Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8000447 CV EXPL 19-3567)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep met een productie (het beroepen vonnis);
- de memorie van grieven met producties 1 tot en met 4;
- de memorie van antwoord met producties 1 tot en met 11;
- het schriftelijk pleidooi, waartoe beide partijen pleitnotities hebben overgelegd.
3.De beoordeling
- a. [appellante] woont in het appartement aan de [adres] [plaats] . Dit appartement maakt deel uit van het appartementencomplex waarvoor de VvE is opgericht.
- b. De voordeur van het appartement van [appellante] bevindt zich in de buitengevel van het appartementencomplex en behoort volgens artikel 9 van de splitsingsakte tot de gemeenschappelijke zaken van het appartementencomplex, ten aanzien waarvan de VvE het beheer voert.
- c. De voordeur van het appartement van [appellante] sluit niet goed.
- d. In de notulen van de algemene ledenvergadering van de VvE van 27 november 2018 staat onder meer het volgende:
3. Voordeuren appartementen begane grond
Zoals bekend heeft [appellante] meegedeeld dat haar voordeur nog nauwelijks sluit. In de Algemene Ledenvergadering (ALV) van 27 november j.l. meldde [persoon B] dat ook zijn voordeur problemen geeft. JVM heeft meerdere offertes opgevraagd. Twee nieuwe deuren kosten tussen € 2.500,- en € 3.000,-. De firma Pero heeft de staat van beide deuren bekeken en is van mening dat vernieuwing niet strikt noodzakelijk is. Ze kunnen opnieuw worden gesteld en van tochtstrippen worden voorzien. Daarmee zou e.e.a. aanzienlijk voordeliger zijn opgelost. [persoon B] kan zich hierin vinden. [appellante] claimt echter een nieuwe deur. Mede gelet op de financiële positie van de VVE vindt het bestuur dat het advies van de deskundige moet worden gevolgd. Hierover zal het oordeel van de ALV worden gevraagd.
- f. De algemene ledenvergadering van de VvE van 28 mei 2019 heeft (met 176 stemmen voor, 11 onthoudingen en geen stemmen tegen) besloten om de voordeur van het appartement van [appellante] (en de voordeur van het appartement van [persoon B] ), overeenkomstig het advies van Pero, niet te vervangen maar opnieuw te laten stellen en van nieuwe tochtstrips te laten voorzien.
- g. Op 11 juni 2019 heeft de firma Pero aan de VvE een offerte uitgebracht voor het afstellen van de twee voordeuren en het plaatsen van tochtstrippen.
- h. Bij brief van 5 juli 2019 heeft de VvE opdracht gegeven aan de firma Pero voor het uitvoeren van de geoffreerde werkzaamheden (bij het appartement van [appellante] en bij het appartement van [persoon B] ).
- i. Bij e-mail van 5 juli 2019 heeft de VvE aan [appellante] meegedeeld dat de algemene ledenvergadering heeft besloten om de voordeur van haar appartement door de firma Pero opnieuw te laten stellen en van nieuwe tochtstrips te laten voorzien, en dat de firma Pero zich daarom op korte termijn bij [appellante] zal melden.
- j. [appellante] heeft geweigerd om herstelwerkzaamheden aan haar voordeur te laten uitvoeren.
- veroordeling van de VvE tot vervanging van de voordeur van het appartement van [appellante] , op straffe van verbeurte van een dwangsom;
- veroordeling van de VvE tot betaling van een schadevergoeding van € 660,-- ter zake extra stookkosten over de periode vanaf juli 2016.
- [appellante] kan niet worden gevolgd in haar stelling dat de VvE in de algemene ledenvergadering van 27 november 2018 heeft besloten om de voordeur van het appartement van [appellante] te vervangen (rov. 4.8).
- [appellante] heeft onvoldoende onderbouwd dat de kwaliteit van de voordeur zo slecht is dat deze niet meer kan worden hersteld (rov. 4.10, eerste drie volzinnen).
- In het verlengde daarvan moet ook de vordering ter zake gevolgschade als onvoldoende onderbouwd worden afgewezen (rov. 4.10, slotzin).
- Heeft de VvE in haar vergadering van 27 november 2018 besloten om de voordeur van het appartement van [appellante] te vervangen?
- Heeft de VvE bindend toegezegd dat de voordeur zou worden vervangen?