6.1.In het vonnis waarvan beroep heeft de voorzieningenrechter in rov. 2.1 tot en met 2.15 feiten vastgesteld. Deze feitenvaststelling is in hoger beroep niet bestreden. Daarvan kan dus ook in hoger beroep worden uitgegaan. Het hof zal deze feiten hierna, vernummerd tot rov. 6.1.1 tot en met 6.1.15, weergeven.
6.1.1.De heren [persoon A] (hierna: [persoon A] ) en [appellant 2] (hierna: [appellant 2] ) hebben vanaf 2017 samengewerkt aan de ontwikkeling van een foto/video app - Brandit - die bedrijven en particulieren in staat stelt om klanten, medewerkers en fans te activeren als influencers en omzet te genereren uit persoonlijke netwerken die tot dan toe onbereikbaar waren.
6.1.2.Op 19 april 2017 hebben [persoon A] en [appellant 2] daartoe een octrooiaanvraag ingediend voor het “systeem en toestel voor persoonlijke berichtenuitwisseling”. Het octrooi is op 4 september 2018 verleend, waarbij [persoon A] en [appellant 2] gezamenlijke octrooihouders zijn en gezamenlijk als uitvinders worden aangemerkt.
6.1.3.Op 18 december 2018 hebben [persoon A] en [appellant 2] via hun persoonlijke Holdings ( [persoon A] Holding B.V. en Smile For Free Holding B.V. ) samen met een tweetal investeerders, [X] Holding B.V. en [Y] Beheer B.V. een besloten vennootschap opgericht, Brand Social Group B.V. , tevens handelend onder de naam Brandit .
6.1.4.Sinds de oprichting van Brandit zijn [persoon A] Holding B.V. en Smile For Free gezamenlijk bevoegd bestuurder van Brandit . Brandit heeft het exclusieve gebruiksrecht van het gezamenlijke octrooi van [persoon A] en [appellant 2] .
6.1.5.Op 16 oktober 2019 zijn een tweetal Chinese investeerders, mevrouw [persoon B] en de heer [persoon C] , aandeelhouder geworden van Brandit . Zij hebben in totaal € 250.000,00 ingebracht in de vorm van een geldlening en 17 % van het aandelenkapitaal. Na toetreding van mevrouw [persoon B] en de heer [persoon B] houden [persoon A] Holding B.V. en Smile For Free elk 37,5 % van de aandelen in Brandit , [X] Holding B.V. en [Y] Beheer B.V. ieder 4,5 % en mevrouw [persoon B] en de heer [persoon B] elk 8,5 % van het aandelenkapitaal van Brandit .
6.1.6.Na deze investeringen heeft een externe ontwikkelaar Whyellow de app verder ontwikkeld en verbeterd. Whyellow heeft de app medio 2019 opgeleverd. De kosten daarvan beliepen in totaal € 130.000,00.
6.1.7.De uitrol van de Brandit app verliep niet zoals gehoopt. De kosten van de appontwikkeling bleken fors hoger uit te vallen en de omzet bleef achter bij de verwachtingen.
6.1.8.Vanaf medio 2020 is de relatie tussen [persoon A] en [appellant 2] bekoeld. Tijdens een gesprek op 10 december 2020 heeft [appellant 2] aan [persoon A] aangegeven dat hij geen verdere toekomst meer zag in de samenwerking met [persoon A] en dat hij die zou willen beëindigen. Daarbij heeft hij onder meer de optie geschetst om Brandit te liquideren, waarna ieder afzonderlijk van elkaar met (een kopie van) het product de eigen visie zou kunnen volgen. [persoon A] is op het voorstel van [appellant 2] niet ingegaan.
6.1.9.Op 12 april 2021 heeft een aandeelhoudersvergadering plaatsgevonden, waarbij het ontslag van Smile For Free als bestuurder van Brandit was geagendeerd. Alle vergadergerechtigden zijn op de vergadering verschenen, met uitzondering van Smile For Free . Tijdens de vergadering is unaniem besloten tot het ontslag van Smile For Free als bestuurder van Brandit .
6.1.10.Smile For Free heeft de rechtsgeldigheid van het ontslag betwist, omdat zij de uitnodiging voor de algemene aandeelhoudersvergadering niet had ontvangen en dus geen geldige oproeping heeft plaatsgevonden.
6.1.11.[persoon A] heeft, naar aanleiding van de ontkenning door Smile For Free van de ontvangst van de e-mail met de oproeping voor de algemene aandeelhoudersvergadering op 12 april 2021 een onderzoek ingesteld naar het zakelijke e-mailadres bas@ brandit .app dat door [appellant 2] ten behoeve van Brandit werd gebruikt.
