Uitspraak
GERECHTSHOF ’s-HERTOGENBOSCH
1.Het verloop van de procedure
- het tussenarrest van 1 december 2020;
- de akte uitlating comparitie van de zijde van [appellante] ;
- de antwoordakte uitlating comparitie van de zijde van de gemeente.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch
In deze zaak, die voor het Gerechtshof 's-Hertogenbosch diende, gaat het om de weigering van de gemeente Breda om een exploitatievergunning te verlenen aan de appellante. De rechtbank Zeeland-West-Brabant had eerder de vordering tot schadevergoeding van de appellante afgewezen, omdat deze onvoldoende onderbouwd was. De appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen deze uitspraak. Het hof heeft in een tussenarrest van 1 december 2020 de appellante in de gelegenheid gesteld om zich uit te laten over de wens voor een comparitie van partijen. De appellante heeft aangegeven dat zij een zitting met één raadsheer voldoende acht, waarop de gemeente geen bezwaar heeft gemaakt. Het hof heeft vervolgens besloten om een mondelinge behandeling te plannen, waarbij partijen hun stellingen kunnen toelichten en de mogelijkheid van een schikking kan worden besproken. De zaak is naar de rol verwezen voor het opgeven van verhinderdata, en verdere beslissingen zijn aangehouden. Het arrest is op 19 januari 2021 uitgesproken door de drie rechters van het hof.