Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Zaak met parketnummer 03-255470-20 (gevoegd):1.
hij op of omstreeks 4 juli 2020 te Roermond als degene van wie ingevolge artikel 130, tweede lid van de Wegenverkeerswet 1994, de overgifte van een op zijn naam gesteld rijbewijs was gevorderd en/of als degene van wie zijn rijbewijs was ingevorderd en aan wie dat rijbewijs niet was teruggegeven, op een weg, het Gelderseplein, een motorrijtuig, (personenauto), van de categorie of categorieën waarvoor dat rijbewijs was afgegeven, als bestuurder heeft bestuurd;
hij op of omstreeks 4 juli 2020 te Roermond als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de weg(en), de Prins Bernhardstraat, Hendriklaan, Burgemeester Rauppstraat, Julianastraat, Mauritsstraat, Gulickerstraat en/of het Gelderseplein, terwijl hij op die weg(en) werd achtervolgd door politieambtenaren, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden immers heeft verdachte
- In een viaduct, in een zeer onoverzichtelijke bocht, haalt verdachte een personenauto links in terwijl de weg was voorzien van een dubbele, doorgetrokken streep;
- De verdachte heeft hierdoor met zijn auto gedurende enige tijd op de voor het tegemoetkomende verkeer bedoelde weghelft gereden;
- Op dezelfde weg haalt verdachte, daar waar een helling in de weg zit en de weg hierdoor zeer onoverzichtelijk is, wederom een personenauto in terwijl de weg ook daar was voorzien van een dubbele, doorgetrokken streep;
- Verdachte heeft hierdoor met zijn auto gedurende enige tijd op de voor het tegemoetkomende verkeer bedoelde weghelft gereden;
- Dit deed verdachte met zodanig verhoogde snelheid dat hij van de achtervolgende politieauto vandaan reed, wandelaars de auto van de verdachte nakeken en deze vervolgens richting de politie hun duim opstaken;
- De verdachte heeft, komende vanuit de Looskade, op de kruising van de Looskade en de Roerkade een rood verkeerslicht genegeerd en is ‘gewoon’ linksaf geslagen;
- Uit het woord ‘gewoon’ leidt het hof af dat de verdachte zijn snelheid niet heeft aangepast aan het feit dat hij door rood licht reed;
- Uit het gegeven dat de verdachte op de kruising linksaf sloeg leidt het hof af dat de verdachte beide weghelften heeft gekruist;
- De verdachte heeft bij het rechtsaf slaan richting de markt wederom een rood verkeerslicht genegeerd;
- Uit Google maps en streetview leidt het hof af dat ter hoogte van het verkeerslicht, op de hoek van de Looskade en de Kraanpoort, richting de Markt, aan de, bezien vanuit verdachtes rijrichting, rechterzijde een gebouw staat dat het zicht op het verkeer in de Kraanpoort in belangrijke mate beperkt.
- De verdachte is nadat hem door de politie een stopteken was gegeven met verhoogde snelheid wegereden. Hierop is de achtervolging met zwaailicht en geluidssignalen ingezet.
- De verdachte is met hoge snelheid door de woonwijk 't Veld in Roermond gereden;
- Deze woonwijk, die in zijn geheel een 30 km/u zone is, wordt gekenmerkt door veelal smalle straten waarin auto’s voorzichtig moeten rijden om elkaar daarmee net voldoende ruimte te laten en zodoende schade te voorkomen;
- De verdachte reed op de Henriklaan zichtbaar rakelings langs een tegemoetkomende auto waar ook de politieauto nog maar net genoeg ruimte had om zonder schade langs dit voertuig te rijden;
- Bij de achtervolging reed de politie op een gegeven moment 79 km/u terwijl de auto van de verdachte daarop uitliep en derhalve met een nog hogere snelheid in deze woonwijk reed.
- De verdachte is met hoge snelheid meerdere bochten ingegaan waarvan hij diverse heeft afgesneden en bij één een beetje uitbrak.
- Op het moment van de vlucht was het wegdek nat, bestond dit (deels) uit klinkers en belemmerde geparkeerde auto’s en gebouwen het zicht op de straten die werden gekruist.
- De verdachte heeft geen enkele keer richting aangegeven.
personen;
ernstige mate schenden van deverkeersregels. In de MvT valt hierover het volgende te lezen.
ernstig verkeersgevaarlijk gedrag. Immers, daar waar de verdachte gelet op de dubbele doorgetrokken streep geacht wordt op zijn eigen weghelft te blijven rijdt de verdachte, op de momenten van inhalen, bij herhaling welbewust op de weghelft die bestemd is voor het tegemoetkomend verkeer. Als de verkeerssituatie, in het bijzonder in de situaties 1 en 2, zeer onoverzichtelijk is, het inhalen in situatie 1 in een viaduct plaatsvindt – daar waar zich aan weerszijden van de weg viaductmuren bevinden en de uitwijkmogelijkheden hierdoor naar mag worden aangenomen beperkt zijn – en, gelet op de inhaalmanoeuvres, kennelijk nog het nodige verkeer op de weg was en bovendien twee keer een rood verkeerslicht is genegeerd, dan dwingt dat tot de conclusie dat de verkeersvoorschriften bij herhaling in ernstige mate zijn geschonden. Dit doet zich des te sterker gevoelen nu iedere, afzonderlijke verkeersovertreding niet op zichzelf staat, maar gezien dient te worden in een aaneengesloten keten van ernstige verkeersovertredingen.
