Uitspraak
GERECHTSHOF ̓s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaaknummer 8092010 \ CV EXPL 19-6964)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep van 1 maart 20121 met grieven en een productie (het vonnis waarvan beroep);
- de schriftelijke conclusie van eis van 16 maart 2021;
- de memorie van antwoord van Homerent van 4 mei 2021 met producties.
3.De beoordeling
“(…) De verhuurder heeft hierop gereageerd dat hij het een vervelende situatie vindt, maar ook van mening is dat hij zo goed mogelijk probeert om de overlast te beperken door de kadavers pas op de dag van ophaal buiten te zetten en ze de laatste keer zelfs afgedekt te hebben in containers. Daarbij is gecontroleerd dat bij alle containers de deksels er goed op zaten en zou de klant dus niet direct het oog hebben op de dode dieren. (…)”.Op één van de door Homerent overgelegde foto’s is weliswaar te zien dat één van de tonnen niet goed is afgesloten, maar in die enkele omstandigheid ziet de kantonrechter geen aanleiding voor de conclusie dat Staffhousing onvoldoende actie heeft ondernomen jegens de varkenshouder (tevens verhuurder van de woning aan Homerent) om de stankoverlast gedurende de hittegolf zo beperkt mogelijk te houden. Onder voormelde omstandigheden bestaat naar het oordeel van de kantonrechter geen aanleiding voor de conclusie dat Homerent tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst.
“Na mijn laatste contact met onze klant zijn zij zelf nog naar de [adres ] te [plaats] gegaan. Wat zij daar aantroffen was niet te beschrijven, zie onderstaande foto.”).