Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer 8300885 CV EXPL 20-400)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
Uren vervangen lampen, tv hangen en begin vloer a 6 x 25,00”. Het totaalbedrag op de factuur bedraagt € 362,33 inclusief btw.
verzuim
na oplevering, waarvan hier geen sprake is.
gezien alle werkzaamheden die op dat moment nog moesten worden verricht” niet geloofwaardig is dat [appellante] op 30 oktober 2019 een berichtje stuurde dat zij in staat was vóór 1 november 2019 die werkzaamheden te verrichten en dat daarmee slechts twee uur gemoeid zouden zijn (memorie van antwoord onder 23), maar daarmee ziet zij eraan voorbij dat het op haar weg had gelegen feiten en omstandigheden aan te voeren waaruit kan worden afgeleid dat sprake is van overschrijding van de fatale termijn als bedoeld in artikel 6:83 sub a BW. Dat heeft [geïntimeerde] evenwel nagelaten. Voor het geval [geïntimeerde] nog een beroep heeft willen doen op de situatie als bedoeld in artikel 6:80 lid 1 onder c BW (gegronde vrees dat [appellante] de overeenkomst niet verder zal nakomen) heeft zij evenmin aan haar stelplicht voldaan. Verder is gesteld noch gebleken dat [appellante] door [geïntimeerde] in gebreke is gesteld. Partijen hebben weliswaar (uitvoerig) gecorrespondeerd over de wijze waarop [appellante] uitvoering gaf aan de werkzaamheden voor [geïntimeerde] , maar daarin ontwaart het hof geen ingebrekestelling. [geïntimeerde] stelt ook niet dat de berichten zoals weergegeven in de memorie van antwoord onder 9 e.v. als zodanig moeten worden aangemerkt (integendeel wordt in deze memorie onder 17 gesteld: “(…)
was het natuurlijk volstrekt logisch dat [geïntimeerde] zonder voorafgaande ingebrekestelling de overeenkomst buitengerechtelijk heeft ontbonden voordat de oplevering zou moeten hebben plaatsgevonden.”).