6.1.12.Bij brief van 11 mei 2021 heeft de advocaat van Brandit een aantal constateringen op basis van dit onderzoek met Smile For Free c.s. gedeeld. Dit betreft - onder andere - de volgende zaken:
Op 23 april 2020 heeft [appellant 2] een e-mailbericht met presentatie gestuurd aan Label A, een app producent waarmee Brandit contact heeft gehad. Hij maakt daarin melding dat hij wil kijken hoe en of de volgende stap met Brandit te maken is, BRANDIT NEXT. In de mail geeft [appellant 2] aan dat hij de samenwerking zelfstandig zal doen onder een andere naam.
Op 8 december 2020 heeft de heer [persoon D] een e-mail gestuurd naar [persoon E] (een potentiële investeerder) met de mededeling dat hij graag Brandit wil pitchen.
Naar aanleiding van de presentatie van [appellant 2] op 21 december 2020 (vergelijk prod. 17A van Brandit ) heeft de heer [persoon E] bij e-mailbericht van 24 december 2020 meerdere vragen gesteld die betrekking hebben op Brandit .
Bij e-mailbericht van 21 februari 2021 heeft de heer [persoon E] aan [appellant 2] bevestigd dat hij samen met andere investeerders € 275.000,00 wil investeren in Emoki .
Op 4 februari 2021 is [appellant 2] in contact gekomen met een potentiële Indiase investeerder, de heer [persoon F] . [appellant 2] heeft de heer [persoon F] op 16 februari 2021 een link gestuurd die verwijst naar het octrooi van [persoon A] en [appellant 2] .
6.1.13.De advocaat van Brandit heeft [appellant 2] in de gelegenheid gesteld op de constateringen te reageren en [appellant 2] aansprakelijk gesteld voor alle schade die Brandit lijdt ten gevolge van de in de brief geschetste gedragingen.
6.1.14.Op 19 maart 2021 is Stickers License B.V. opgericht. Deze vennootschap is ingeschreven op hetzelfde adres als waar tot voor kort Brandit was gevestigd en kantoor hield. Smile For Free is enig aandeelhouder en bestuurder van Stickers License B.V.
6.1.15.Op 11 juni 2021 is Menoki B.V. opgericht met als omschrijving van de bedrijfsactiviteit: het exploiteren van de menoki stickerboard app en het designen van digitale stickers voor afnemers (personen en instellingen met een aanzienlijke fanbase).
6.2.1.In eerste aanleg heeft Brandit – samengevat – gevorderd bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad Smile For Free c.s. te verbieden (al dan niet door middel van Stickers License B.V. en/of Menoki B.V. ) direct of indirect als aandeelhouder, certificaathouder, bestuurder of anderszins betrokken te zijn bij Menoki , dan wel een daarop gelijkend of aanverwant product, zijnde een digitaal sticker/emoticon toetsenbord, met een andere naam waarbij al dan niet gebruik wordt gemaakt van het gezamenlijk octrooi van [persoon A] en [appellant 2] , op straffe van verbeurte van een dwangsom.
6.2.2.Brandit heeft aan deze vorderingen ten grondslag gelegd dat Smile For Free haar bestuurstaak grovelijk heeft veronachtzaamd. Als bestuurder van Brandit had Smile For Free de belangen van Brandit en niet enig ander (eigen) belang dienen te behartigen. Zij had vanaf eind 2019 omzet dienen te genereren voor Brandit en investeerders moeten zoeken. Ook hadden technische doorontwikkelingen en creatieve inzichten, zeker voor zover gestoeld op het gezamenlijke octrooi van [persoon A] en [appellant 2] , ten goede moeten komen aan Brandit . In plaats daarvan hebben Smile For Free c.s. Brandit en haar aandeelhouders buitenspel gezet op het moment dat Smile For Free c.s. voor een nieuwe variant op de Brandit app, ( Menoki ) gestoeld op het gezamenlijke octrooi van [persoon A] en [appellant 2] , investeerders bereid hadden gevonden om daarin te investeren. Toen zij er rond de jaarwisseling 2020/2021 in slaagden voor een zeer aanzienlijk bedrag een investeerder voor Menoki aan te trekken, hebben zij die investering niet aangewend voor Brandit , maar in plaats daarvan hebben zij meerdere entiteiten opgericht teneinde een directe concurrent voor Brandit op te zetten. Smile For Free c.s. hebben daarmee aan Brandit een
corporate opportunityontnomen en daarmee in strijd gehandeld met de artikelen 2:9 BW, dan wel 6:162 BW. Op grond van artikel 2:11 BW is [appellant 2] hoofdelijk aansprakelijk. Aldus – steeds – Brandit .
6.2.3.Smile For Free c.s. hebben verweer gevoerd.