ECLI:NL:GHSHE:2022:1659
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing vorderingen in incident ex artikelen 351 en 235 Rv na voltooiing executie
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 mei 2022 uitspraak gedaan in een hoger beroep betreffende een incident. De vorderingen in het incident, gebaseerd op de artikelen 351 en 235 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, zijn afgewezen. De reden hiervoor is dat er geen belang meer bestond bij de vorderingen, aangezien de executie al was voltooid. De appellante, vertegenwoordigd door mr. A.J.M. van der Borst, had vorderingen ingediend tegen de curator van Funchoc Holding B.V., die werd bijgestaan door mr. Y.J. Snoep. De curator had conservatoir beslag gelegd op de woning van de appellante en haar voormalige echtgenoot, maar na de verkoop van de woning was het beslag op de overwaarde van de woning komen te rusten. De curator had het bedrag dat in depot was gehouden door de notaris, aan zichzelf laten uitbetalen, wat door de appellante als misbruik van procesrecht werd bestempeld. Het hof oordeelde echter dat de executie was voltooid en dat er geen andere executiemaatregelen waren genomen. Daarom ontbrak het vereiste belang bij schorsing van de executie. Het hof compenseerde de proceskosten, zodat elke partij de eigen kosten droeg. De hoofdzaak werd verwezen naar de rol voor het opgeven van verhinderdata en het overleggen van het procesdossier.