ECLI:NL:GHSHE:2022:1270

Gerechtshof 's-Hertogenbosch

Datum uitspraak
12 april 2022
Publicatiedatum
19 april 2022
Zaaknummer
20-001894-19
Instantie
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hoger beroep tegen veroordeling voor het medeplegen van het opzettelijk overtreden van een verbod op accijnsgoederen

In deze zaak heeft het gerechtshof 's-Hertogenbosch op 12 april 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep tegen een eerdere veroordeling van de verdachte door de rechtbank Oost-Brabant. De verdachte was veroordeeld voor het medeplegen van het opzettelijk overtreden van een verbod op accijnsgoederen, specifiek voor het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid sigaretten die niet in de accijnsheffing waren betrokken. De rechtbank had de verdachte een gevangenisstraf van 15 maanden opgelegd, waarvan 5 maanden voorwaardelijk. De advocaat-generaal vorderde in hoger beroep vernietiging van het vonnis en een nieuwe veroordeling tot een gevangenisstraf van 15 maanden, met 5 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar het hof oordeelde dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastegelegde feiten. Het hof heeft de eerdere veroordeling bevestigd, maar de straf aangepast naar 18 maanden gevangenisstraf, waarvan 8 maanden voorwaardelijk, rekening houdend met de overschrijding van de redelijke termijn in de procedure. De verdachte had zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het voorhanden hebben van onveraccijnsde sigaretten, wat resulteerde in een aanzienlijk financieel nadeel voor de fiscus. Het hof heeft de in beslag genomen sigaretten onttrokken aan het verkeer, aangezien het bezit daarvan in strijd is met de wet.

Uitspraak

Parketnummer : 20-001894-19
Uitspraak : 12 april 2022
TEGENSPRAAK (ex artikel 279 Sv)
Arrest van de meervoudige kamer voor strafzaken van het gerechtshof
's-Hertogenbosch
gewezen op het hoger beroep tegen het vonnis van de rechtbank Oost-Brabant, zittingsplaats ’s-Hertogenbosch, van 18 juni 2019, in de strafzaak met parketnummer 01-997524-16 tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats 1] op [geboortedag] 1957,
wonende te [adres 1] .
Hoger beroep
Bij vonnis waarvan beroep is de verdachte ter zake van het “medeplegen van het opzettelijk overtreden van een in artikel 5 van de Wet op de accijns opgenomen verbod” veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest. Voorts is beslist dat onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen worden onttrokken aan het verkeer.
Van de zijde van de verdachte is tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld.
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting in hoger beroep en in eerste aanleg.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen namens de verdachte naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat het hof het beroepen vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, de verdachte ter zake van het tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren en dat onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen zullen worden onttrokken aan het verkeer.
De verdediging heeft primair bepleit dat de verdachte bij gebrek aan voldoende wettig bewijs en subsidiair bij gebrek aan voldoende overtuigend bewijs volledig zal worden vrijgesproken van het tenlastegelegde.
Meer subsidiair is een straftoemetingsverweer gevoerd. Wat betreft de onder de verdachte inbeslaggenomen voorwerpen heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van het hof.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het beroepen vonnis en met de gronden waarop dit berust, behalve wat betreft de opgelegde straf, de daarbij behorende strafmotivering en de door de rechtbank aangehaalde wetsartikelen. Voor de duidelijkheid zal het hof de beslissing van de rechtbank met betrekking tot de onder de verdachte inbeslaggenomen sigaretten in dit arrest uitdrukkelijk herhalen. Voorts zal het hof, mede gelet op hetgeen ter terechtzitting in hoger beroep aan de orde is gekomen, de bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen in het vonnis van de rechtbank aanvullen, op de wijze als hierna is vermeld.
Aanvulling bewijsmiddelen [1]
De bewijsmiddelen zoals die door de rechtbank zijn opgenomen in de bijlage bij het vonnis worden op de navolgende wijze aangevuld.
1.
het proces-verbaal van verhoor verdachte, opgemaakt d.d. 29 juni 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende de navolgende verklaring van de verdachte [2] :
(Op welk adres staat u ingeschreven?)
[adres 1] .
(Welke roepnamen heeft u en van welke maakt u gebruik?)
[verdachte] / [verdachte] .
(Wij tonen u de afbeeldingen zoals die zijn opgenomen als bijlage 1 t/m 44 bij AMB-033. Wat kunt u over de voertuigen en of de personen verklaren, afgebeeld op de getoonde foto’s?)
Wat moet ik daar verder op zeggen. Ik ben duidelijk in beeld.
Opmerking verbalisanten: Bij het zien van een foto van de Mercedes Citan kenteken [kenteken 1] zegt verdachte: Dat is de bus die ik nu heb.
2.
het proces-verbaal van bevindingen “Kamer van koophandel online m.b.t. Cafetaria [bedrijf 1] in Venlo”, opgemaakt d.d. 1 juni 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [3] :
Ik las op 2 mei 2016 in Kamer van Koophandel online onder meer dat de hoofdvestiging Cafetaria [bedrijf 1] een eenmanszaak is, gevestigd aan [adres 2] , eigenaar [verdachte] geboren [geboortedag] 1957 [geboorteplaats 1] , adres [adres 1] . Als nevenvestiging staat vermeld: Restaurant [bedrijf 2] , [adres 3] .

3.het proces-verbaal van observatie “woensdag 16 maart 2016”, opgemaakt d.d.

17 maart 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [4] :
(opmerking hof: dit betreft een aanvulling op bewijsmiddel 4 in de bijlage bij het vonnis van de rechtbank)
Omstreeks
Verbalisant
Omschrijving bevindingen/handelingen
9.24
1038
Ik zag de vrachtwagen [kenteken 2] op de [straatnaam] en de Mercedes [kenteken 1] op de [straatnaam] ter hoogte van cafetaria [cafetaria] (hierna te noemen de cafetaria) te Venlo parkeren.
Ik zag NN1
(het hof begrijpt: de medeverdachte [medeverdachte 1] )de cafetaria binnen gaan.
Ik zag achter de vrachtwagen een personenauto van het merk Audi, type A4 avant, kleur zwart voorzien van het Poolse kenteken [kenteken 3] (hierna te noemen: de Audi [kenteken 3] ) parkeren.
9.3
1038
Ik zag een man (hierna te noemen NN2) uit de Audi [kenteken 3] stappen.
Ik zag een man (hierna te noemen: NN3) uit de richting van het cafetaria komen lopen en samen met NN2 in de achterzijde van de vrachtwagen [kenteken 2] kijken waarna zij deze weer afsloten met een rijgkoord.
9.3
1012
Ik zag de Mercedes [kenteken 1] vertrekken met twee personen.
9.31
1038
Ik zag NN3 in de vrachtwagen [kenteken 2] stappen en vertrekken.
9.38
1031
Ik zag de Mercedes [kenteken 1] op de [straatnaam] ter hoogte van huisnummer [X] te Venlo geparkeerd staan met het rechter portier geopend.
9.5
1041
Ik zag de Mercedes [kenteken 1] op de [straatnaam] ter hoogte van huisnummer [X] te Venlo geparkeerd staan. Ik zag dat dit het winkelgebied van Venlo was en wat toegankelijk was via het [straatnaam] .
4.
het proces-verbaal aanvraag dwangmiddelen, opgemaakt d.d. 26 april 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [5] :
In proces-verbaal ambtshandeling AMB-029 is de binnenkomst op 16 maart 2016 van 7 pallets met gesealde dozen, waarin vermoedelijk sigaretten, beschreven via waarnemingen, die in een tijdlijn zijn vastgelegd.
