 2018 wegens de eenzijdige beëindiging door Warsteiner van de samenwerking met Revolt. [geïntimeerde 2] verwees hierbij naar zijn voorstellen van 12 februari 2018, waarop Warsteiner niet had gereageerd.
Warsteiner heeft de opzegging niet geaccepteerd en heeft een voorlopige voorzieningenprocedure geëntameerd. Bij vonnis van 14 augustus 2018 zijn de vorderingen van Warsteiner tot veroordeling van [geïntimeerden] tot nakoming van de exclusieve afname onder de geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst toegewezen en zijn de vorderingen van [geïntimeerden] afgewezen. Hierna heeft [geïntimeerden] conform de geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst bier van Warsteiner afgenomen tot en met 21 mei 2020.
( p) Na de aflossing van de geldlening is het bier door Warsteiner per hectoliter aan [geïntimeerden] geleverd. De (gereduceerde) hectoliterprijs van € 150,00 dient door [geïntimeerden] bij aflevering voldaan te worden.
( q) Over de betaling van de leveranties in februari en maart 2020 is discussie ontstaan tussen partijen. Warsteiner heeft ter zake aan [geïntimeerden] een factuur van € 9.890,54 gezonden, die onbetaald is gebleven.
( r) Vanwege Coronamaatregelen is [[ X ]] vanaf 15 maart tot juni 2020 gesloten geweest.
( s) In totaal is door [geïntimeerden] tot en met 1 september 2020 5.847,11 hectoliter bier van Warsteiner afgenomen, waarbij is opgeteld 902 hectoliter die door Revolt was afgenomen.
6.3.1.[geïntimeerden] heeft Warsteiner in rechte betrokken en heeft in conventie gevorderd,
primaireen verklaring voor recht dat de overeenkomst tussen partijen is geëindigd op 12 februari 2018, het tijdstip van de aflossing van het krediet;
subsidiaireen verklaring voor recht dat de overeenkomst is geëindigd door opzegging door [geïntimeerden] op 30 juni 2018;
meer subsidiaireen verklaring voor recht dat de tussen partijen als gevolg van de overeenkomst geldende regel dat [geïntimeerden] voor de periode van 5 jaren in totaal tenminste 10.000 hectoliter tapbier met een ondergrens van 2.000 hectoliter per jaar moet verkopen niet van toepassing is omdat dit onaanvaardbaar is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid;
uiterst subsidiairdat de rechtbank de duur van de overeenkomst beperkt tot 5 jaren of dat de rechtbank de overeenkomst ontbindt met ingang van 21 mei 2020 op grond van onvoorziene omstandigheden/ indien de overeenkomst op dat tijdstip wordt voortgezet omdat [geïntimeerden] nog [g]een 10.000 hectoliters bier heeft verkocht
;
meer uiterst subsidiairdat de rechtbank bepaalt dat het beding in de overeenkomst tussen partijen dat uitgaat van een gezamenlijke overeengekomen afname van ten minste 10.000 hectoliter tapbier met een minimale ondergrens van 2.000 hectoliter per kalenderjaar wegens strijd met artikel 6 Mededingingswet nietig is, dan wel dient te worden vernietigd;
alles met veroordeling van Warsteiner in de kosten.
6.3.2.Warsteiner heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Zij heeft in voorwaardelijke reconventie gevorderd, indien en voor zover de rechtbank zou oordelen dat de geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst tussentijds of door tijdsverloop van vijf jaren zou zijn geëindigd, hoofdelijke veroordeling van [geïntimeerden] tot betaling van € 92.486,25 alsook een boete van € 45,00 per niet afgenomen hectoliter, vermeerderd met handelsrente en kosten.
Tevens vorderde Warsteiner betaling van openstaande facturen ad € 9.890,54, vermeerderd met wettelijke handelsrente, alsook de buitengerechtelijke incassokosten, door haar begroot op € 869,53, vermeerderd met de wettelijke rente.
6.4.1.De rechtbank heeft in het thans bestreden vonnis de kernvraag die partijen verdeeld houdt geformuleerd als dat partijen verdeeld zijn over de vraag hoe artikel 5 van de geldleningsovereenkomst moet worden uitgelegd en of de overeenkomst voortduurt, dan wel (tussentijds) is geëindigd.
