Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2015.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. De Jong;
- de moeder, bijgestaan door mr. Empel-Bouman en door de tolk in de Engelse taal C.G.M. Lemmen (tolknummer 2481);
- de raad, vertegenwoordigd door mevrouw [vertegenwoordiger van de raad] .
200.303.939/01 en 200.303.939/02.
3.De beoordeling
De wens van de moeder om zich weer in Tanzania te vestigen lijkt vooral te zijn ingegeven door de afgelopen periode waarin zij door het verblijf van de vader in Irak alleen verantwoordelijk is geweest voor de verzorging en opvoeding van [minderjarige] . Het is duidelijk dat deze periode voor de moeder zwaar is geweest en dat deze periode nog steeds impact op haar heeft. Het is voor [minderjarige] en de moeder dan ook van belang dat als het hof besluit dat de moeder met [minderjarige] in Nederland moet blijven wonen dat de moeder hulp zoekt bij de verwerking van deze periode. Daarnaast is het van belang dat de moeder zich inzet op het opbouwen van een netwerk in Nederland en dat zij daarbij waar nodig hulp of ondersteuning inroept.
Gelet hierop dient in hoger beroep te worden beoordeeld of het in dat geval nog steeds gerechtvaardigd is om aan de moeder vervangende toestemming te verlenen om met [minderjarige] naar Tanzania te verhuizen. In de onderhavige zaak spitst de belangenafweging zich naar het oordeel van het hof toe op een afweging tussen enerzijds het belang van de moeder om haar leven opnieuw in te richten en anderzijds het belang van [minderjarige] en de vader om contact met elkaar te hebben op een bestendige en onbelemmerde manier.
Anderzijds is er het belang van de vader die thans een actieve rol speelt in de verzorging en opvoeding van [minderjarige] en voor de helft van de tijd de zorg voor [minderjarige] draagt. Een verhuizing van de moeder met [minderjarige] naar Tanzania zal een onvermijdelijke vermindering betekenen van het contact tussen de vader en [minderjarige] .
Aangenomen dat de vader voldoende financiële middelen heeft om in de reiskosten te voorzien, dan nog is de reisafstand tussen Tanzania en Nederland te groot om een zorgregeling waarbij [minderjarige] haar ouders nagenoeg evenveel ziet in stand te houden. In het leven van [minderjarige] zijn haar ouders de belangrijkste hechtingsfiguren. Beide ouders zijn liefdevolle opvoeders en tussen partijen is niet in geschil dat beide ouders goed voor [minderjarige] zorgen. Het is in het belang van [minderjarige] dat zij deze goede band met haar beide ouders kan behouden en op een onbelemmerde manier contact met hen kan hebben. Gelet hierop is het op dit moment het meest in het belang van [minderjarige] om in Nederland te wonen waar zij haar beide ouders evenveel kan zien.
Hoewel de moeder tijdens het verblijf van de vader in Irak een periode volledig