(OBS-005) Zo wordt door het observatieteam van de Belastingdienst/FIOD gezien, dat [medeverdachte 1] met een kleine vrachtwagen, voorzien van een Pools kenteken, bij de loods aan de [adres 6] aankomt en deze na lossing van de 7 pallets met gesealde dozen, terugbrengt naar de [straatnaam] te Venlo. Vervolgens gaat [medeverdachte 1] het aan deze weg gelegen restaurant [cafetaria] binnen, gevolgd door [verdachte] , die op eigen gelegenheid naar het restaurant is gekomen. Later werd gezien, dat [medeverdachte 1] en [verdachte] gezamenlijk in de auto van [verdachte] vertrekken. De achtergelaten vrachtwagen wordt vervolgens door één van de passagiers uit een Audi, voorzien van een Pools kenteken, geparkeerd achter de vrachtwagen, weggereden en wordt daarbij gevolgd door de Audi.
5.
het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 26 april 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [6] :
Feiten en omstandigheden
Observatie (OBS-004)
Op 29 februari 2016 werd door het FIOD observatieteam, tijdens de observatie van het
subject [verdachte] , onder andere het navolgende waargenomen:
Tijdstip
Verbalisant
Omschrijving bevindingen handelingen
10:33 uur
1068
Ik zag de Mercedes [kenteken 4] het terrein van hotel [hotel] oprijden gelegen aan de [straatnaam] te Venlo.
Ik zag een licht getinte man, hierna te noemen NN1 vanuit de richting van het hotel richting de Mercedes [kenteken 4] lopen waarna hij contact maakte met de bestuurder van de Mercedes [kenteken 4] .
10:39 uur
1036
Ik zag een blanke man als bestuurder, hierna te noemen: NN2, uit de Mercedes [kenteken 4] stappen waarna hij als bijrijder en NN1 als
bestuurder in een grijze personenauto van het merk Volkswagen, type Sharan voorzien van het Belgische kenteken [kenteken 5] , hierna te noemen: de Volkswagen [kenteken 5] , stapten.
10:46 uur
1036
Ik zag de bijrijdersdeur van de Volkswagen
[kenteken 5] open gaan waarna NN2 uitstapte en als bestuurder in de Mercedes [kenteken 4] stapte. Ik zag dat beide voertuigen in beweging kwamen en vertrokken.
De blanke man, NN2, wordt aan de hand van een door het tactisch team ter beschikking gestelde foto herkend als het subject: [verdachte] , geboren d.d. [geboortedag] 1957 te Venlo.
Onderzoek identiteit NN1, Europol
(RHV-SIENNA-1) Op 10 maart 2016 is middels een SIENNA verzoek aan de Belgische autoriteiten verzocht om bekend te worden gemaakt met de houder van het kenteken [kenteken 5] . Tevens is verzocht om de justitiële antecedenten van de kentekenhouder en zijn pasfoto.
(RHV-SIENNA-1a) Op 30 maart 2016 is onder Sienna nr 1184325-1 het antwoord ontvangen op het voornoemde verzoek van 10 maart 2016. In de beantwoording is onder andere, vrij vertaald vanuit het Engels, te lezen dat: eigenaar van het voertuig voorzien van het kenteken [kenteken 5] is:
[medeverdachte 2] , geb.d.d. [geboortedatum 1] te [geboorteplaats 2]
[adres 4] ;
justitiële antecedenten van [medeverdachte 2] :
2011 douane en accijnzen inzake sigaretten.
6.
het Overzichtsproces-verbaal OPV-1, opgemaakt d.d. 15 december 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [7] :
Gesprekken waarin openlijk over de merken Marlboro en West wordt gesproken
[verdachte] en [medeverdachte 1] gebruiken in de telefoongesprekken meestal een soort versluiering van de merknaam van de illegale sigaretten zoals bijvoorbeeld W-tjes, M, MB-tjes, Lange Mouwen of rooie. In een aantal gesprekken wordt echter de normale merknaam genoemd, te weten Marlboro en West.
[verdachte] geeft aan dat de W 's eigenlijk hetzelfde zijn als de Marlboro-tjes waaruit kan blijken dat de tabak in de sigaretten en de kwaliteit precies hetzelfde zijn. Alleen de verpakking van de sigaretten is verschillend. Dit duidt er op dat de sigaretten vermoedelijk afkomstig zijn van een illegale sigarettenfabriek.
Tap-003 sessie 173, 08-04-2016 12.12 uur
[verdachte] belt met [medeverdachte 3] .
M: dus kijk of je er 40 of 50 misschien kunt pakken in overleg met die ander bel je me zo even terug want anders zijn ze misschien dadelijk weg en dan zitten we
D: Ja wat wou ik nou zeggen, heb jij eventueel die West heb jij die ook?
M: Die heb ik er ook bij zitten maar die zitten in die 70
D: Die zitten in die 70 maar zijn dat goeie [verdachte] of niet?
M: Precies dezelfde als die andere hè, gewoon hetzelfde alleen daar staat ehhh W op en die andere staat weet je wel
D: Ja maar als ik nou eens ehh even kijken ben jij morgen in de buurt of zo of wat?
M: Ja ik ben heel druk ik heb een restaurant erbij gekocht dus ehh
D: O ben je druk bezig
M: Dat moet ik ook even regelen, hoe zo?
D: Ja anders was ik morgen even gekomen dan had ik die W even geprobeerd, snap je?
M: Ja maar het zijn precies dezelfde als die andere, gewoon W erop en die andere M erop klaar, dat is geen andere soort
Tap-003 sessie 179, 08-04-2016 14.16 uur
D: Maar je kunt er wel een 15 dozen brengen als je wilt
M: Wanneer?
D: Morgenvroeg hè
M: Ja maakt het maar klaar dan doe ik het straks wel even, Ik bel je zo even
D: Maar dat haal ik vandaag niet, die jongen is vandaag niet thuis
M: Morgenvroeg morgenvroeg ik bel je wel terug
D: Ik ben ook onderweg, West hè
Tap-003 sessie 180, 08-04-2016 14.23 uur
D: Ehh dat kan vanavond eventueel ook nog, hé maar luistert zijn dat harde pakjes
M: Hè?
D: Zijn dat de harde pakjes of de zachte
M: Nee dezelfde wat je hebt nu
D: Ja dat moet ik niet, jij had toch ook die W die West
M: Ja dat zijn dezelfde zachte pakjes dezelfde pakjes als die andere
D: Dezelfde zachte pakjes als, oo ik meen die harde
Tap-003 sessie 338, 19-04-2016 15.51 uur
[medeverdachte 4] bun [verdachte] . Gesprek in de Engelse taal.
H: En jij hebt het geld niet...
M: Het geld, alles is er en dan van ehh van de West is alles daar en dan morgenvroeg kan ik
misschien alles verkopen maar dat weet ik niet zeker, misschien morgen
H: Oké als je het kunt verkopen, kun je het verkopen, maar als je het moet geven maar het geld niet krijgt kun je het doen, dat oké
Tap-003 sessie 502, 25-04-2016 17.27 uur
[verdachte] belt met [medeverdachte 3] , ze begroeten elkaar
M: Nog nieuws?
D: Weinig, heb jij nog nieuws?
M: Ja ik wil wel handel leveren want ik moet effe centen hebben (….) die moeten 10 rooie hebben dus ik moet effe ik heb, ik ben 50 rooie lichter in 3 weken tijd hier met een kut restaurant
D: (lacht) Wat heb je die W nog of wat anders?
M: Nee die W-tjes
D: Ehh
M: Hoeveel heb je er nodig, 10, 15?
D: Ja dat weet ik niet dan moet ik ze even proberen, ik wil morgen eerst wel even naar jou
toekomen
M: Nee ik breng ze want ze zijn, ze zijn gewoon top, geloof me nou
D: Ja maar
M: Ze zijn gewoon hetzelfde als die Marlboro-tjes, 't zijn diezelfde, ze zijn gewoon, geloof me nou
D: Ja ik geloof jou
M: En dan pak jij er ook 10, 20 kom ik ze dadelijk brengen want ik heb de centen nodig
D: (lacht)
M: Doe dat nou even voor mij, ik heb die centen nodig
D: Ja maar ja, ik ik ik zit op het moment om eerlijk te zeggen al helemaal vol hoor
M: Oké
D: Ik heb er nog zat
Tap-003 sessie 531, 27-04-2016 13.47 uur
M: Heb je wat nodig?
