ECLI:NL:GHSHE:2022:1286

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
19 april 2022
Publicatiedatum
19 april 2022
Zaaknummer
200.248.900_01
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Hoger beroep
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwikkeling van een Duitse agentuurovereenkomst en deskundigenbericht met betrekking tot provisie

In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch is behandeld, betreft het een hoger beroep in een geschil over de afwikkeling van een Duitse agentuurovereenkomst. De appellant, handelend onder de naam Logistic & Marketing en woonachtig in Duitsland, is in principaal hoger beroep gegaan tegen de vennootschappen die door fusie zijn opgegaan. De zaak is een vervolg op eerdere tussenarresten van het hof, waarin onder andere een aanvullend voorschot voor een deskundigenbericht is vastgesteld. In het tussenarrest van 4 januari 2022 is een aanvullend voorschot van € 4.000,= inclusief btw voor het deskundigenbericht bepaald, dat door de geïntimeerde diende te worden voldaan. De deskundige heeft echter aangegeven dat hij door zijn budget heen is en heeft een extra budget van € 5.000,= inclusief btw aangevraagd. Het hof heeft partijen in de gelegenheid gesteld om hierop te reageren, maar de appellant heeft geen opmerkingen gemaakt. De geïntimeerde heeft bezwaar gemaakt tegen het aanvullende voorschot, maar het hof heeft dit bezwaar niet gehonoreerd. Het hof oordeelt dat de kosten van de deskundige in verhouding staan tot het belang van de zaak en dat de deskundige in staat moet worden gesteld om zijn rapportage te voltooien. Het hof heeft vervolgens bepaald dat het aanvullende voorschot van € 5.000,= moet worden voldaan door de geïntimeerde en dat de deskundige zijn onderzoek kan voortzetten na ontvangst van dit voorschot. De zaak zal na ontvangst van het deskundigenrapport verder worden behandeld.

Uitspraak

GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
Team Handelsrecht
zaaknummer 200.248.900/01
arrest van 19 april 2022
in de zaak van
[appellant] , h.o.d.n. [Logistic & Marketing],
wonende te [woonplaats] (Duitsland),
appellant in principaal hoger beroep,
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [appellant] ,
advocaat: mr. S.M.I. van Loon te Veghel,
tegen
[de vennootschap 1],door fusie opgegaan in
[de vennootschap 2]
gevestigd te [vestigingsplaats],
geïntimeerde in principaal hoger beroep,
appellante in incidenteel hoger beroep,
hierna aan te duiden als [geïntimeerde],
advocaat: mr. A.J.W. van Elk te Amsterdam,
als vervolg op de door het hof gewezen tussenarresten van 18 december 2018, 4 mei 2021, 10 augustus 2021 en 4 januari 2022 in het hoger beroep van de door de kantonrechter van de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, onder zaaknummer 4112552 CV EXPL 15-4270 gewezen vonnissen van 15 februari 2017 en 20 juni 2018.

14.Het tussenarrest van 4 januari 2022

Bij gemeld tussenarrest is een aanvullend voorschot van € 4.000,= inclusief btw voor het deskundigenbericht bepaald, te voldoen door [geïntimeerde].

15.Het verdere verloop van de procedure en de verdere beoordeling

[geïntimeerde] heeft het hiervoor genoemde voorschot op de in het tussenarrest aangegeven wijze voldaan. De termijn voor het indienen van het rapport is vervolgens bepaald op 8 maart 2022.
De deskundige heeft bij e-mail van 10 maart 2022 aan de griffie van het hof bericht dat hij inmiddels ruim door zijn budget heen is, en dat hij opnieuw genoodzaakt is een additioneel budget aan te vragen. Hij vraagt om een extra budget van € 5.000,= inclusief btw. Voor de inhoud hiervan verwijst het hof naar deze e-mail.
Per brief van 14 maart 2022 heeft de griffier partijen in de gelegenheid gesteld tot uiterlijk
28 maart 2022 hierop te reageren.
[appellant] heeft dienaangaande geen opmerkingen naar voren gebracht.
Per H16-formulier van 28 maart 2022 heeft [geïntimeerde] bezwaar gemaakt tegen het verzochte aanvullende voorschot van € 5.000,=. Voor de inhoud hiervan verwijst het hof naar dit formulier.
Het hof zal het verzochte aanvullende voorschot van € 5.000,= van de deskundige toewijzen. Het bezwaar van [geïntimeerde] zal niet worden gehonoreerd. Dat de kosten niet in verhouding staan tot het geldelijke belang van het te onderzoeken onderwerp van het deskundigenbericht is geen reden het verzoek van de deskundige af te wijzen. De deskundige heeft gemeld dat en waarom het langer duurt om de juiste informatie te krijgen en te analyseren. De oorzaak daarvan ligt naar het oordeel van het hof niet bij de deskundige. Hij dient in staat gesteld te worden zijn rapportage te voltooien in het belang van de te nemen beslissing in deze zaak en dus in het belang van partijen.
Het staat partijen uiteraard vrij om alsnog onderling tot een vergelijk te komen om verdere kosten te besparen.
Het hof zal dienovereenkomstig beslissen zoals in het dictum is bepaald.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

16.De uitspraak

Het hof:
16.1.
bepaalt dat voor de kosten van de deskundige een aanvullend voorschot dient te worden voldaan van € 5.000,= inclusief btw;
16.2
bepaalt dat [geïntimeerde] genoemd aanvullend voorschot zal voldoen na ontvangst van de nota met betaalinstructies die door het Landelijk Dienstencentrum voor de Rechtspraak zal worden verzonden;
16.3
bepaalt dat de deskundige het onderzoek verder zal voortzetten nadat de griffier heeft bericht dat het aanvullend voorschot is ontvangen;
16.4.
verzoekt de deskundige, indien zijn kosten het aanvullend voorschot te boven mochten gaan, het hof daarover tijdig in te lichten;
16.5.
bepaalt de termijn waarbinnen het schriftelijk, ondertekend bericht ter griffie van dit hof (postbus 70583, 5201 CZ 's-Hertogenbosch) moet worden ingeleverd nader op 28 juni 2022;
16.6.
verstaat dat de zaak na ontvangst van het deskundigenrapport naar de rol wordt verwezen voor memorie na deskundigenrapport aan de zijde van [geïntimeerde] en daarna voor antwoordmemorie na deskundigenrapport aan de zijde van [appellant] ;
16.7.
bepaalt dat de griffier van dit hof een afschrift van dit arrest aan de deskundige zal toezenden;
16.8.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit arrest is gewezen door mrs. C.E.L.M. Smeenk-van der Weijden, A.L. Bervoets en
Z.D. van Heesen-Laclé en in het openbaar uitgesproken door de rolraadsheer op
19 april 2022.
griffier rolraadsheer