Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2017 te [geboorteplaats] .
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de vader, bijgestaan door mr. Van Dijk en H. Shamoun, tolk in de Arabische taal (tolknummer 13193);
- de moeder, bijgestaan door mr. De Wit.
3.De beoordeling
- hem vervangende toestemming te verlenen om [minderjarige] te erkennen;
- te bepalen dat de vader omgang heeft met [minderjarige] op een wijze zoals door de rechtbank vast te stellen;
- te bepalen dat de vader gezamenlijk met het gezag over [minderjarige] wordt belast.
- vervangende toestemming verleend aan de vader tot erkenning van [minderjarige] ;
- het verzoek van de vader betreffende het gezag afgewezen;
- het verzoek van de moeder betreffende het hoofdverblijf afgewezen;
- het verzoek van de vader ten aanzien van de omgang heeft de rechtbank pro forma aangehouden tot 25 juni 2019 met het verzoek aan de advocaten van partijen en de GI om de rechtbank schriftelijk te infomeren omtrent de voortgang van de ondertoezichtstelling en de mogelijkheden tot omgang.
- Welke mogelijkheden en belemmeringen ziet de raad voor omgang tussen de vader en [minderjarige] ?
- Wat acht de raad nodig om eventuele belemmeringen voor omgang weg te nemen?
- Als er mogelijkheden zijn, in welke vorm en frequentie is omgang tussen de vader en [minderjarige] mogelijk?
- Welke andere feiten en/of omstandigheden die uit het onderzoek naar voren zijn gekomen, zijn niet in voorgaande vragen aan de orde gesteld en zijn wel van belang om in de rapportage en het advies te vermelden
voorlopigrecht hebben op omgang met elkaar conform de afspraken die destijds bij het Omgangshuis waren gemaakt, hetgeen thans concreet neerkomt op een omgangsmoment eenmaal per twee weken op zondag van 13.30 uur tot 16.30 in [woonplaats moeder] of [plaats] , door partijen steeds in onderling overleg nader af te stemmen. De vader haalt [minderjarige] op bij de moeder en brengt hem weer terug naar de moeder. De grootvader of tante (vaderszijde) verzorgt steeds de overdracht.
4.De beslissing
voorlopigrecht hebben op omgang met elkaar eens per veertien dagen op zondag van 13.30 uur tot 16.30 uur in [woonplaats moeder] of [plaats] , door partijen steeds in onderling overleg nader af te stemmen, waarbij de vader [minderjarige] ophaalt bij de moeder en hem weer terug brengt naar de moeder en waarbij de grootvader of tante (vaderszijde) steeds de overdracht verzorgt;