W: Ja dat heb ik je gezegd, die blauwe heb je die?
M: Die blauwe die blauwe die blauwe nee W heb ik
W: W?
M: De blauwe zijn, de W zijn ja
W: Och ja die, nee
M: West
Tap-003 sessie 561, 29-04-2016 09.27 uur
[medeverdachte 5] belt met [verdachte] .
W: En jong gebeurd er niks?
M: Jawel maar wat moet je hebben dan?
W: Ja die andere heb je niet die M die boxen hè
M: Ja die heb ik ook en die W-tjes heb ik ook
W: Welke?
M: Die West
W: West ja ja maar wat heb je voor boxen?
M: Ehh ja dat zijn die half harde zeg maar niet zacht en niet hard dat zijn die wat je altijd gehad hebt
W: In die witte dozen?
M: Nee gewoon die W-tjes en die M-tjes, wat heb je ervoor betaald 14 geloof ik hè
W: Ja 14 voor die witte dozen daar zaten er 25 in
M: Nee die heb ik niet die komen ook niet dat was een eenmalige partij
W: De prijs kan goed zijn als het grei goed is vind ik het schoon
M: Ja dat grei is top
W: Maar dat zijn niet dezelfde als die ik gehad heb toen, ja daar heb ik er nog van
M: Van welke bedoel je?
W: Van die M van die papieren
M: Nee diezelfde heb ik in West topmerk
Tap-002 sessie 4327, 22-06-2016 12.19 uur
[verdachte] belt met NN-man.
M: Nou ik heb hele fijne slag binnen die die die die M-tjes en ehh
N: MB's?
M: Ehh M, M die wat je altijd rood wit zeg maar die aardbeien
N: Ja ja
M: Die harde ah perfect klasse kwaliteit
N: Ja die heb ik
M: Ja die kosten wel die kosten beginnen nou die kosten 15 euro jong
N: De MB's [verdachte] ?
M: Nee die wat je altijd gehad hebt
N: Welke …. (onverstaanbaar)
M: Die eerste
N: Ja dat weet ik toch niet meer
M: Rood wit
N: Ja dat is MB of niet?
M: Neeeeee wat is nou rood wit, jo ken best ik bel je straks wel terug
N: Kom straks even aan of gaat dat niet, ik heb de vrouw hebben ze gisteren geopereerd aan
de borst
M: Ooh
N: Kun je niet even aankomen [verdachte] ?
M: Ja maar als je nou zegt ik pak er een stuk of 20 heb je wat dingen die zijn top, wat je altijd gehad hebt in het begin
N: Ja die Marlboro's
M: Ja maa zegt ie het nog
N: Ja die moet ik hebben
M: Ja oké
N: Moet ik hebben
M: Maar ik kan ze nou bestellen dan kan ik ze straks misschien brengen al
N: Ja kijk maar eens ik moet sowieso 10 dozen hebben dan
M: Ja ja is goed jong
N: Oké
M: Jo hoi
Contacten met betrekking tot de leveringen van sigaretten tussen [verdachte] en [medeverdachte 2]
Op 29 februari 2016 is door het FIOD observatieteam tijdens het volgen van [verdachte] waargenomen dat deze een ontmoeting heeft gehad bij het hotel [hotel] in Venlo met een bestuurder van een voertuig Volkswagen type Sharan. Deze auto was voorzien van een
Belgisch kenteken [kenteken 5]
(het hof begrijpt: [kenteken 5] ). Van de ontmoeting zijn foto's gemaakt.
In 2014 zijn door de FIOD in een onderzoek genaamd Zeppelin te Breda bij het bedrijf [naam] , in twee opslagruimten, in totaal 2.270.000 stuks sigaretten, van het merk Marlboro, in beslag genomen die niet in de heffing van de Wet op de accijns betrokken waren. De opslagruimten waren bij [naam] gehuurd door [medeverdachte 2] . In het onderzoek is gebleken dat deze persoon de voertuigen bestuurde waarmee de sigaretten opgehaald uit de opslag.
Via de taplijn op een telefoonaansluiting van [verdachte] (tap-003) heen de volgende
gesprekken plaatsgevonden. Tijdens het onderzoek is gebleken dat de NN man [medeverdachte 2] betreft.
Tap-003 sessie 30
31-03-2016 10.30 uur
NN-man belt met [verdachte] .
NN: Hai goedemorgen
[verdachte] : Goedemorgen
NN: Kan ik langs komen?
[verdachte] : Voor?
NN: Kan ik komen vandaag ... (onverstaanbaar) is?
[verdachte] : Ja zachte hè?
NN: Maar welke W of M?
[verdachte] : Allebei als je wil, zacht softpakkung
NN: Oké oké
[verdachte] : Hoeveel moetje er hebben dan?
NN: Ehh ik bel jou wat heb
[verdachte] : Oké bel later
NN: Oké hoi
Tap-003 sessie 146
[verdachte] belt met NN-man.
N; Ja goedemiddag
M: Hallo
N: Ehh [verdachte] ik wil ehh heb je die nog, ik heb 5 nodig, ik kom langs
M: Is goed
N: Over 1,5 uur ik zal daar in hotel zijn
M: Oké dezelfde of die?
N: [verdachte] M-tje ja
M: Oké oké jongen
N: Hoi
M: Hoi
Tap-003 sessie 168
08-04-2016 10.19 uur
[verdachte] belt met NN-man
N: [verdachte] wat wil ik jou vragen als is niet te moeilijk voor jou kan jij mij 2 deze ruilen als jij hebt iemand die vraagt voor LB
M: Voor?
N: LB
M: Heb ik niet
N: LB, nee ik heb 2, nee ik heb als jij kan kwijt ik wil ruilen met deze wat jij hebt nou
M: O heb jij 2 LB
N: Ja
M: Ja kom maar maakt niks uit die ruil ik wel maar dat doen we wel maandag of dinsdag goed?
N: Ehh nee ik kom vandaag dan ehh dan weetje wel ik pak dan 7
M: Ja
(ze praten door elkaar)
N: Ik breng jou, hè?
M: Wanneer, wil je vandaag komen?
N: Ik wil vandaag, normaal als jij kan ruilen ik pak 7 weet je als niet dan ik pak 5
M: Oké
N: Daarom ik vraag
M: Nee pak maar 7 ik pak die LB wel
N: Ah oké dan ehh als je komt nou heb jij die M-tje ?
M: Wablief?
N: Ik pak 7 M-tje nou
M: Oké doe ik jojo
N: 12:00 uur
M: Als je een kwartier van te voren even opbellen dan, bel me, hoe laat ben je daar ongeveer op dezelfde plaats
N: Om 12:00 uur precies om 12:00 uur
M: Goed zo
N: Hoi.
Tap-003 sessie 170
08-04-2016 11.57 uur
[verdachte] belt met [medeverdachte 6] .
M: [medeverdachte 6] met [verdachte]
G: Ja jong
M: Ik hoor dat je thuis bent of daar
G: Ik ben hier op de zaak
M: Ik kom eraan zet er effe 7 klaar, zonder ringske
G: Goed
M: Ik ben zo daar
G: Goed jong
M: Hoi.
Tap-003 sessie 334
19-04-2016 13.23 uur
N: [verdachte]
M: Ja
N: Ehh als het goed is, ehh ik wachte want donderdag misschien, pakt deze ene komen jou langs brengen jou
M: Is goed
N: En verder is ehh zijn niets of niet?
M: Nee nog niets, ik heb alleen die W nog
N: Ah
M: Oké?
N: Oké [verdachte]
M: Dank je.
