Uitspraak
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
[verdachte] ,
Het proces-verbaal van bevindingen, doorgenummerde dossierpagina’s 9-10, voor zover inhoudende als verklaringen en bevindingen van de verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] :
het hof begrijpt: aangever [slachtoffer]) was. Ik zag dat hij twee witte kabelbinders om zijn polsen had. Ik hoorde hem zeggen dat hij was overvallen. Wij, verbalisanten, hebben het verhaal van de melder aangehoord. Hij vertelde [onder andere] het volgende:
Het proces-verbaal van aangifte, doorgenummerde dossierpagina’s 33-43, met goederenbijlage op pagina’s 44-46, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer] :
het hof begrijpt: de handgeschreven lijst op dossierpagina 49) heeft meegenomen waarop de goederen staan die uit uw woning zijn weggenomen. (…)
Het (losse) proces-verbaal van verhoor aangever d.d. 3 oktober 2017 (het hof begrijpt: 2019), met proces-verbaalnummer 33, onderzoek LB1R017097 GRAFIEK / LB1R017097, opgemaakt in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] , doorgenummerde pagina’s 1-6, voor zover inhoudende als verklaring van aangever [slachtoffer] :
Het proces-verbaal van verhoor getuige bij de raadsheer-commissaris d.d. 15 december 2021, voor zover inhoudende als verklaring van [slachtoffer] :
Het proces-verbaal sporenonderzoek, doorgenummerde dossierpagina’s 59-62, voor zover inhoudende als verklaringen van de verbalisanten [verbalisant 4] en [verbalisant 5] :
Het herzien rapport van het Nederlands Forensisch Instituut d.d. 5 maart 2018, doorgenummerde dossierpagina’s 80-83, met bijlagen op pagina’s 84-86, voor zover inhoudende als verklaring van ing. J.L.W. Dieltjes, NFI-deskundige forensisch onderzoek van biologische sporen en DNA:
De verklaring van de verdachte [verdachte] , zoals afgelegd ter terechtzitting in hoger beroep d.d. 19 april 2022:
,nu het hof het wenselijk acht dat de Staat der Nederlanden schadevergoeding aan het slachtoffer bevordert. Het hof zal daarbij bepalen dat gijzeling voor na te melden duur kan worden toegepast indien verhaal niet mogelijk blijkt, met dien verstande dat de toepassing van die gijzeling de verschuldigdheid niet opheft.
BESLISSING
gevangenisstrafvoor de duur van
57 (zevenenvijftig) maanden.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
€ 5.546,32 (vijfduizend vijfhonderdzesenveertig euro en tweeëndertig cent)bestaande uit
€ 546,32 (vijfhonderdzesenveertig euro en tweeëndertig cent) materiële schadeen
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, te vermeerderen met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
€ 5.546,32 (vijfduizend vijfhonderdzesenveertig euro en tweeëndertig cent)bestaande uit
€ 546,32 (vijfhonderdzesenveertig euro en tweeëndertig cent) materiële schadeen
€ 5.000,00 (vijfduizend euro) immateriële schade, te vermeerderen met de
wettelijke rentevanaf de hierna te noemen aanvangsdatum tot aan de dag der voldoening.
duurvan de
gijzelingop ten hoogste
62 (tweeënzestig) dagen. Toepassing van die gijzeling heft de verplichting tot schadevergoeding aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer niet op.