In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 31 mei 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Zeeland-West-Brabant. De verdachte was eerder veroordeeld voor het gewoonte maken van witwassen en kreeg een gevangenisstraf van 12 maanden opgelegd. In hoger beroep heeft het hof de zaak opnieuw beoordeeld, waarbij de verdediging aanvoerde dat de verdachte onder psychische druk van haar ex-partner handelde, wat leidde tot het plegen van het bewezenverklaarde feit. Het hof heeft vastgesteld dat de verdachte door geweld, vernedering en bedreiging van haar ex-partner in een situatie verkeerde waarin zij geen andere uitweg meer zag. Hierdoor werd psychische overmacht aangenomen, wat leidde tot ontslag van alle rechtsvervolging. Het hof vernietigde het eerdere vonnis en sprak de verdachte vrij van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van het bewezen verklaarde feit van witwassen van € 145.050,-, dat op 9 januari 2013 in Luxemburg in beslag was genomen. Het hof oordeelde dat de verdachte wist dat dit geld afkomstig was uit een misdrijf, maar dat haar omstandigheden haar niet strafbaar maakten.