Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[betrokkene] ,
BESLISSING
betaling aan de Staatter ontneming van het wederrechtelijk verkregen voordeel van een bedrag van
€ 8.000,00 (achtduizend euro).
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Oost-Brabant. De zaak betreft een vordering ex artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, waarbij de rechtbank het wederrechtelijk verkregen voordeel heeft vastgesteld op € 18.374,- en een betalingsverplichting aan de betrokkene heeft opgelegd. De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen dit vonnis. Tijdens de zitting in hoger beroep heeft de advocaat-generaal gevorderd dat het hof het vonnis zou bevestigen, met uitzondering van de betalingsverplichting, en een nieuwe betalingsverplichting van € 16.374,- zou opleggen. De verdediging heeft verweer gevoerd tegen de betalingsverplichting en het aantal dagen gijzeling.
Het hof heeft het vonnis van de rechtbank bevestigd, maar de betalingsverplichting aangepast. Het hof heeft vastgesteld dat de redelijke termijn in de fase van het hoger beroep is overschreden, wat heeft geleid tot een vermindering van de betalingsverplichting met 10%. Uiteindelijk heeft het hof de betalingsverplichting vastgesteld op € 8.000,-. Het hof heeft ook de duur van de gijzeling bepaald, die ten hoogste kan worden gevorderd op 160 dagen. De beslissing is gegrond op artikel 36e van het Wetboek van Strafrecht, en het hof heeft de betrokkene de verplichting opgelegd tot betaling aan de Staat van het vastgestelde bedrag.
De uitspraak benadrukt de mogelijkheid van correcties in de betalingsverplichting op basis van conservatoir beslag, overschrijding van de redelijke termijn en de draagkracht van de betrokkene. Het hof heeft de argumenten van de verdediging niet gevolgd en heeft de betalingsverplichting gelijkgesteld aan de waarde van de in beslag genomen voorwerpen. De zaak illustreert de toepassing van de wetgeving omtrent ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel en de bijbehorende juridische procedures.