Uitspraak
1.Het verloop van het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- een journaalbericht van de zijde van de man van 21 februari 2022 met bijlage;
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 21 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep over de wijziging van kinderalimentatie. De man, verzoeker in hoger beroep, heeft in eerste aanleg de rechtbank Oost-Brabant verzocht om de beschikking van 4 januari 2019 te wijzigen, waarin de kinderalimentatie was vastgesteld op € 50,- per kind per maand. De man stelde dat zijn inkomen in 2021 aanzienlijk lager was dan in 2018/2019, en verzocht de alimentatie te verlagen naar nihil of € 25,- per kind per maand. De rechtbank verklaarde de man echter niet-ontvankelijk in zijn verzoek, omdat er geen rechtens relevante wijziging van omstandigheden was vastgesteld.
In hoger beroep heeft de vrouw, verweerster, verzocht om de man niet-ontvankelijk te verklaren en de beschikking van de rechtbank te bekrachtigen. Tijdens de mondelinge behandeling op 3 maart 2022 is de man gehoord, bijgestaan door zijn advocaat, terwijl de vrouw niet verscheen. Het hof heeft de feiten vastgesteld op basis van de eerdere beschikking en de ingediende stukken. Het hof oordeelde dat de man onvoldoende bewijs had geleverd voor zijn stelling dat zijn inkomen was gedaald, en dat de alimentatie nog steeds voldeed aan de wettelijke maatstaven. Het hof heeft de bestreden beschikking van de rechtbank bekrachtigd en de proceskosten gecompenseerd.