Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
[naam verdachte]
BESCHIKKENDE IN HOGER BEROEP:
met ingang van [datum] te 10.00 uur.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak heeft het Gerechtshof 's-Hertogenbosch op 24 maart 2022 uitspraak gedaan in hoger beroep betreffende de schorsing van de voorlopige hechtenis van de verdachte. De verdachte was in hoger beroep gegaan tegen de beschikking van de rechtbank, waarbij zijn gevangenhouding was bevolen. Het hof heeft de advocaat-generaal en de verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.C. Reisinger, gehoord en het dossier bestudeerd. De verdachte wordt verweten betrokken te zijn bij de export van een grote hoeveelheid cocaïne en het voorhanden hebben van een groot bedrag aan geld waarvan hij wist dat het van misdrijf afkomstig was. Het hof oordeelt dat er voldoende ernstige bezwaren tegen de verdachte bestaan, en dat de aard van de feiten een ernstige schok voor de rechtsorde met zich meebrengt. Dit rechtvaardigt in beginsel de voortzetting van de voorlopige hechtenis.
Echter, het hof heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen. De echtgenote van de verdachte, die ook de moeder is van hun jonge kinderen, is ernstig ziek en ondergaat een behandeling met veel negatieve bijwerkingen. Het hof concludeert dat de aanwezigheid van de verdachte bij zijn gezin noodzakelijk is, en dat dit een bijzonder zwaarwichtige omstandigheid vormt die het belang van de samenleving bij voortzetting van de voorlopige hechtenis doet wijken voor het persoonlijk belang van de verdachte. Het hof heeft daarom besloten de voorlopige hechtenis van de verdachte te schorsen voor bepaalde duur, met inachtneming van voorwaarden die de kans op herhaling moeten minimaliseren. De beschikking van de rechtbank is bevestigd, maar het verzoek tot schorsing van de voorlopige hechtenis is toegewezen.