Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het geding in eerste aanleg (zaak-/rolnummer C/02/345887 / HA ZA 18-383)
2.Het geding in hoger beroep
- de dagvaarding in hoger beroep;
- het exploot van oproeping (ex art. 118 Rv) van Bravis;
- de memorie van grieven, tevens eiswijziging;
- de memorie van antwoord;
- de conclusie van antwoord na oproeping ex art. 118 Rv;
- de akte houdende aanvulling van petitum;
- de mondelinge behandeling, waarbij partijen spreekaantekeningen hebben overgelegd.
3.Kern van het geschil
4.De beoordeling
Project Franciscus Ziekenhuis [vestigingsplaats] Renovatie beddenhuis” hierna: de “Aanbieding”). De Aanbieding is gericht aan [geïntimeerde] en in kopie aan Bravis ( [persoon A] ). Voor zover van belang is in de Aanbieding opgenomen:
ontvangt u hierbij ons honorariumvoorstel voor de werkzaamheden tot aan het contract voor de uitvoeringsfase, betreffende de renovatie van de IC/CCU-afdeling, scopie, dagbehandeling en een gedeelte van de kliniek. Tevens is in dit voorstel een opgave opgenomen voor de projectoverstijgende werkzaamheden.
kliniek SKP-fase : dagverpleging, garderobe,
IC/CCU ontwerp-fase : IC/CCU
scopie SKP-fase : scopie
Behandelcentrum (BHC) SKP-fase : BHC
Reeds opgedragen SKP-fase : kliniek, ICCU
De resultaten van de voorstudies die door ons zijn gemaakt in de onderzoeksfase tot aan de “snelkookpan”-week (SKP) voor kliniek en IC/ICCU;
Het resultaat vanuit de SKP voor de kliniek en IC/CCU, de schetsplannen bouwkundig en installatietechnisch d.d. 17 januari 2014;
Het resultaat vanuit de SKP voor de scopie en dagbehandeling, de schetsplannen bouwkundig en installatietechnisch d.d. 17 april 2014”
de ontwerp & engineeringskosten voor de 2e fase van de renovatie van het Franciscus ziekenhuis [vestigingsplaats]” (hierna: de “Opdrachtbevestiging”). De Opdrachtbevestiging is afkomstig van [geïntimeerde] en gericht aan PIF. Voor zover van belang is in de Opdrachtbevestiging het volgende opgenomen:
), de ontwerp & engineeringskosten voor de volgende projecten en fases:
Opdrachtgever” en PIF als “
Opdrachtnemer” de Raamovereenkomst Renovatie gesloten (hierna: de “Raamovereenkomst”). Voor zover van belang is in de Raamovereenkomst opgenomen:
in dit tweede geval is [geïntimeerde] gehouden in te staan voor de beweerdelijke volmacht, hetgeen in casu betekent dat zij in moet staan voor de vergoeding van het positieve contractsbelang. Anders verwoord, door het ontbreken van een geldige volmacht moet [geïntimeerde] alsnog de facturen van PIF betalen. Uit de strekking van artikel 3:70 BW en de billijkheid volgt dat op degene die als gevolmachtigde heeft gehandeld, de bewijslast rust dat hij over een toereikende volmacht beschikte.”
het gedwongen doen tussenkomen van Bravis ex. 118 Rv. aanvaardt.”
kan [geïntimeerde] de VOF PIF opdracht verstrekken” en “
(gedelegeerd) opdrachtgevende partij” in de Opdrachtbevestiging (hiervoor geciteerd in 4.1.1 onder (d)) niet geheel duidelijk zijn. Die begrippen kunnen leiden tot op zichzelf meerdere verdedigbare interpretaties. Dat geldt ook voor het begrip “
doorgelegd” in de bewoordingen “
het risico van de uitvoer van de opdracht (…) zal worden doorgelegd naar het Franciscus Ziekenhuis” in de Opdrachtbevestiging. Die bewoordingen bieden, bezien in de context van de overige bewoordingen van de clausule waarin ze zijn opgenomen en in het licht van de verdere omstandigheden in deze zaak, volgens het hof echter eerder aanknopingspunten voor het volgen van de door [geïntimeerde] bepleite uitleg daarvan. [geïntimeerde] heeft toegelicht dat uit de Aanbieding, de Opdrachtbevestiging en de Raamovereenkomst blijkt dat tussen partijen geen misverstand bestond over de verschillende posities, het zijn van Bravis van opdrachtgever en de beperkte rol van [geïntimeerde] bij de uitvoering van het project namens Bravis.
