Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Lenka Holding B.V.,gevestigd te [vestigingsplaats] ,
[appellant 2],
wonende te [woonplaats] ,
1.[geïntimeerde 1] ,wonende te [woonplaats] ,
[geïntimeerde 2],
wonende te [woonplaats] ,
5.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 30 juni 2020 waarbij het hof een mondelinge behandeling na aanbrengen heeft gelast, die op eenstemmig verzoek van partijen niet is gehouden;
- de memorie van grieven;
- de memorie van antwoord tevens memorie van (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep met als bijlage het procesdossier in eerste aanleg;
- de memorie van antwoord in (voorwaardelijk) incidenteel hoger beroep met producties;
- de akte houdende uitlating van [geïntimeerde 1] c.s. met een productie;
- de akte uitlating producties van Lenka en [appellant 2] .
6.De beoordeling
“waarmee de maandelijks door schuldenaar verschuldigde termijn derhalve E. 1.187,50 (…) bedraagt.”.
“Mocht na deze geldlening schuldenaar de wens te kennen geven het bedrag van deze geldlening te verhogen en mochten schuldeisers daarin toestemmen en daaraan uitvoering geven, zonder dat schuldeisers daartoe enige verplichting op zich nemen, dan gelden de navolgende bepalingeneveneens[vetgedrukt door hof]
voor dit meerdere.”.
“De bepalingen van deze afdeling[hof: afdeling 2, getiteld: ‘Borgtocht, aangegaan buiten beroep of bedrijf’]
zijn van toepassing op borgtochten die zijn aangegaan door een natuurlijk persoon die noch handelde in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf, noch ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, waarvan hij bestuurder is en alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen heeft.”.
“Borgtocht is de overeenkomst waarbij de ene partij, de borg, zich tegenover de andere partij, de schuldeiser, verbindt tot nakoming van een verbintenis, die een derde, de hoofdschuldenaar, tegenover de schuldeiser heeft of zal krijgen”.Dit kan dus zowel betrekking hebben op een geldleningsovereenkomst als op een investeringsovereenkomst. Datzelfde geldt voor artikel 14 van de overeenkomst waarin Lenka en [appellant 2] verklaren zich hoofdelijk borg te stellen. Dat artikel is eveneens in algemene bewoordingen gesteld:
“De heer [appellant 2] , enig directeur/aandeelhouder van schuldenaar (partij 3), alsmede de besloten vennootschap Lenka Holding B.V. (partij 4) verklaren zich hierbij hoofdelijk borg te stellen voor alle verplichtingen welke voor schuldenaar uit deze overeenkomst voortvloeien.”.