Tap-003 sessie 500
25-04-2016 17.21 uur
N: Ha daarom omdat ik wilde langskomen ehh ik brengen jou wat ik ehh (lacht) ik was in Holland en ik dacht direct om aan jou te geven
M: Wat wil je langs brengen dan?
N: Ehh nee dat gene wat ik moest aan jou nog geven die
M: Ja ja hoeveel hoeveel was dat al weer, wacht ik heb boven het briefje liggen hoeveel was het alweer?
N: Ehm 1,6
M: 1600?
N: Ja
M: Ja ja, waar ben je nou dan?
N: Wat ik vragen wil, nieuws? niks niks binnen?
M: Ik heb die W-tjes nog staan pak daar maar, kan je ook als je wil
N: W-tje? W?
M: Ja
N: Ah oké dan ehh ik kom morgen langs
M: Kan je morgenvroeg heel vroeg hier zijn?
N: Om hoe laat?
M: Maakt mij niks uit, 08:00 uur?
N: Ehhh weet je wat is ehh ik bel vanaf hoe laat is voor jou vroeg 11:00 uur?
M: Nee 08:00 uur
N: 08:00 uur
M: Ja
N: (lacht) om 08:00 uur is er veel verkeer
M: Ja rij je fijn weg om 07:00 uur uit Antwerpen en kom je deze kant uit
N: Ehh 08:00 uur is te vroeg hè maar 11:00 uur
M: Nee man is niet vroeg
N: Hè
M: Hoeveel hoeveel moet je er hebben dan?
N: Ik weet niet ehh ik moet vragen weetje dus ik heb geen ehh ... (onverstaanbaar) iemand
maar ik weet niet wat hij wil
M: Dan neem je die, neem je die 18, die 18 mee en dan pak je en pak je een doos of 5 of 6 mee
N: Ehh oké
M: Kijk ga maar kijken voor bestelling bel je me over een uurtje terug, dan zeg je ik moet 6 dozen hebben of 8 dozen of 10 dozen want ik heb er niet meer zoveel staan en misschien duurt het nog een paar weken
N: Ahh oké dan, oké
M: Bel je me dadelijk even terug hè?
N: Ehh maar 08:00 uur ik kan niet, kan het niet iets later, 11:00 uur, 12:00 uur?
M: Nee iets vroeger, ik moet snel centen hebben
N: Ahh als je wilt
M: Doe maar 09:00 uur
N: Als je wil, hoe laat?
M: 09:00 uur?
N: 09:00 uur is veel verkeer, ik weet niet
M: Nee is geen verkeer, nee want het is nu vakantie, is geen verkeer
N: Nu is vakantie?
M: Ja kinderen hebben paasvakantie
N: Ah oké dan 09:00 uur, is goed
M: Maar hoe veel moet je er nou hebben dan?
N: Ik weet niet veel te kort 5 pak
M: 5 stuks?
N: Ja
M: Neem je centen mee van die 5 en die 1800 want ik heb die centen nodig
N: Ahh oké
M: Moment, we kunnen het anders doen
N: Oké
M: Wablief?
N: Wat ik heb ik breng oké
M: Goed zo
N: Hoi
M: Hoi.
Tap-003 sessie 509
26-04-2016 07.53 uur
[verdachte] belt met NN-man en vraagt waar hij naartoe moet komen en hoe laat. Tegen 09:00 uur zegt NN. In Venlo hè. NN is tegen 09:00 uur bij de [bedrijf 3] . Venlo herhaalt [verdachte] nog eens. In Venlo [bedrijf 3] ja zegt NN. Hoeveel vraagt [verdachte] . 6 zegt NN. 6 herhaalt [verdachte] . Ja bevestigt NN. 6 stuks 09:00 uur zegt [verdachte] . Oké
(OBS-009) Op 26-04-2016 om 08.05 uur neemt observatieteam van de FIOD plaats aan de [straatnaam] .
Om 08.33 belt [verdachte] met [medeverdachte 7] dat hij geen 12 maar 10 moet klaarzetten.
Om 08.39 uur rijdt [verdachte] zijn auto achterwaarts de loods in.
Om 08.42 uur wordt gezien dat [verdachte] bij de loods vertrekt.
Om 08.43 uur wordt waargenomen dat [verdachte] stopt op het adres [adres 5] en daar 4 bruine dozen naar binnen brengt. [verdachte] vertrekt weer om 08.51 uur.
(opmerking hof: zie ook bewijsmiddel 15 in de bijlage bij het vonnis van de rechtbank met betrekking tot OBS-009, betreffende de levering aan mevrouw [betrokkene 1] , echtgenote van [betrokkene 2] )
Tap-003 sessie 518
26-04-2016 08.54 uur
[verdachte] belt met NN-man en vraagt of hij al daar is. Ja bevestigd NN. In 5 minuten ben ik daar zegt [verdachte] . Oké
Om 09.05 uur ziet het OT de auto van [verdachte] bij de [bedrijf 3] staan naast een Belgisch
gekentekende ( [kenteken 5] ,
het hof begrijpt: [kenteken 5] )VW Charan staan.
Om 09.09 uur zit [verdachte] met de man behorende bij de VW aan een tafeltje in de [bedrijf 3] .
Om 09.17 uur laden [verdachte] en [medeverdachte 2] 6 bruine dozen vanuit zijn Mercedes in de VW Charan (foto’s DOC-027).
Uit de gesprekken en de waarnemingen (loods camera en OT) is op te maken dat [verdachte] 6 dozen met vermoedelijk illegale sigaretten levert aan [medeverdachte 2] .
Op 29 juni 2016 heeft de Douane met toestemming van mevrouw [betrokkene 1] zoekend rondgekeken in de woning op genoemd adres. Zij troffen in de kelder 3 dozen aan waarvan er 2 waren geopend. In de 3 dozen zaten elk 50 sloffen sigaretten van het merk Marlboro (DOC-057;
opmerking hof: zie bewijsmiddel 16 in de bijlage bij het vonnis van de rechtbank).
[betrokkene 1] woont op het adres [adres 5] , zijnde het adres waar [verdachte] op 26-040-2016 4 dozen heeft afgeleverd. De echtgenoot van [betrokkene 1] is [betrokkene 2] .
7.
het proces-verbaal van ambtshandeling “Schermafdrukken gemaakt van video opnamen, inzet Observatieteam d.d. 26-04-2016, waarneming aflevering 6 dozen door [verdachte] aan [medeverdachte 2] ”, opgemaakt d.d. 27 juni 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [8] :
Op 26 april 2016 tussen 06:52 uur en 13:00 is de verdachte [verdachte] geobserveerd. Van deze observatie is een afzonderlijk proces-verbaal opgemaakt, OBS-009.
Op 17 februari 2016 werd een videoconfiguratie geplaatst, waarbij de camera werd gericht op het adres [adres 6] .
Op 26 februari 2016 werd een videoconfiguratie geplaatst, waarbij een tweede camera werd
gericht op het adres [adres 6] .
Op 26 april 2016 heb ik na het uitkijken van de videobeelden schermafdrukken gemaakt van de waarnemingen tussen 26 april 2016 om 08:25 uur en 08:43 uur. Deze schermafdrukken zijn in het dossier opgenomen onder DOC-028.
Uit beantwoording van het RHV-Siena 1 verzoek is de navolgende tenaamstelling bekend
geworden:
Volkswagen Sharan [kenteken 5]
Houder: [medeverdachte 2] , geboren d.d. [geboortedatum 1] , wonende te Antwerpen
Op 2 mei 2016 heb ik tijdens het bekijken van de video opnamen, vastgelegd op een CD-rom met het nummer 60.cc.28/12.60, schermafdrukken gemaakt. Deze schermafdrukken heb ik als DOC-027 opgenomen in het dossier. Op de video opnamen zie ik dat de persoon [medeverdachte 2] bruin kleurige dozen, aan de ene kant voorzien van een stip en aan de aan de andere zijde voorzien van een kring, in de kofferbak van een auto zet. Verder zie ik dat [verdachte] een doos overhandigd aan [medeverdachte 2] en dat zij elkaar de hand schudden.
