De moeder kan zich met deze beslissing niet verenigen en zij is hiervan in hoger beroep gekomen. In haar beroepschrift, zoals aangevuld tijdens de mondelinge behandeling, voert de moeder – kort samengevat – het volgende aan.
Het hof kan, gelet op artikel 6:19 van de Algemene Wet Bestuursrecht (Awb) beslissen over het beroep tegen de tweede schriftelijke aanwijzing van 23 oktober 2020.
De huidige regeling draagt niet bij aan de hechting tussen de moeder en de kinderen. Het is in het belang van de kinderen dat zij in substantiële mate contact hebben met de moeder. De kinderen hebben laten blijken dat zij de omgang met de moeder als fijn ervaren en deze juist ontspannend vinden naast hun schoolgang. De omgang verloopt altijd positief en er werd zelfs gesproken over een uitbreiding naar onbegeleide omgang. De moeder krijgt geen verslagen van de omgang. De GI beweert dat een uitbreiding te belastend is voor de kinderen, maar dat blijkt niet uit de stukken: een CHOP-list is ook niet opgemaakt. De moeder kan goed aansluiten bij de kinderen. De perspectiefbepaling van de GI is prematuur en dient uitgesproken te worden door een rechter en niet door de GI. Het perspectief ligt nog bij de ouders en er dient toegewerkt te worden naar thuisplaatsing. Om dit mogelijk te maken, moet een uitbreiding van de contactmomenten plaatsvinden. Er is geen contra-indicatie om dit te doen.
In december 2020 kwam de moeder eenmalig de omgang niet na, omdat er toen sprake was van overmacht (kapotte auto en lege mobiele telefoon). Het is wel eens voorgekomen dat de moeder een belafspraak met de gezinshuisouder niet kon nakomen, omdat zij bijvoorbeeld te druk was met het leeghalen van de caravan op de camping. Dit heeft ze wel tijdig doorgegeven.
De moeder heeft sinds 12 januari 2021 een eigen woning met vier slaapkamers. Dat is een duidelijke eerste stap naar verbetering van haar persoonlijke situatie.
Het is niet bekend waarom de Skypecontacten zijn gestopt. De moeder vraagt zich af of daar niet een derde schriftelijke aanwijzing voor had moeten worden afgegeven.
Het rapport van de bezoekmomenten die [zorginstelling] heeft begeleid, is vrij summier. Er staan ook positieve dingen in: de moeder is enthousiast en probeert structuur aan te brengen. Bezoekverslagen zijn kennelijk wel opgemaakt, maar niet overgelegd door de GI.