Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
[minderjarige], geboren op [geboortedatum] 2018 te [geboorteplaats] .
Raad voor de Kinderbescherming,
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
- de moeder, bijgestaan door mr. Klaver en N. Tkacenko (registratienummer 10853) tolk in de Oekraïense taal;
- de vader, bijgestaan door mr. Brands en W. Veldhuis (registratienummer 18707) tolk in de Poolse taal;
- de raad vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger van de raad] .
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in eerste aanleg d.d. 16 juli 2021;
- de brief met bijlagen van de advocaat van de moeder d.d. 9 maart 2022.
3.De beoordeling
- voor de periode dat de moeder en [minderjarige] nog in Zeeland wonen elke week middels beeldbellen op woensdagavond en op zaterdagmiddag;
- zodra de moeder weer in de provincie Groningen woont, en uiterlijk na drie maanden, elke tweede week op zaterdag en zondag, vooralsnog zonder overnachting.