8.
het proces-verbaal “Overdracht monsters sigaretten voor onderzoek aan het Douanelaboratorium”, opgemaakt d.d. 14 juli 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [9] :
Doorzoekingen op plaatsen
In het kader van dit strafrechtelijk onderzoek heeft op 29 juni 2016 een doorzoeking
plaatsgevonden op de navolgde locaties:
B. [verdachte] , [adres 1]
C. Loods [adres 6]
D. Cafetaria [bedrijf 1] [adres 2]
E. Restaurant [bedrijf 2] [adres 3]
E1. Voertuig [adres 3]
Daarnaast zijn op 29 juni 2016 locaties van afnemers bezocht door medewerkers van de douane:
3. [betrokkene 2] [adres 5]
Onderzoek door douanelaboratorium
Ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek, zal technisch/forensisch onderzoek aan de in beslag genomen sigaretten worden verricht door het Douanelaboratorium te Amsterdam. Hiertoe zijn door mij uit de inbeslaggenomen hoeveelheden sigaretten monsters genomen.
Locatie D
Op locatie D werden de navolgende hoeveelheden sigaretten bij de doorzoeking aangetroffen.
Vindplaatscode: D.01.01.001, 6 pakjes L&M red label.
Overgedragen sigaretten locatie D aan het douanelaboratorium:
Van voornoemde sigaretten zijn mij de navolgende hoeveelheden t.b.v. het onderzoek door
het douanelaboratorium overgedragen en als volgt gecodeerd:
Vindplaatscode: D.01.01.001, 1 pakje L&M red label, gecodeerd D-1.
Locatie E
Op locatie E werden de navolgende hoeveelheden sigaretten bij de doorzoeking aangetroffen.
Vindplaatscode: E.01.01.001, 15 sloffen Marlboro (a 200 stuks).
Vindplaatscode: E.01.01.002, 1 pakje Marlboro.
Overgedragen sigaretten locatie E aan het douanelaboratorium:
Van voornoemde sigaretten zijn mij de navolgende hoeveelheden t.b.v. het onderzoek door
het douanelaboratorium overgedragen en als volgt gecodeerd:
Vindplaatscode: E.01.01.001, 1 slof Marlboro (a 200 stuks), gecodeerd E-1.
Locatie E1
Op locatie E1 werden de navolgende hoeveelheden sigaretten bij de doorzoeking aangetroffen.
Vindplaatscode: E1.01.001, 10 pakjes Marlboro.
Vindplaatscode: E1.01.002, 10 pakjes West.
Vindplaatscode: E1.01.003, 4 pakjes L&M red label.
Overgedragen sigaretten locatie E1 aan het douanelaboratorium:
Van voornoemde sigaretten zijn mij de navolgende hoeveelheden t.b.v. het onderzoek door
het douanelaboratorium overgedragen en als volgt gecodeerd:
Vindplaatscode: E.01.001, 1 pakje Marlboro, gecodeerd E1-1.
Vindplaatscode: E1.01.002, 1 pakje West, gecodeerd E1-2.
Vindplaatscode: E1.01.003, 1 pakje L&M red label, gecodeerd E1-3.
Douanelocaties
Locatie 3
Op locatie 3 werden de navolgende hoeveelheden sigaretten bij de doorzoeking aangetroffen:
6 pakjes HB;
2 pakjes King Size JIM;
1. pakje Pall Mall;
1. pakje Cesar Rood;
1. pakje Cesar Wit;
1. pakje Marlboro (aangebroken);
1. pakje Lion;
pakje L&B.
Overgedragen sigaretten locatie LOC3 aan het douanelaboratorium:
Van voornoemde sigaretten zijn mij de navolgende hoeveelheden t.b.v. het onderzoek door
het douanelaboratorium overgedragen en als volgt gecodeerd:
1. pakje HB, gecodeerd LOC3-1;
1. pakje King Size JIM, gecodeerd LOC3-2;
1. pakje Pall Mall, gecodeerd LOC3-3;
1. pakje Cesar Rood, gecodeerd LOC3-4;
1. pakje Cesar Wit, gecodeerd LOC3-5;
1. pakje Marlboro (aangebroken), gecodeerd LOC3-8;
1. pakje Lion, gecodeerd LOC3-9;
1. pakje L&B, gecodeerd LOC3-10.
9.
het proces-verbaal “Ontvangen rapportage Douanelaboratorium”, opgemaakt d.d. 28 november 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [10] :
Ten behoeve van het strafrechtelijk onderzoek, is technisch/forensisch onderzoek aan de in
beslag genomen sigaretten verricht door het Douanelaboratorium te Amsterdam. Hiertoe zijn door mij uit de inbeslaggenomen hoeveelheden sigaretten monsters genomen en op 14 juli 2016 overgedragen aan [onderzoeker] , hoofdscheikundige/senior chemist.
Op 30 augustus 2016 ontving ik per mail van [onderzoeker] de resultaten van het onderzoek door het Douanelaboratorium, verwoord in de met de mail meegezonden bijlage genaamd "241S016 vergelijkend labonderzoek tabak FIOD Arnhem 8791 O - 8824 O 16.pdf.
Genoemde bijlage is door mij als DOC-056 aan het onderzoeksdossier toegevoegd.

10.het geschrift, te weten een brief van [onderzoeker] van Douane laboratorium

te Amsterdam aan Belastingdienst / FIOD Arnhem, opgemaakt d.d. 29 augustus 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [11] :
Betreft: (laboratorium)onderzoek tabak
1. Inleiding
Op 14 juli jl. heb ik van [naam] van de FIOD Arnhem, team M, monsters “pakjes/sloffen met sigaretten” ontvangen met de vraag om binnen die monsters overeenkomsten/verschillen vast te stellen. Zowel qua tabak, sigaret als verpakkingswijze. Hoe deze overeenkomsten/verschillen vastgesteld worden, wordt door de FIOD aan de expertise van het Douane Laboratorium overgelaten. De monsters hebben bij ons de laboratoriumnummers 8791 O 16 t/m 8824 O 16 gekregen. Een beschrijving van de monsters is verderop in dit rapport weergegeven.
2. Gebruikte onderzoeksmethoden
In tabel 1 staan de analysemethoden genoemd die door de afdeling Douane Documentenonderzoek zijn uitgevoerd op deze monsters.
Tabel 1: de gebruikte analysemethoden voor de monsters sigaretten bij de afdeling
Douane Documentenonderzoek
matrix
analysemethode
A
sigarettenpakje
Beoordeling barcode
B
sigarettenpakje
Beoordeling gezondheidswaarschuwing
C
sigarettenpakje
Beoordeling productcode
D
sigarettenpakje
Vaststellen of het pakje gemaakt is van (al dan niet optisch dood) papier/karton
E
sigarettenpakje
Vaststellen wat de oorspronkelijke vorm van het pakje was
F
sigarettenpakje
Vaststellen hoe de lijm op het pakje is aangebracht
G
sigarettenpakje
Vaststellen welke druktechniek gebruikt is
H
papier om filter
Vaststellen of deze geperforeerd is
I
Inlay van zilver cq. goud gekleurd papier
Vaststellen of dit papier gemaakt is van optisch dood papier en of de snijvorm liggend of staand is
J
sluitzegel
Beoordeling sluitzegel
3. Resultaten
3.1
Resultaten documentenonderzoek
A. barcode op sigarettenpakje
Er zijn 15 verschillende barcodes aanwezig op de pakjes. Identieke barcodes zijn vaak merk gerelateerd, maar soms heeft een deel van deze merken weer een andere barcode. Een bijzonder resultaat vormt de barcode van de Marlboro sigaretten. Deze zijn voor alle Marlboro sigaretten identiek en conform de gangbare barcode voor Marlboro, maar ook vier van de zes monsters West sigaretten hebben deze barcode.