De rechtbank overwoog dat uitleg van artikel 5 met zich brengt dat de overeenkomst tussen partijen is aangegaan voor een periode van vijf jaren met ingang van 21 mei 2015, zodat deze in elk geval van rechtswege op 21 mei 2020 is geëindigd. Dat brengt ook met zich dat na 21 mei 2020 geen sprake meer is van een bierafnameverplichting, ook niet indien de minimumafname van 10.000 hectoliters niet is behaald, aldus de rechtbank. De overeenkomst is niet eerder geëindigd door de aflossing van het krediet door [geïntimeerden] , zodat de primaire vordering in conventie niet toewijsbaar is. De subsidiaire vordering is niet toewijsbaar omdat [geïntimeerden] de geldlenings-en afnameovereenkomst niet op grond van artikel 8 mocht opzeggen. De meer subsidiaire vordering is dat ook niet, omdat de eenzijdige beëindiging van de samenwerking met Revolt door Warsteiner naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar is.
Vervolgens overwoog de rechtbank dat, zoals door [geïntimeerden] is toegelicht, in de uiterst subsidiaire vordering tevens besloten ligt te verklaren voor recht dat de geldlening- en exclusieve afnameovereenkomst van rechtswege is geëindigd per 21 mei 2020. Het is dit - aldus uitgelegde - onderdeel van de uiterst subsidiaire vordering dat door de rechtbank is toegewezen: zij heeft
in conventievoor recht verklaard dat de geldlenings- en exclusieve afnameovereenkomst van rechtswege is geëindigd op 21 mei 2020 als gevolg waarvan de gevolgen van de overeenkomst tussen partijen zijn beperkt tot de hoeveelheid hectoliters Warsteiner-bier die door [geïntimeerden] tot 21 mei 2020 zijn verkocht, met veroordeling van Warsteiner in de proceskosten.
6.4.2.In reconventieheeft de rechtbank geoordeeld, voor zover in hoger beroep nog van belang, dat de vordering van Warsteiner voor bierleveranties ter hoogte van € 9.890,54 voor toewijzing in aanmerking komt, maar dat verrekening met een factuur van [geïntimeerden] van € 7.730,63 in verband met bierglazen was toegestaan, zodat [geïntimeerden] de facto werd veroordeeld tot betaling van € 2.159,91. Gezien het oordeel in conventie kan van een inbreuk door [geïntimeerden] op de exclusieve bierafnameverplichting na 21 mei 2020 geen sprake meer zijn en is [geïntimeerden] daarom geen schadevergoeding ter zake aan Warsteiner verschuldigd, aldus de rechtbank. Wel werd [geïntimeerden] veroordeeld tot het retourneren van de aan haar door Warsteiner in bruikleen gegeven artikelen.
In reconventie is [geïntimeerden] veroordeeld in de buitengerechtelijke incassokosten en de nakosten, en is Warsteiner veroordeeld in de proceskosten, alles uitvoerbaar bij voorraad.
6.5.1.Warsteiner is met 12 grieven in hoger beroep gekomen van het vonnis, zowel in conventie als in reconventie. Zij vordert - zoals in de appeldagvaarding uitgeschreven - vernietiging van het bestreden vonnis, alsnog afwijzing van de vorderingen in conventie, voor zover daaraan mocht worden toegekomen alsnog toewijzing van de voorwaardelijke reconventionele vorderingen van Warsteiner, veroordeling van [geïntimeerden] tot terugbetaling van dat wat Warsteiner ter uitvoering van het vonnis heeft voldaan, met rente en veroordeling van [geïntimeerden] in de proceskosten met nakosten en rente.
6.5.2.[geïntimeerden] heeft incidenteel hoger beroep ingesteld. Zij vordert vernietiging van het vonnis ten aanzien van rechtsoverweging 6.5. (zijnde de veroordeling van [geïntimeerden] tot betaling van € 2.159,91) en alsnog de vordering van Warsteiner tot betaling van € 9.890,54 af te wijzen. [geïntimeerden] heeft echter geen duidelijke als zodanig herkenbare grief aangevoerd, anders dan dat zij zich heeft verweerd tegen grief 11 van Warsteiner, waarin deze kwestie ook aan de orde komt. Het hof zal een en ander in rov 6.16 e.v. bespreken.