ECLI:NL:GHSHE:2022:1403

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
3 mei 2022
Publicatiedatum
3 mei 2022
Zaaknummer
200.266.746_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Deskundigenonderzoek naar financiële afwikkeling na opzegging van franchiseovereenkomst

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch werd behandeld, gaat het om een hoger beroep in een geschil tussen To Concept B.V. en een geïntimeerde, handelend onder een handelsnaam. De zaak betreft de financiële afwikkeling na de opzegging van een franchiseovereenkomst. Het hof heeft eerder tussenarresten gewezen op 19 november 2019, 19 oktober 2021 en 15 februari 2022, waarin het hof partijen in de gelegenheid heeft gesteld om zich uit te laten over een voorgenomen deskundigenbericht. In het tussenarrest van 15 februari 2022 werd de vraagstelling voor de deskundige gepresenteerd, waarbij To Concept c.s. opmerkingen maakten over de formulering van de vragen. Het hof heeft vervolgens een deskundige benoemd, [deskundige 2], die de berekeningen moet uitvoeren met betrekking tot de aan de geïntimeerde toekomende bedragen. Het hof heeft de procedure verder voortgezet en een deskundigenonderzoek gelast, waarbij de deskundige de partijen in de gelegenheid stelt om opmerkingen te maken en verzoeken te doen. De kosten van het deskundigenonderzoek zijn vastgesteld op € 7.744,- inclusief btw, en partijen zijn verplicht om de helft van dit bedrag te voldoen. De zaak is verwezen naar de rol van 6 september 2022 in afwachting van het deskundigenbericht. Het hof houdt iedere verdere beslissing aan totdat het deskundigenbericht is ontvangen.

Uitspraak

GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH

Team Handelsrecht
zaaknummer 200.266.746/01
arrest van 3 mei 2022
in de zaak van

1.To Concept B.V.,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2. [appellant 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
appellanten,
verder afzonderlijk To Concept en [appellant 2] en gezamenlijk To Concept c.s.,
advocaat: mr. J.F. Bil te Oosterhout,
tegen:
[geïntimeerde] ,
handelend onder de naam [handelsnaam] ,
wonende te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
verder: [geïntimeerde] ,
advocaat: mr. H.B. de Regt te Alkmaar,
als vervolg op de tussenarresten van dit hof van 19 november 2019, 19 oktober 2021 en 15 februari 2022 in het hoger beroep van het door de kantonrechter van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, zittingsplaats Tilburg, onder zaaknummer/rolnummer 6733125 CV EXPL 18-1351 tussen partijen gewezen vonnis van 29 mei 2019.

11.Het verdere verloop van het geding

Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenarrest van 15 februari 2022;
- de akte van To Concept c.s. van 15 maart 2022.
Partijen hebben arrest gevraagd.

12.De verdere beoordeling

12.1
Bij tussenarrest van 15 februari 2022 heeft het hof partijen in de gelegenheid gesteld zich bij akte uit te laten over het voorgenomen deskundigenbericht over de berekening van de aan [geïntimeerde] toekomende bedragen. Alleen To Concept c.s. hebben van deze gelegenheid gebruik gemaakt.
12.2
To Concept c.s. hebben in hun akte opgemerkt dat in de eerste regel van rechtsoverweging 9.9 van het tussenarrest van 15 februari 2022 6.16 staat waar 6.15 is bedoeld. Dat klopt.
12.3
Het hof heeft in het tussenarrest van 15 februari 2022 de volgende vraagstelling voor de deskundige opgenomen:
Kunt u op basis van de hiervoor in rechtsoverweging 9.8 vastgestelde grondslag voor de berekening van de aan [geïntimeerde] toekomende bedragen en, met inachtneming van de hiervoor in rechtsoverweging 9.9 vermelde posten, die bedragen bepalen en zo ja, tot welke bedragen leidt die berekening?
Wat acht u verder van belang om op te merken?
[geïntimeerde] heeft hierover geen opmerkingen gemaakt. To Concept c.s. stellen voor in de tweede regel van vraag 1 toe te voegen: ‘en de door [geïntimeerde] verschuldigde kosten/vergoedingen’, om duidelijk te maken dat het gaat om het saldo van de eindafrekening. Het hof zal de toevoeging ‘per saldo’ in de vraagstelling opnemen.
12.4
Met betrekking tot de deskundigheid van de te benoemen deskundige gaan To Concept c.s. uit van ‘specifieke kennis en ervaring op het gebied van verzekeringsrecht, meer in het bijzonder met betrekking tot hetgeen gebruikelijk is met betrekking tot berekeningen van kosten en opbrengsten van tussenpersonen’. Zij achten ‘genoemde [deskundige 1] ’ in dat opzicht voldoende deskundige, maar laten na deze suggestie te voorzien van verdere gegevens. Het hof heeft daarom zelf een deskundige benaderd en [deskundige 2] bereid gevonden als deskundige op te treden.
12.5
Het hof zal iedere verdere beslissing aanhouden.