B. gezondheidswaarschuwing op sigarettenpakje
Bij de slof Pall Mall was ieder pakje voorzien van een unieke gezondheidswaarschuwing. Bij alle overige sloffen waren alle pakjes binnen een slof voorzien van identieke gezondheidswaarschuwingen. Dit laatste is niet toegestaan op grond van de aanduidingswet tabaksproducten. Bij deze sloffen, alsmede bij de afzonderlijke pakjes zijn totaal 15 verschillende gezondheidswaarschuwingen gevonden.
C. productiecode op sigarettenpakje
Bij 10 monsters was een productiecode aanwezig op de pakjes. Deze nummers waren gestanst of geprint.
D. materiaal sigarettenpakje
Het sigarettenpakje is óf van papier óf van karton. Zowel het papier als het karton kan optisch dood zijn (licht niet op onder een UV-lamp) of niet optisch dood (ligt wel op onder een UV-lamp). Zodoende zijn er 4 categorieën te maken:
1. papier, optisch dood
2. papier, niet optisch dood
3. karton, optisch dood
4. karton, niet optisch dood
E. oorspronkelijke vorm van het sigarettenpakje
Bij dit onderzoek is gekeken naar de vorm van het sigarettenpakje VOOR het verlijmen. Vroeger zag je dat de pakjes op bepaalde plaatsen opengesneden waren (opencut).
F. manier hoe lijm op het pakje is aangebracht
De lijm op het sigarettenpakje kan handmatig of machinaal zijn aangebracht.
G. gebruikte druktechniek
Alleen de twee Pall Mall pakjes zijn gedrukt met diepdruk. Alle andere monsters zijn met offset gedrukt.
H. perforatie papier om filter
Om een beter rookgedrag te krijgen, worden soms gaatjes in het papier rond het filter aangebracht. Bij dit onderzoek is gekeken of deze gaatjes aanwezig waren of niet aanwezig waren.
I. materiaal innerlay
De innerlay is ofwel staand of liggend. Of optisch dood of niet optisch dood.
J. sluitzegel (accijnszegel) sigarettenpakje
Voor zover er een sluitzegel aanwezig was, betrof dit een “duty free” zegel. Er was één uitzondering: het merk BECT (Russisch) was voorzien van een accijnszegel van Wit-Rusland. Een “duty free” zegel is in tabel 3 aangegeven met een 1, het Wit-Rusland accijnszegel is aangegeven met een 2.
Tabel 3: de resultaten voor de monsters sigaretten bij de afdeling Douane Documentenonderzoek
Lab. nummer
Handelsnaam
Code FIOD
aantal
J
Conclusie door
Documenten onderzoek
8804 O
L&M red label
D-1
1
Namaak
8805 O
Marlboro
E-1
10
1
Namaak
8806 O
Marlboro
E1-1
1
Namaak
8807 O
West
E1-2
1
1
Namaak
8808 O
L&M red label
E1-3
1
1
Namaak
8815 O
HB
LOC3-1
1
Namaak
8816 O
King Size JIM
LOC3-2
1
White
8818 O
Cesar Rood
LOC3-4
1
1
White
8819 O
Cesar Wit
LOC3-5
1
White
8820 O
Marlboro (Engels)
LOC3-6
10
1
Namaak
8822 O
Marlboro open
LOC3-8
1
1
Namaak
8823 O
Lion
LOC3-9
1
1
White
8824 O
L&B
LOC3-10
1
1
Namaak
J = sluitzegel
4. Conclusie
Uit het documentenonderzoek is vast komen staan dat de Pall Mall sigaretten echt zijn, alsmede de BECT sigaretten. De overige officiële merken (L&M, West, Marlboro, L&B, HB) zijn namaak. Alle andere merken zijn bekend als “illicit white” sigaretten. Tussen de verschillende merken zijn geen overeenkomsten gevonden.
11.
het proces-verbaal van bevindingen, opgemaakt d.d. 4 augustus 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [12] :
Betreft: onderzoek door de Douane inzake afgifte vergunning/EORI nummer.
Op 2 augustus 2016 heb ik per mail aan [belastingambtenaar] , ambtenaar van de
Belastingdienst, bevoegd inzake douane, werkzaam bij de Belastingdienst/douane Nijmegen, verzocht om in de douanesystemen te kijken en te verifiëren of voor de hierna genoemde personen en/of panden-bedrijven een vergunning is afgegeven, voor opslag of het voorhanden hebben, al dan niet onder schorsing, van enig accijnsgoed. Aan [belastingambtenaar] heb ik ook gevraagd om in de douanesystemen te kijken of voor deze personen en/of panden-bedrijven een EORI nummer is afgegeven:
- [medeverdachte 1] ( [geboortedatum 2] ), Venlo
- [betrokkene 3] ( [geboortedatum 3] ), Venlo
- [verdachte] ( [geboortedag] 1957) [adres 1]
- Loods, [adres 6]
- Cafetaria [bedrijf 1] , [adres 2]
- Restaurant [bedrijf 2] , [adres 3] .
Op 4 augustus 2016 heb ik van [belastingambtenaar] een proces-verbaal van ambtshandeling ontvangen. In dit proces-verbaal van ambtshandeling staat beschreven dat voor de bovengenoemde verdachten en/of panden-bedrijven door de douane geen vergunning voor opslag of het voorhanden hebben, al dan niet onder schorsing, van enig accijnsgoed is afgegeven. Een EORI nummer is eveneens aan de bovengenoemde verdachten en/of panden-bedrijven niet verstrekt.
* Toelichting vergunning voorhanden hebben enig accijnsgoed:
Voor het opslaan van accijnsgoederen in Nederland dient men overeenkomstig de voorschriften in bezit te zijn van een “Vergunning opslag in een accijnsgoederenplaats”. Deze accijnsgoederen liggen onder schorsing van accijns opgeslagen. Voor de opslag van tabaksproducten (sigaren, sigaretten en rooktabak) gelden geen hoeveelheden. De accijns zijn verschuldigd als de goederen uit de accijnsgoederenplaats worden uitgeslagen voor
verbruik in Nederland.
* Toelichting EORI-nummer:
Met het EORI-nummer worden marktdeelnemers door de Douane in alle lidstaten op dezelfde manier geïdentificeerd. Dit levert voor zowel die marktdeelnemers als voor de Douane efficiencyvoordelen op. (EORI-nummer = Economie Operators Registration and Identification nummer). De Europese Unie registreert voor de douaneautoriteiten van de verschillende lidstaten alle EORInummers centraal in de EORI-database.
12.
het proces-verbaal van ambtshandeling, opgemaakt d.d. 4 augustus 2016, voor zover - zakelijk weergegeven - inhoudende [13] :
Ik, ondergetekende, [belastingambtenaar] , ambtenaar van de Belastingdienst, bevoegd inzake douane, werkzaam bij de Belastingdienst/Douane Nijmegen verklaar het volgende:
Aanleiding:
Onder de codenaam “Spitfire” (gefis: 57576) is door de FIOD Arnhem een onderzoek gestart naar mogelijke strafbare activiteiten in Nederland gepleegd door personen die in georganiseerd verband betrokken zijn bij grootschalige import en handel van illegale sigaretten.
Op 29 juni 2016 hebben op diverse locaties in Nederland doorzoekingen plaatsgevonden, waarbij sigaretten zijn aangetroffen die niet overeenkomstig de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken.
Afgeven vergunning / EORI nummer:
Voor onderstaande verdachten en/of panden is door de Douane geen vergunning voor opslag of het voorhanden hebben, al dan niet onder schorsing, van enig accijnsgoed afgegeven en ook geen EORI nummer.
Verdachten:
- [medeverdachte 1] ( [geboortedatum 2] ), Venlo;
- [betrokkene 3] ( [geboortedatum 3] ), Venlo;
- [verdachte] ( [geboortedag] 1957) [adres 1] .
