Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
,
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 20 januari 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over het verzoek van de moeder om het eenhoofdig gezag over haar minderjarige kind, geboren in 2009, te verkrijgen. De moeder was het niet eens met de beslissing van de rechtbank Limburg, die had bepaald dat zij de vader jaarlijks een recente foto van het kind moest sturen. De moeder stelde dat de vader niet meewerkte aan belangrijke beslissingen en dat het verstrekken van een foto schadelijk zou zijn voor het kind. De vader betwistte deze claims en voerde aan dat hij altijd had meegewerkt aan hulpverlening en dat de moeder zonder overleg met hem was verhuisd, wat leidde tot ouderverstoting.
Het hof heeft de argumenten van beide partijen zorgvuldig gewogen. Het hof oordeelde dat er geen onaanvaardbaar risico was dat het kind klem of verloren zou raken tussen de ouders en dat het gezamenlijk gezag in het belang van het kind noodzakelijk was. Het hof wees het verzoek van de moeder af, omdat het toewijzen van het eenhoofdig gezag het negatieve vaderbeeld van het kind zou bevestigen. Daarnaast oordeelde het hof dat de moeder verplicht bleef om jaarlijks een recente foto van het kind aan de vader te verstrekken, omdat dit in het belang van de vader was en er geen reden was om deze verplichting te schrappen. De beslissing van de rechtbank werd bekrachtigd, en het hof verzocht om een afschrift van de uitspraak naar het centraal gezagsregister te sturen.