ernstig verkeersgevaarlijk gedrag. Immers, de verdachte reed gedurende de gehele vluchtroute met een veel te hoge snelheid door een woonwijk met smalle straten, terwijl de (klinker)straten nat waren en het zicht op kruisende wegen door geparkeerde auto’s en bebouwing in aanmerkelijke mate werd beperkt. Deze autorit is daardoor in wezen te beschouwen als een dollemansrit en dwingt dan ook tot de conclusie dat de verkeersvoorschriften bij voortduring in ernstige mate zijn geschonden.
“gericht op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels en niet op de verder liggende gevaren of gevolgen.”Het hof zal zich dan ook beperken tot de vraag of het opzet van de verdachte gericht was op het in ernstige mate schenden van de verkeersregels. Voor zover deze vraag bevestigend kan worden beantwoord is daarmee ook de eerste vraag beantwoord; heeft de verdachte een of meer verkeersregels overtreden.
ernstig verkeersgevaarlijk gedragzwaar lichamelijk letsel of levensgevaar was te duchten. Immers, de tegenligger is niet bedacht op en merkt daardoor te laat dat op zijn weghelft een auto op hem af rijdt. Ook de verdachte kan de tegenligger bij gebrek aan voldoende overzicht niet tijdig opmerken. Een frontale botsing onder deze omstandigheden – waarbij de verdachte ook nog eens met verhoogde snelheid reed – rechtvaardigt de reële vrees dat een aanrijding kan plaatsvinden en daarbij één of meer personen zwaar lichamelijk letsel kunnen oplopen of zelfs zouden hebben kunnen overlijden.
ernstig verkeersgevaarlijk gedragzwaar lichamelijk letsel of levensgevaar was te duchten. Zo is de verdachte gedurende de achtervolging rakelings langs een tegemoetkomende auto gereden. Gezien de snelheid, de weers- en lichtgesteldheid, het natte wegdek en het belemmerde zicht door gebouwen en geparkeerde auto's langs de straten, was het voor de verdachte onmogelijk geweest om op tijd te kunnen reageren op verkeer dat uit de zijstraten had kunnen komen of personen die over hadden kunnen steken. Dat dit alles rond 23:35 uur plaatsvond maakt dit niet anders. Ook dan plegen er mensen op straat te zijn. Dit rijgedrag rechtvaardigt de reële vrees dat een aanrijding zou hebben kunnen plaatsvinden en dat daarbij één of meer personen zwaar lichamelijk letsel zouden hebben kunnen oplopen of zelfs zouden hebben kunnen overlijden.
hij op 4 juli 2020 te Roermond als degene van wie zijn rijbewijs was ingevorderd en aan wie dat rijbewijs niet was teruggegeven, op een weg, het Gelderseplein, een motorrijtuig, personenauto, van de categorie waarvoor dat rijbewijs was afgegeven, als bestuurder heeft bestuurd;
hij op 4 juli 2020 te Roermond als bestuurder van een voertuig (personenauto), daarmee rijdende op de wegen, de Prins Bernhardstraat, Hendriklaan, Burgemeester Rauppstraat, Julianastraat, Mauritsstraat, Gulickerstraat en het Gelderseplein, terwijl hij op die wegen werd achtervolgd door politieambtenaren, zich opzettelijk zodanig heeft gedragen dat de verkeersregels in ernstige mate werden geschonden immers heeft verdachte
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
overtreding van artikel 9, vierde lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994.
zeer hoge mate van schuld’ – niet zijnde roekeloosheid – en geen alcoholgebruik, als oriëntatiepunt geformuleerd een gevangenisstraf voor de duur van twee maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 1 jaar. In het geval van lichamelijk letsel, tijdelijke ziekte,een gevangenisstraf voor de duur van 4 maanden en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 2 jaren en indien er sprake is van een ongeval waardoor een ander is gedood een gevangenisstraf van 8 maanden en een rijontzegging voor de duur van 3 jaren. Gelet op deze oriëntatiepunten en de verhouding tussen voornoemde strafmaxima is het hof van oordeel dat voor een overtreding van artikel 5a van de Wegenverkeerswet 1994 als uitgangspunt de oplegging van een gevangenisstraf waarvan de duur tussen een maand en 3 maanden ligt en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 1 jaar als passend kan worden geschouwd.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
6 (zes) maanden.
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
1 (één) jaar.
bevoegdheid motorrijtuigen te besturenvoor de duur van
1 (één) jaar.
gevangenisstrafvoor de duur van
14 (veertien) dagen.