Panden:
- Loods, [adres 6] ;
- Cafetaria [bedrijf 1] , [adres 2] ;
- Restaurant [bedrijf 2] , [adres 3] .
Aanvulling bewijsoverwegingen
I.
De beslissing dat het bewezenverklaarde door de verdachte is begaan, berust op de
feiten en omstandigheden als vervat in de bewijsmiddelen zoals die door de rechtbank zijn opgenomen in de bijlage bij het vonnis en de hierboven vermelde bewijsmiddelen, in onderlinge samenhang beschouwd.
II.
Op grond van de bewijsmiddelen zoals die door de rechtbank zijn opgenomen in de bijlage bij het vonnis en de hierboven vermelde bewijsmiddelen stelt het hof - in aanvulling op de bewijsoverwegingen van de rechtbank - het navolgende vast.
Op 16 maart 2016 en 22 maart 2016 zijn bij de loods aan de [adres 6] in het bijzijn van en met medewerking van de verdachte dozen afgeleverd en opgeslagen. De leverancier van de dozen kwam niet zelf bij de loods. Op 16 maart 2022 werd de vrachtwagen met Pools kenteken door de medeverdachte [medeverdachte 1] naar de loods gereden en na het lossen bij de loods nabij cafetaria [cafetaria] in Venlo overgedragen aan de bestuurder van een Audi met Pools kenteken.
Uit hieronder te noemen feiten en omstandigheden blijkt dat de dozen sigaretten bevatten die niet overeenkomstig de bepalingen van de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken. De loods aan de [adres 6] was mede in gebruik bij de verdachte. Aan de verdachte en de medeverdachten [medeverdachte 1] en [betrokkene 3] noch voor de genoemde loods is door de Douane een vergunning voor de opslag of het voorhanden hebben van enig accijnsgoed afgegeven.
De in maart 2016 geleverde sigaretten werden direct op de markt gebracht, althans door (onder meer) de verdachte werden direct de nodige acties ondernomen om deze te verkopen. Uit taps van telefoongesprekken blijkt dat hij de sigaretten aan diverse personen te koop heeft aangeboden. De verdachte heeft de onveraccijnsde sigaretten vervolgens geleverd aan verschillende afnemers, onder meer op 26 april 2016 aan [betrokkene 1] / [betrokkene 2] op het adres [adres 5] en aan [medeverdachte 2] bij de [bedrijf 3] te Venlo. Deze [medeverdachte 2] is als verdachte in een soortgelijke zaak eerder in beeld gekomen in 2014 in een onderzoek van de FIOD met de naam Zeppelin. In die zaak zijn in een door [medeverdachte 2] gehuurde opslagruimte in totaal 2.270.000 stuks sigaretten van het merk Marlboro in beslag genomen die niet in de heffing van de Wet op de accijns betrokken waren.
Tijdens (door)zoekingen op 29 juni 2016 in de horecagelegenheden van de verdachte, te weten cafetaria [bedrijf 1] aan de [adres 2] en restaurant [bedrijf 2] aan de [adres 3] , in de auto van de verdachte en in de woning van de afnemer [betrokkene 2] / [betrokkene 1] aan de [adres 5] zijn onveraccijnsde sigaretten van verschillende merken aangetroffen en inbeslaggenomen. De inbeslaggenomen pakjes sigaretten waren niet voorzien van een geldig accijnszegel. In het Douane laboratorium te Amsterdam is een forensisch onderzoek ingesteld naar de echtheid van de sigaretten. Op basis van het documentenonderzoek is vast komen te staan dat sigaretten met de labels L&M, West, Marlboro, L&B en HB namaak waren.
Uit de taps van telefoongesprekken die de verdachte met anderen voerde blijkt dat er gebruik werd gemaakt van versluierd taalgebruik. De verdachte gebruikte in die gesprekken namelijk termen als M, M-tjes, MB, W, W-tjes, LB, rooie, rood wit, blauw, hard en zacht. Er is echter ook openlijk gesproken over West en Marlboro en over harde en zachte pakjes. In het tapgesprek TAP-003 sessie 502 d.d. 25 april 2016 (bewijsmiddel 14 in de bijlage met bewijsmiddelen van de rechtbank en meer uitgebreid opgenomen bij de bewijsmiddelen in dit arrest) zegt de verdachte dat de W-tjes hetzelfde zijn als die Marlboro-tjes. Dit duidt erop dat het ging om sigaretten die vermoedelijk afkomstig waren van een illegale sigarettenfabriek.
Op grond van bovenstaande feiten en omstandigheden - zoals die blijken uit de bewijsmiddelen - acht het hof met de rechtbank en de advocaat-generaal wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte in de tenlastegelegde periode met anderen opzettelijk sigaretten voorhanden heeft gehad die niet overeenkomstig de Wet op de accijns in de heffing waren betrokken. In het bijzonder heeft het hof daarbij gelet op de navolgende feiten en omstandigheden:
  • de bij de verdachte en een afnemer in beslag genomen sigaretten waren niet voorzien van de juiste accijnszegels;
  • er was aan de verdachte en de medeverdachten geen vergunning afgegeven om onveraccijnsde tabaksproducten voorhanden te mogen hebben;
  • alle onder de verdachte inbeslaggenomen sigaretten waren namaak;
  • in telefoongesprekken bediende de verdachte zich van versluierd taalgebruik, zoals M-tjes en W-tjes;
  • er werd op een heimelijke manier gehandeld door het overgeven van vervoermiddelen bij de aflevering van dozen bij de loods;
  • in telefoongesprekken heeft de verdachte expliciet merken van sigaretten genoemd die passen bij de versluierde bewoordingen, te weten Marlboro en West;
  • één van de personen aan wie de verdachte goederen leverde was [medeverdachte 2] , een persoon die eerder in een ander strafrechtelijk onderzoek in beeld is gekomen in verband met het voorhanden hebben van niet in de heffing van de Wet op de accijns betrokken sigaretten.
Uit het onderzoek door de FIOD blijkt dat er bij de loods aan de [adres 6] in de tenlastegelegde periode minimaal 360 dozen à 10.000 stuks sigaretten zijn afgeleverd, te weten 100 dozen op 16 maart 2016 en 260 dozen op 22 maart 2016. Het gaat in totaal om 3.600.000 stuks sigaretten.
Ter terechtzitting in hoger beroep is namens de verdachte andermaal een alternatief scenario naar voren gebracht, te weten dat hij in de tenlastegelegde periode heeft gehandeld in onder andere parfums, met merknamen die lijken of gelijkluidend zijn aan sigarettenmerken. Van handel in sigaretten is geen sprake geweest, aldus de raadsman.
Ook voor het hof is dit alternatieve scenario geenszins aannemelijk geworden. De raadsman heeft ter onderbouwing van het alternatieve scenario onder meer aangevoerd dat de woorden ‘hard’ en ‘zacht’ in de telefoontaps gaan over de wijze waarop de parfums zijn gemaakt, namelijk op oliebasis of waterbasis. Het hof stelt echter vast dat in de taps zo nu en dan letterlijk wordt gesproken over een zachte verpakking en ook over een “zachte softpakkung”. Dat duidt er geenszins op dat werd gesproken over de basisstof van een parfum, maar juist dat het over de verpakking van een product ging.
In hoger beroep zijn op verzoek van de verdediging bij de raadsheer-commissaris als getuigen [getuige 1] en [getuige 2] gehoord. Deze personen komen in het dossier voor in taps van telefoongesprekken met de verdachte. Hun verklaringen vormen geen onderbouwing voor het standpunt dat in die telefoongesprekken met de verdachte is gesproken over parfum.