de exacte scoop” op basis van het door “
u en opdrachtgever d.d. 8 april jl.” aan haar voorgelegd “
financieel schema bestaande uit vier hoofdprojecten met de volgende onderdelen” waarna zij per deelproject expliciteert of de offerte betrekking heeft op de “
SKP-fase” en/of “
ontwerp-fase”. Indien de Aanbieding van PIF in ogenschouw wordt genomen, biedt dat document geen aanknopingspunten om aan te nemen dat PIF, zoals zij stelt, ervan mocht uitgaan dat [geïntimeerde] als opdrachtgever optrad voor de 2e fase-werkzaamheden. Uit de bewoordingen “
u en opdrachtgever” in de aan [geïntimeerde] gerichte Aanbieding, blijkt immers dat PIF zélf bij het doen van haar Aanbieding ervan uitging dat [geïntimeerde] niet de opdrachtgever was. De Aanbieding was immers aan [geïntimeerde] (”
u”) gericht. Uit de bewoordingen “
u en opdrachtgever” blijkt dat PIF naar een andere partij in haar Aanbieding verwees als opdrachtgever voor de reeds verrichte en op te dragen werkzaamheden waarvoor zij in de Aanbieding een offerte heeft uitgebracht.
opdrachtgevende partij”, maar dat die aan [geïntimeerde] toebedeelde rol beperkt was, te weten tot “
het administreren en formaliseren van deze opdracht”.Uit diezelfde clausule blijkt voorts dat [geïntimeerde] niet voor eigen rekening en risico haar contractuele rol vervult, nu daarin is opgenomen dat het
“risico van de uitvoer van de opdracht van de VOF PIF”geen verantwoordelijkheid van [geïntimeerde] is. Daarnaast verwijst de clausule naar “
de rol die voor [geïntimeerde] voor deze contractopzet is gedefinieerd”en waarvan PIF op de hoogte is gesteld, hetgeen blijkt uit de bewoordingen “
waarvan u op de hoogte bent gesteld”. Voorts blijkt uit de Opdrachtbevestiging dat de Aanbieding eerst aan Bravis is voorgelegd en goedgekeurd en dat die goedkeuring de basis vormde voor de verstrekking van de opdracht door middel van de Opdrachtbevestiging, hetgeen erop wijst dat [geïntimeerde] niet namens zichzelf maar namens Bravis de opdracht heeft verstrekt voor de 2e fase-werkzaamheden. Ter onderbouwing van haar betwisting dat de clausule uit de Opdrachtbevestiging in geschil kan worden geïnterpreteerd in de door PIF bepleite zin, heeft [geïntimeerde] ten slotte verwezen naar de door haar overgelegde Raamovereenkomst, waarin ook de totstandkoming van de afspraken voor het renovatieproject zijn omschreven en waarin expliciet de rolverdeling voor het project in artikel 5 is omschreven. Voor zover PIF stelt dat de Raamovereenkomst later is ondertekend en om die reden geen belang kan worden gehecht aan de daarin opgenomen bepalingen, volgt het hof PIF hierin niet. Daarbij vindt het hof ten eerste van belang dat het een overeenkomst tussen PIF en Bravis betreft. Zij werpt aldus nader licht op de onderlinge verhouding tussen PIF en Bravis en wat PIF daarover wist dan wel redelijkerwijs diende te begrijpen. De Raamovereenkomst kan daarmee, afhankelijk van haar bewoordingen en de uitleg die daaraan redelijkerwijs toekomt, ook van betekenis zijn bij de uitleg van de Opdrachtbevestiging waar het gaat om de precieze positie daaronder van [geïntimeerde] ten opzichte van PIF. Hoewel de Raamovereenkomst van een latere datum is dan de Opdrachtbevestiging, blijkt daaruit dat deze onderdeel vormt en terugverwijst naar de eerder tussen partijen gemaakte afspraken over het renovatieproject. In de overwegingen bij de Raamovereenkomst en artikel 1 (hiervoor geciteerd in 4.1.1. onder (e)) wordt immers omtrent de projectstructuur en procesafspraken voor de renovatie van het ziekenhuis verwezen naar “
gemaakte en te maken afspraken” tussen Bravis en PIF over hun samenwerking en de advies- ontwerp en realisatieovereenkomsten. Uit artikel 1 van de Raamovereenkomst blijkt dat het de bedoeling van partijen was die afspraken vast te leggen ook voor zover het “
hun huidige samenwerking” betreft. In artikel 5 van de Raamovereenkomst is voorts expliciet opgenomen dat opdrachtgever Bravis het contractmanagement en de proces- en projectbegeleiding heeft ondergebracht bij [geïntimeerde] , en dat de formele communicatie met betrekking tot het contract, het proces en het project op nadrukkelijke wil van opdrachtgever Bravis verloopt via [geïntimeerde] . De Raamovereenkomst biedt naar het oordeel van het hof dan ook voldoende aanknopingspunten om de uitleg die [geïntimeerde] geeft aan de Opdrachtbevestiging te volgen, te weten dat de rol van [geïntimeerde] bij het renovatieproject beperkt was, Bravis de opdrachtgever van PIF was en dat PIF hiermee bekend was.