3.1.Het hof gaat in deze incidenten uit van de volgende feiten.
a. a) Leen Bakker exploiteert in Nederland 109 eigen winkels en in België 56. Daarnaast heeft zij vier franchisewinkels, die worden geëxploiteerd door Belfurn, Dampie B.V., Bentja B.V. en Westerveld B.V. De vier franchisenemers hebben zich verenigd in Franchise Vereniging Leen Bakker, waarvan [persoon A] voorzitter is.
Dampie B.V., Bentja B.V. en Westerveld B.V. zullen hierna gezamenlijk worden aangeduid als: [de franchisewinkels]
b) Tussen Belfurn en Leen Bakker bestaat een franchiseovereenkomst met Belfurn als franchisenemer en Leen Bakker als franchisegever. Op grond van die overeenkomst exploiteert Belfurn een detailhandelszaak in woninginrichting en aanverwante artikelen, waarbij zij gebruik maakt van de handelsnaam, styling, reclame-uitingen en knowhow van Leen Bakker.
c) Belfurn exploiteert de Leen Bakker winkel in een eigen pand aan de [adres] te [vestigingsplaats] . [de franchisewinkels] hebben, naast een franchiseovereenkomst, tevens een onderhuurovereenkomst met Leen Bakker.
d) Bij brief van 28 juli 2020 heeft Leen Bakker de franchiseovereenkomst met Belfurn opgezegd tegen 31 december 2021. Ook de franchiseovereenkomsten en de onderhuurovereenkomsten met [de franchisewinkels] heeft Leen Bakker op die datum opgezegd.
e) De vier franchisenemers hebben bij drie gelijkluidende dagvaardingen tegen Leen Bakker procedures aanhangig gemaakt, waarin zij de rechtsgeldigheid van de opzeggingen bestrijden. Belfurn en Dampie B.V. hebben in eerste aanleg gezamenlijk een dagvaarding uitgebracht. Leen Bakker heeft in alle zaken in reconventie vorderingen ingesteld.
f) Op 29 december 2021 heeft de kantonrechter te Breda in drie afzonderlijke, maar overwegend gelijkluidende vonnissen, de vorderingen in conventie afgewezen en die in reconventie grotendeels toegewezen.
De procedure van Belfurn in eerste aanleg