ECLI:NL:GHSHE:2022:1263
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Hoger beroep tegen veroordeling voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet met betrekking tot grote hoeveelheden softdrugs
In deze zaak gaat het om een hoger beroep tegen een vonnis van de rechtbank Limburg, waarbij de verdachte is veroordeeld voor opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De verdachte, geboren in 1974 en wonende te [adres], was eerder veroordeeld tot een gevangenisstraf van 9 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaren. De rechtbank had de verdachte vrijgesproken van enkele andere tenlastegelegde feiten, waaronder het voorhanden hebben van replica's van vuurwapens. Het hoger beroep is ingesteld tegen de veroordeling met betrekking tot de feiten 1, 2, 3 en 4, die betrekking hebben op het opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet, waarbij grote hoeveelheden verdovende middelen zijn aangetroffen.
Het hof heeft het hoger beroep beoordeeld en geconcludeerd dat de vrijspraken van de rechtbank voor de feiten 3 en 4 als beschermde vrijspraken moeten worden beschouwd, waardoor de verdachte niet-ontvankelijk wordt verklaard in het hoger beroep tegen deze vrijspraken. Het hof heeft de vordering van de advocaat-generaal gevolgd en de bewezenverklaring van de feiten 1, 2, 3 en 4 bevestigd. De verdachte had een aanzienlijke hoeveelheid softdrugs in zijn coffeeshop, wat in strijd is met het gedoogbeleid. Het hof heeft de opgelegde straf van 9 maanden gevangenisstraf, waarvan 3 maanden voorwaardelijk, bevestigd, en benadrukt dat de verdachte een gewaarschuwd man is, gezien zijn eerdere veroordelingen voor soortgelijke feiten. De beslissing van het hof is genomen op 6 april 2022 en is openbaar uitgesproken.