Uitspraak
GERECHTSHOF 's-HERTOGENBOSCH
hierna te noemen: de vader.
1.Het geding in eerste aanleg
2.Het geding in hoger beroep
.
3.De beoordeling
De ouders zijn gezamenlijk belast met het gezag over de kinderen.
De uithuisplaatsing van [minderjarige 1] is een te vergaande maatregel en is niet noodzakelijk om zijn belangen te beschermen. [minderjarige 1] kan met ondersteuning van de GI weer thuis komen wonen.
De ouders hebben in het belang van de kinderen besloten om weer een gezin te vormen en hebben hun echtscheidingsprocedure stilgelegd.
Op dit moment hebben de ouders twee keer per week een contactmoment met [minderjarige 1] bij [instantie] . Tot oktober 2021 mocht [minderjarige 1] een aantal dagen per week thuis slapen. In die situatie kon de moeder vrede hebben met de uithuisplaatsing van [minderjarige 1] . Deze regeling is echter gestopt omdat de moeder is gaan werken. Inmiddels werkt de moeder niet meer.
Sinds 16 december 2020 verblijft [minderjarige 1] bij [instantie] . [minderjarige 1] doet het daar goed. Hij laat zich sturen en begrenzen en maakt over het algemeen op een adequate manier contact met leeftijdsgenoten. Uit de informatie van [instantie] en van Ouder Kind Amarant komt het beeld naar voren dat de ouders al lange tijd onvoldoende in staat zijn geweest om aan te sluiten bij de zorg die [minderjarige 1] nodig heeft. In de thuissituatie bij de ouders is er geen sprake van structuur en [minderjarige 1] laat hier zelfbepalend gedrag zien. De hulpverleners merken dat er weinig tot geen commitment is van de ouders om de thuissituatie te veranderen.
Het is naar de mening van de GI noodzakelijk dat [minderjarige 1] op de groep bij [instantie] blijft zodat hij kan opgroeien in een stimulerende opvoedomgeving zonder dat hij wordt beperkt in zijn ontwikkeling. In de thuissituatie is dat onvoldoende mogelijk. De ouders kunnen [minderjarige 1] op dit moment niet bieden wat hij nodig heeft. Daarnaast houden de ouders hulpverlening buiten de deur. De moeder is tegen het advies van [instantie] in gaan werken waardoor de hulpverlening vanuit [instantie] is stopgezet.
De ouders wonen feitelijk weer samen. De vader heeft formeel nog een eigen (woon)adres, maar feitelijk woont hij bij de moeder en de kinderen. De meeste problemen met [minderjarige 1] zijn ontstaan toen de vader niet thuis was. Het ging goed toen [minderjarige 1] in oktober 2021 nog een paar nachten per week thuis mocht slapen. De vader hield zich aan de afspraken met de GI en zorgde dat [minderjarige 1] op tijd terug was bij [instantie] . Deze regeling is stopgezet omdat de moeder is gaan werken. De moeder is inmiddels gestopt met werken, maar desondanks mag [minderjarige 1] nog niet naar huis.
Uit de stukken van de GI en Amarant blijkt dat [minderjarige 1] de eerder bij hem gesignaleerde gedragsproblemen bij [instantie] niet laat zien. [minderjarige 1] is gebaat bij de structuur, de rustige omgeving en huiselijke setting die [instantie] hem kan bieden. De gedragsproblemen die [minderjarige 1] in de thuissituatie liet zien komen volgens de GI en Amarant dan ook niet voort uit kindeigen problematiek bij [minderjarige 1] , maar uit problemen in de opvoedomgeving en uit het onvoldoende begrenzen van [minderjarige 1] in de thuissituatie.
De inzet van een langere periode aan opvoedondersteuning in de thuissituatie heeft onvoldoende resultaat gehad. Het is niet aannemelijk geworden dat de ouders inmiddels wel in staat zijn om [minderjarige 1] in de thuissituatie te bieden wat hij in de afgelopen periode van zijn uithuisplaatsing heeft laten zien nodig te hebben om te komen tot een positieve ontwikkeling.
Zo blijkt uit de informatie van [instantie] van 25 november 2021 dat de opvoedondersteuning in de thuissituatie is gestagneerd vanwege het gebrek aan commitment bij de ouders. Het is niet haalbaar gebleken om de ouders de voor [minderjarige 1] benodigde opvoedvaardigheden aan te leren die zij, samen met de hulpverlening, kunnen inzetten in de thuissituatie. De ouders zijn op dit moment onvoldoende in staat om [minderjarige 1] zowel fysieke als emotionele nabijheid te bieden.