Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.[appellant] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 8075610 CV EXPL 19-4558)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
- vernietigt de huurovereenkomst tussen partijen met betrekking tot de woning aan de [adres] te [plaats 1] wegens dwaling;
- veroordeelt [appellanten] om deze woning binnen veertien dagen na betekening van dit vonnis met alle personen en goederen welke zich op of in de woning, voor zover deze niet het eigendom zijn van WonenBreburg, mochten bevinden te ontruimen en de woning in goede staat en met overgave van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van WonenBreburg te stellen;
- veroordeelt [appellanten] tot betaling van een vergoeding ter hoogte van de maandelijks verschuldigde huur vanaf de dag dat [appellanten] het gehuurde heeft gehuurd tot aan de dag dat WonenBreburg weer de gehele beschikking over het gehuurde heeft verkregen, met dien verstande dat de reeds door [appellanten] betaalde huur daarmee kan worden verrekend,
aangeboden. Naar het oordeel van het hof heeft WonenBreburg, op wie de stelplicht en bewijslast van de dwaling rust, voorshands bewezen dat de woning op basis van inschrijfduur is aangeboden en toegewezen, behoudens tegenbewijs van de kant van [appellanten] Het hof zal [appellanten] in de gelegenheid stellen bij akte te laten weten of zij van die mogelijkheid gebruik willen maken.