In deze zaak, behandeld door het Gerechtshof 's-Hertogenbosch, is op 28 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de zorg- en opvoedingstaken van twee minderjarigen, [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De vader, verzoeker in hoger beroep, heeft verzocht om een omgangsregeling met zijn kinderen, terwijl de moeder, verweerster, zich verzet tegen dit verzoek. De bijzondere curator, mr. J.G.M. Daemen, is benoemd om de belangen van de kinderen te behartigen. Tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de kinderen ernstige angsten hebben voor hun vader en geen contact met hem willen. De bijzondere curator heeft vastgesteld dat de kinderen hulpverlening nodig hebben en dat er zorgen zijn over hun emotionele ontwikkeling. De Raad voor de Kinderbescherming heeft ook aangegeven dat er geen draagvlak is voor contactherstel.
Het hof heeft de situatie van de kinderen zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat omgang met de vader op dit moment schadelijk zou zijn voor hun geestelijke ontwikkeling. De kinderen hebben beiden aangegeven geen contact te willen, en de vader heeft in het verleden hulpverlening geaccepteerd, maar dit heeft niet geleid tot een verbetering van de situatie. Het hof heeft de beschikking van de rechtbank bekrachtigd, waarbij de ontzegging van omgang met de vader is gehandhaafd. De proceskosten in hoger beroep zijn gecompenseerd, en de bijzondere curator is ontslagen van zijn verplichtingen. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.