Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.ABC Adviseurs V.O.F.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[geintimeerde 2] ,wonende te [woonplaats] ,
[geintimeerde 3] ,wonende te [woonplaats] ,
18.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 14 april 2020;
- het aanvullend deskundigenbericht van 9 maart 2021 met bijlagen;
- de memorie na aanvullend deskundigenbericht van [appellant] met producties;
- de antwoordmemorie na aanvullend deskundigenbericht van ABC c.s.;
19.De verdere beoordeling
Hoe moet er, uitgaande van het in de beëindigingsovereenkomst bepaalde en met inachtneming van wat het hof daarover in dit arrest heeft overwogen, tussen [geintimeerde 2] , [geintimeerde 3] en [appellant] concreet worden afgerekend wil er sprake zijn van een gelijke verdeling van resultaten gerealiseerd in ABC en in de eenmanszaak van [appellant] in de periode 1 januari 2013 tot en met 10 januari 2014?
De aard en de reikwijdte van het door het Hof ingestelde deskundigenonderzoek zien niet op een forensisch onderzoek naar de door [appellant] opgeworpen kritiek dat [geintimeerde 2] zou frauderen met zijn aangifte(..)”,waaraan de deskundige toevoegde dat de administratieve verwerkingswijze van de buitenland-uren 2013 van [geintimeerde 2] bekend was of bekend had kunnen zijn bij partijen ten tijde van het opmaken van de jaarrekeningen van ABC VOF (blz. 14/15 aanv. desk.).
€ 23.307,00(desk. nr 5.6 blz. 13) en over 2014
van € 1.650,00.
20.De uitspraak
- onder 5.1. van het dictum ABC, [geintimeerde 2] en [geintimeerde 3] hoofdelijk tot betaling zijn veroordeeld;
- onder 5.4. van het dictum het meer of anders gevorderde is afgewezen;
- onder 5.12 de veroordeling onder 5.1 uitvoerbaar bij voorraad is verklaard;