Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[appellant],
Stichting Mondriaan,
de Stichting,
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 8498220 \ CV EXPL 20-2038)
2.Het geding in hoger beroep
3.De beoordeling
“Eigendomsverklaring”ter zake de persoonlijke eigendommen van [appellant] ondertekend.
“Op 17 juni 2015 en 2 juli 2015 ontving ik correspondentie waarin u aangeeft dat u wenst dat uw eigendommen worden ‘geretourneerd’. Beleid in Mondriaan is dat u zelf verantwoordelijk bent voor het ophalen van uw eigendommen.”
grieven I, II en IIIzien op de beoordeling hiervan. Deze grieven lenen zich voor gezamenlijke behandeling.
‘geretourneerd’en dat de Stichting hem heeft laten weten dat [appellant] zelf verantwoordelijk is voor het ophalen van zijn eigendommen.
“(…) Zoals afgesproken geef ik u bij deze door, dat er een vrijwilliger (…) is gevonden, die de spullen van dhr. [appellant] vanuit de (…)kliniek (…) wil vervoeren naar uw advocatenkantoor (…). Wanneer de ondertekende verklaring (machtiging) van dhr. [appellant] binnen is, hoopt de vrijwilliger contact met u op te nemen. (…)”en bij brief van 23 november 2015 heeft [persoon A] aan [appellant] te kennen gegeven:
“(…) Vandaag heb ik contact gehad met de kliniek, omdat onze vervoersvrijwilliger nog steeds niets gehoord had. Er was namelijk afgesproken, dat er contact met hem opgenomen zou worden, wanneer bekend was, waar jouw spullen waren gebleven. Mevr. [persoon B] heeft aangegeven, dat jouw spullen zijn vernietigd en haar excuses hiervoor aangeboden. Op de één of andere manier is er intern iets mis gegaan. (…).”
grief IV, waarin de hoogte en omvang van de volgens [appellant] door dit onrechtmatig handelen geleden schade aan de orde is gesteld.