Anders dan de raadsman, is het hof van oordeel dat er een duidelijk verband is tussen de in maart 2016 bij de loods aan [adres 6] afgeleverde dozen, de op 26 april 2016 bij [betrokkene 1] / [betrokkene 2] aan de [adres 5] door de verdachte afgeleverde dozen en de tijdens de zoekingen op 29 juni 2016 onder de verdachte en de afnemer [betrokkene 1] / [betrokkene 2] aangetroffen sigaretten. Bij dit oordeel betrekt het hof de omstandigheid dat de verdachte in de tussenliggende periode in getapte telefoongesprekken het steeds heeft gehad over termen zoals West, Marlboro, MB-tjes, M-tjes, W-tjes enzovoort. Onder de verdachte zijn op 29 juni 2016 daadwerkelijk onveraccijnsde sigaretten van de merken West en Marlboro aangetroffen en bij [betrokkene 1] / [betrokkene 2] werden dergelijke sigaretten van het merk Marlboro aangetroffen.
Het verweer wordt verworpen.
Op te leggen sanctie
Namens de verdachte is ter terechtzitting in hoger beroep bepleit dat aan hem bij een bewezenverklaring een straf zal worden opgelegd met een aanzienlijk groter voorwaardelijk deel dan is gevorderd door de advocaat-generaal. Daartoe is aangevoerd dat het inmiddels gaat om een oude zaak, om welke reden het de vraag is welk nut de oplegging van een straf nu nog heeft. In dat kader heeft de raadsman gewezen op de inhoud van het de verdachte betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie, waaruit blijkt dat het niet gaat om iemand die duidelijk op het verkeerde pad is. Voorts is aandacht gevraagd voor de mate van overschrijding van de redelijke termijn.
Het hof heeft bij de bepaling van de op te leggen straf gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van het hof kan, gelet op de ernst van het bewezenverklaarde in de verhouding tot andere strafbare feiten, zoals onder meer tot uitdrukking komt in het hierop gestelde wettelijk strafmaximum en in de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Het hof heeft daarbij gelet op de volgende omstandigheden.
De verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 5 van de Wet op de accijns opgenomen verbod, namelijk het voorhanden hebben van een grote hoeveelheid niet in de accijnsheffing betrokken tabaksproducten. Dit handelen van de verdachte staat in directe relatie met de handel in illegale sigaretten, waarbij voor een groot bedrag aan accijns is ontdoken waarmee de maatschappij ernstig is benadeeld. Bovendien wordt op dergelijke wijze een oneerlijke concurrentiepositie verkregen ten opzichte van producenten van en handelaren in tabaksproducten die de accijnsrechtelijke verplichtingen wel naleven.
Door de FIOD is becijferd dat het aan de fiscus toegebrachte nadeel € 653.455,61 bedraagt. De LOVS-oriëntatiepunten voor straftoemeting in fraudezaken geven als indicatie voor de op te leggen straf bij een benadelingsbedrag dat ligt tussen € 500.000,00 en € 1.000.000,00: een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 18 tot 24 maanden.
Ten aanzien van de persoonlijke omstandigheden van de verdachte heeft het hof gelet op de inhoud van het hem betreffende Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 27 januari 2022, waaruit blijkt dat hij eerder in aanraking is gekomen met politie en justitie. Voorts heeft het hof acht geslagen op de overige persoonlijke omstandigheden van de verdachte, voor zover daarvan ter terechtzitting in hoger beroep is gebleken.
Alles afwegende is het hof van oordeel dat oplegging van (in beginsel) een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren, een passende en geboden straf is.
Met oplegging van een gedeeltelijk voorwaardelijke straf wordt enerzijds de ernst van het bewezenverklaarde tot uitdrukking gebracht en wordt anderzijds de strafoplegging dienstbaar gemaakt aan het voorkomen van nieuwe strafbare feiten.
Tenuitvoerlegging van de op te leggen gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.
Redelijke termijn
Het hof stelt voorop dat elke verdachte recht heeft op een openbare behandeling van zijn zaak binnen een redelijke termijn als bedoeld in artikel 6 van het Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden (EVRM). Deze waarborg strekt er onder meer toe te voorkomen dat een verdachte langer dan redelijk is, onder de dreiging van een strafvervolging zou moeten leven.
In dat kader heeft het hof het volgende geconstateerd.
De verdachte is op 29 juni 2016 in verzekering gesteld, terwijl de rechtbank een eindvonnis heeft gewezen op 18 juni 2019. Gelet hierop stelt het hof vast dat de redelijke termijn in eerste aanleg met bijna 12 maanden is overschreden.
De redelijke termijn in hoger beroep is aangevangen op 19 juni 2019 met het instellen van hoger beroep door de verdachte. Het hof wijst op 12 april 2022 arrest. Ook de behandeling in hoger beroep is daarom niet afgerond met een einduitspraak binnen 24 maanden na aanvang van de redelijke termijn. Het hof stelt vast dat de redelijke termijn in hoger beroep met bijna 10 maanden is overschreden.
De totale overschrijding van de redelijke termijn in eerste aanleg en hoger beroep tezamen bedraagt ongeveer 22 maanden. Van bijzondere omstandigheden die deze overschrijding kunnen rechtvaardigen is niet gebleken.
Zonder schending van de redelijke termijn zou een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 5 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren, passend en geboden zijn geweest. Nu de redelijke termijn is geschonden, zal het hof het voorwaardelijk strafdeel verhogen en volstaan met het opleggen van een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 8 maanden voorwaardelijk en een proeftijd van 2 jaren.
Beslag
De hierna te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, met betrekking tot welke het tenlastegelegde en bewezenverklaarde is begaan, dienen te worden onttrokken aan het verkeer, aangezien het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De beslissing is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36b, 36c, 47 en 63 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 5 en 97 van de Wet op de accijns, zoals deze ten tijde van het bewezenverklaarde rechtens golden dan wel ten tijde van het wijzen van dit arrest rechtens gelden.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde straf en doet in zoverre opnieuw recht.
Veroordeelt de verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) maanden.
Bepaalt dat een gedeelte van de gevangenisstraf, groot
8 (acht) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van
2 (twee) jarenaan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in enige in artikel 27, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht bedoelde vorm van voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht, voor zover die tijd niet reeds op een andere straf in mindering is gebracht.
Beveelt de
onttrekking aan het verkeervan de in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- 6 pakjes L&M red label;
- 15 sloffen à 200 stuks Marlboro;
- 1 pakje Marlboro;
- 10 pakjes Marlboro;
- 10 pakjes West;
- 4 pakjes L&M red label.
Bevestigt het vonnis waarvan beroep voor het overige, met in achtneming van het hiervoor overwogene.
Aldus gewezen door:
mr. A.C. Bosch, voorzitter,
mr. drs. P. Fortuin en mr. J. Platschorre, raadsheren,
in tegenwoordigheid van mr. H.M. Vos, griffier,
en op 12 april 2022 ter openbare terechtzitting uitgesproken.
mr. drs. P. Fortuin is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.In de hierna volgende bewijsmiddelen wordt - tenzij anders vermeld - verwezen naar het proces-verbaal van de Fiod/Belastingdienst, dossiernummer 57576 (Spitfire), opgenomen in 6 ordners met niet doorgenummerde dossierpagina’s, gesloten op 15 december 2016, bestaande uit in wettige vorm opgemaakte processen-verbaal en/of geschriften.
2.V002-01 (ordner 4), p. 2-3.
3.AMB-045 (ordner 1), p. 1.
4.OBS-005 (ordner 3), p. 1-4.
5.AMB-050 (ordner 3), p. 6.
6.AMB-027 (ordner 1), p. 2.
7.OPV-1 (ordner 1), p. 28-35.
8.AMB-031 (ordner 1), p. 2-3.
9.AMB-075 (ordner 1), p. 31-34.
10.AMB-082 (ordner 1), p. 1.
11.DOC-056 (ordner 3), p. 1-10.
12.AMB-077 (ordner 1), p. 1-2.
13.AMB-077a (ordner 1), p. 1.