13.De uitspraak

Het hof:
13.1
bepaalt dat een deskundigenonderzoek wordt verricht naar de volgende vragen;
Kunt u, op basis van de in rechtsoverweging 9.8 van het tussenarrest van 15 februari 2022 vastgestelde grondslag voor de berekening van de per saldo aan [geïntimeerde] toekomende bedragen (de franchiseovereenkomst met inbegrip van de aanpassing van het percentage voor bestaande dossiers) en met inachtneming van de in rechtsoverweging 9.9 van dat arrest vermelde posten (€ 6.766,04 en € 532,13), die bedragen bepalen en zo ja, tot welke bedragen leidt die berekening?
Wat acht u verder van belang om op te merken?
5.2
benoemt tot deskundige ter beantwoording van deze vragen:
[deskundige 2]
Accountantskantoor [X] BV
[adres]
[telefoonnummers] ;
5.3
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige toezendt;
bepaalt dat partijen binnen één week na de datum van dit arrest (een afschrift van) de verdere processtukken aan de deskundige ter beschikking zullen stellen en alle door deze gewenste inlichtingen zullen verstrekken;
5.4
bepaalt dat de deskundige eerst met het onderzoek begint nadat daartoe van de griffier bericht is ontvangen;
bepaalt dat de deskundige bij het onderzoek –
en ten aanzien van de conceptrapportage– partijen in de gelegenheid stelt opmerkingen te maken en verzoeken te doen, en dat uit het schriftelijk bericht van de deskundige moet blijken of aan dit voorschrift is voldaan, terwijl in het bericht tevens melding wordt gemaakt van de inhoud van zodanige opmerkingen en verzoeken;
verzoekt de deskundige een schriftelijk en met redenen omkleed bericht, met een duidelijke conclusie, in te leveren ter griffie van dit hof en tegelijkertijd een afschrift van het bericht aan de advocaten van partijen toe te zenden;
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd op
drie maandennadat door de griffier is bericht dat met het onderzoek kan worden begonnen;
5.5
bepaalt het voorschot op de kosten van de deskundige op het door de deskundige begrote bedrag van € 7.744,- inclusief btw, tenzij (één van) partijen binnen veertien dagen na deze uitspraak
bij brief aan de griffier van dit hofmet afschrift aan de wederpartij (die binnen twee dagen hierop kan reageren bij brief aan de griffier van dit hof met afschrift aan de wederpartij)tegen de hoogte van het voorschot bezwaar heeft/hebben gemaakt, in welk geval het hof op het bezwaar/de bezwaren zal beslissen en de hoogte van het voorschot zal bepalen;
bepaalt dat ieder van partijen de helft van genoemd voorschot van € 7.744,- inclusief btw, derhalve € 3.872,- inclusief btw, zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
verzoekt de deskundige, indien de kosten het voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
5.6
benoemt mr. P.W.A. van Geloven tot raadsheer-commissaris, tot wie de deskundige zich, door tussenkomst van de griffier (het Bureau Deskundigen van dit hof) dient te wenden met (procedurele) vragen en verzoeken indien het onderzoek daartoe aanleiding geeft;
5.7.
verwijst de zaak naar de rol van dinsdag 6 september 2022 in afwachting van het deskundigenbericht;
Verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenbericht naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenbericht aan de zijde van To Concept c.s.;
5.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. P.W.A. van Geloven, T.J. Dorhout Mees en B.A. Meulenbroek en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op 3 mei 2022.
griffier rolraadsheer