Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
geïntimeerde in incidenteel hoger beroep,
1.FFC Franchise B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
FFC Vastgoed B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
FFC Exploitatie B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
appellanten in incidenteel hoger beroep in de hoofdzaak,
4.de vennootschap onder firma Knowledge in Store,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geïntimeerde 5] ,vennoot van geïntimeerde sub 4,
wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 6] ,vennoot van geïntimeerde sub 4,
wonende te [woonplaats] ,
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/359643 / HA ZA 19-384)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- de akte houdende wijziging van eis met één productie van [appellant] ;
- de memorie van grieven met producties;
- de memorie van antwoord in principaal appel tevens memorie van grieven in incidenteel appel met producties van FFC c.s.;
- de memorie van antwoord met producties van KiS c.s.;
- de incidentele memorie van antwoord met producties van [appellant] ;
- de akte ex artikel 225 Rv met producties van KiS c.s.;
- de antwoordakte ex artikel 225 Rv van [appellant] .